Een op de tien Nederlanders heeft een niet-Nederlandse culturele achtergrond. In grote steden is dat zelfs een op de drie. De meeste huisartsen en andere hulpverleners, zeker in de grote stad, krijgen in hun werk regelmatig te maken met personen die cultureel ‘anders’ zijn dan zijzelf. Dit boek geeft informatie over de achtergronden van gedrag van deze niet-westerse allochtonen. De auteur wil daarmee een culturele gevoeligheid onder hulpverleners bevorderen om te voorkomen dat zij problemen krijgen met gedrag dat zij niet kennen. Zij doet dit door uitleg te geven over de culturele achtergrond, de waarden, de rituelen, gewoonten en symbolen van deze andere Nederlanders. Het gaat daarbij om Antillianen en Arubanen, Creoolse Surinamers, Hindostaanse Surinamers, Indische Nederlanders, Joden, Marokkanen, Turken, Somaliërs, Chinezen, Ethiopiërs, Eritreeërs en Ghanezen. Er is ook een hoofdstuk over autochtonen. Het boek gaat uit van bevolkingsgroepen en niet van religies. Een moslim uit Marokko heeft namelijk niet dezelfde gewoonten als een moslim uit Somalië of Indonesië en het Chinese boeddhisme wijkt af van de oorspronkelijke leer van boeddha. Bovendien hebben we vooral te maken met volksgebruiken. En die hoeven lang niet altijd overeen te komen met rituelen van officiële religies. De auteur beschrijft hoe verschillende bevolkingsgroepen omgaan met geboorte, ziekte en dood. Bij het boek hoort een website met opdrachten en interactieve oefeningen.
In een inleidend hoofdstuk definieert de auteur duidelijk welke begrippen zij hanteert. Zij legt de begrippen cultuur gekoppeld aan identiteit en imago, religie, rituelen en symbolen goed uit en beschrijft in kort bestek de belangrijke wereldgodsdiensten. Driekwart van het boek bestaat uit hoofdstukken die elk gewijd zijn aan een van de genoemde bevolkingsgroepen. Volgens een vast schema worden van elke groep de belangrijkste religies beschreven, de rituelen rond conceptie, geboorte, ziekte en dood. De auteur gaat uitgebreid in op naamgeving, op de verschillende attributies bij ziekte en dood, op gewoontes wat betreft begraven of verbranden van de doden en op rouwgebruiken. Door de systematisch ordening van de informatie over de verschillende bevolkingsgroepen is het niet overdreven om te spreken van een naslagwerk. Daarbij is gepaste aandacht voor het gevaar van generaliseren. Het prettig leesbare boek is ruim gelardeerd met korte kaders waarin voor artsen en andere hulpverleners relevante voorbeelden voor het voetlicht komen. Zo is het voor huisartsen nuttig meer te weten over abortus provocatus in de islam, de betekenis van de ramadan voor Marokkanen en Turken (vooral met betrekking tot therapietrouw bij begeleiding van chronische zieken), besnijdenis van jongens en vrouwen en de betekenis van Winti voor Surinamers. Kortom een informatief en helder en prettig geschreven boek dat nuttig is voor huisartsen. Misschien kan in een volgende druk of op de site de praktische toepasbaarheid nog iets worden verhoogd door per hoofdstuk potentiële valkuilen of noodzakelijke weetjes samen te vatten voor artsen bij het contact met mensen uit de betreffende bevolkingsgroep. Joan Boeke
Reacties
Er zijn nog geen reacties.