De kern
- Sinds 1991 hebben steeds meer gemeenten in Zuid- en Midden-Nederland in de maanden mei tot en met augustus overlast van de eikenprocessierups, die voornamelijk op eikenbomen voorkomt.
- Zowel gunstige klimatologische omstandigheden alsook het ontbreken van voldoende natuurlijke vijanden zijn de oorzaak van de massale kolonisatie.
- Huisartsen zien regelmatig patiënten met klachten van huid, ogen en luchtwegen, die mogelijk veroorzaakt zijn door contact met de karakteristieke brandharen van de eikenprocessierups.
- Vaak is er sprake van een pseudo-allergie als oorzaak van de klachten, maar soms is er ook sprake van een echte allergie. Veelal verdwijnen de klachten na enige dagen tot weken spontaan, al of niet ondersteund met een verlichtende crème. Soms echter kan behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden nodig zijn.
Inleiding
Dat bepaalde behaarde rupsen een bedreiging zijn en een gezondheidsrisico kunnen opleveren voor de mens is al lang bekend. Voorbeelden hiervan zijn de processierupsen (Thaumetopoea processionea L., T pinivora, T. pityocampa en T. wilkinsoni, orde Lepidoptera) en de rupsen van de bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea).1 Brandharen die zich vanaf een bepaald larvaal stadium van deze vlinders ontwikkelen, veroorzaken dit risico. Bij contact kunnen deze haren irritaties en ontstekingen van huid, ogen en bovenste luchtwegen veroorzaken (lepidopterisme). Aanvankelijk zorgden deze rupsen alleen in Zuid- en Midden-Europa voor overlast, met uitzondering van de rups van de bastaardsatijnvlinder. Die zorgde tot twee decennia geleden in de late voorjaarsmaanden voor overlast in recreatiegebieden in de duinen op de Waddeneilanden, Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. Vanaf 1991 ontwikkelt ook de eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea L.) zich in de meer noordelijk gelegen gebieden in Europa, zoals in Nederland en België, en kan daar voor overlast zorgen.2 Een combinatie van factoren zorgt dat hij daar kan overleven, namelijk het frequent voorkomen van zachte winters in combinatie met warme zomers en het ontbreken van voldoende natuurlijke vijanden, zoals sluipvliegen en -wespen en de grote poppenrover.345
Opkomst van de eikenprocessierups
De eikenprocessierups dankt zijn naam aan het ’s avonds in ‘processie’ op zoek gaan naar voedsel (bladeren) (figuur 1). Men nam deze rups tot 2000 alleen waar onder de grote rivieren in Noord-Brabant en Limburg. Vanaf 2003 verspreidde de rups zich verder over Nederland en op dit moment treffen we hem aan in Gelderland, Utrecht en Overijssel met verdere uitbreidingen in zowel westelijke als noordelijke richting (figuur 2). Behalve de zichtbare schade aan eikenbomen als gevolg van kaalvraat ondervindt een groeiend aantal mensen in de genoemde regio’s in hun directe omgeving steeds meer fysieke hinder van de aanwezige rupsen.
Levenswijze en biologie van de eikenprocessierups
De Thaumetopoea processionea L. (eikenprocessievlinder) is een nachtvlinder, die in juli/augustus uitvliegt en waarvan het vrouwtje gemakkelijk een afstand van 5-20 km kan afleggen. Ze zetten de eieren (30 tot 300 per legsel) in juli/augustus in eipakketten af in de toppen van voornamelijk eikenbomen. Na overwinteren onder vooral droge omstandigheden, komen de eipakketten in het daarop volgende voorjaar uit (eind april), vlak voor het verschijnen van de eerste bladeren. De rupsen vervellen vier- tot zesmaal voor ze verpoppen. Vanaf het derde vervellingsstadium (april/mei) verschijnen er op de rug van de rups naast de normale lange witte haren ook de karakteristieke brandharen, die in segmenten bij elkaar zitten. Een volgroeide rups kan in totaal rond de één miljoen brandharen bij zich dragen. De brandharen hebben een karakteristieke pijlvorm met weerhaakjes en kunnen bij ongewenste aanraking ‘afgeschoten’ worden door de rups. Zij fungeren als een soort verdedigingsmechanisme tegen potentiële predatoren (vogels en kleine knaagdieren). In de tijd dat de rupsen groeien, vormen ze tegen de stammen aan de zonzijde en aan de onderzijde van de dikkere takken typische nesten die bestaan uit een dicht spinsel van (brand)haren, vervellingshuiden en uitwerpselen, waar ze zich overdag in terugtrekken. In sommige gevallen worden deze nesten zelfs wel meer dan een meter groot en bevatten meer dan duizend rupsen. De rupsen worden vooral gesignaleerd in zomereiken langs lanen in steden en dorpen, erfbeplantingen op campings en landgoederen in bosrijke omgeving.289 De rups komt ook voor in bosgebieden, maar hier lijkt er een biologisch evenwicht te bestaan met zijn natuurlijke vijanden. Mogelijk speelt ook mee dat de temperatuur in bosgebieden lager is dan in wegbermbeplantingen, waardoor hij zich daar minder gemakkelijk kan ontwikkelen. Wanneer de druk van rupsen in de eikenbomen te groot wordt en er een gebrek aan voedsel ontstaat, kan de eikenprocessierups zich ook in andere bomen als beuk, berk, en Amerikaanse eik vestigen.
Gezondheidseffecten na contact met de brandharen
Zoals gezegd veroorzaakt contact met genoemde brandharen verschillende gezondheidsklachten. De haren kunnen zich passief op verschillende manieren verspreiden:
- met de wind vanuit (al of niet oude) spinselnesten over grote afstand (tot op 100 meter);
- door trilling van verkeer;
- bij het wegbranden en/of wegzuigen van de nesten.
Effecten | Huid | Ogen | Neus, keel en bovenste luchtwegen |
---|---|---|---|
Niet systemisch |
effecten treden op binnen 8 uur: geen restletsels; effecten kunnen 2 weken aanhouden; | acuut: (conjuctivae, cornea en uvea)
effecten ontstaan binnen 1-4 uur chronisch: (diepere lagen) restletsel: blindheid, bij niet operatief verwijderen van brandharen |
soms pseudo-allergische bronchitis met CARA-verschijnselen; longoedeem, in een enkel geval anafylactische reacties |
Systemisch | malaiseklachten, koorts, duizeligheid, braken |
Behandeling van klachten
In het algemeen verdwijnen de symptomen, zoals hierboven beschreven, spontaan binnen enige dagen tot weken. Voorkom verdere verspreiding van de brandharen over het lichaam en progressie van ontstekingreacties door de huid goed met water te wassen en de ogen goed te spoelen met water. Eventueel kan men in het beginstadium de aangedane huid met plakband ‘strippen’ om de overtollige haren snel te verwijderen. Vermijd krabben en/of wrijven. Omdat haren moeilijk uit besmette kleding zijn te verwijderen, is het advies deze zeer grondig bij hoge temperatuur (60°C) met water en zeep te reinigen. Bij lichte symptomen kan ondersteunende behandeling met medicijnen achterwege blijven, omdat de klachten vanzelf zullen verdwijnen. Bij hevige jeuk kunnen anti-jeukmiddelen en/of een verzachtende crème verlichting geven. Indien de lokale effecten zeer ernstig zijn, kan men kortdurend behandelen met een corticosteroïdcrème (Hydrocortison-crème 1% of Triamcinolon-crème 0,1%), hoewel de effectiviteit hiervan niet bewezen is. Lokale behandeling met antihistaminica is zinloos en kan overgevoeligheid voor deze stoffen opwekken. Wel is een systemische behandeling met antihistaminica te overwegen bij het tegengaan van ernstige klachten, hoewel ook hierbij twijfels bestaan over de effectiviteit. In het algemeen herstellen patiënten met een ongecompliceerde ‘rupsenziekte’ (erucisme) na enige dagen tot weken volledig. Wanneer er ernstige systemische effecten zijn, lijkend op een anafylactische reactie, dan is de behandeling conform die van een anafylactische reactie.717
Preventieve adviezen
Betrokkenen bij het beheersen van de overlast moeten adequate persoonsbeschermingsmiddelen gebruiken (rubberen handschoenen, laarzen, een overall die bij de onderarmen en enkels is af te sluiten en een volgelaatsmasker). De algemene bevolking moet direct contact met rupsen, (oude) brandharen, spinselnesten en vervellingshuidjes zoveel mogelijk vermijden. Probeer ook kinderen te attenderen op het gevaar van de eikenprocessierups. Speciale aandacht moet uitgaan naar nesten of besmette bomen in de directe nabijheid van woningen. Uit de praktijk is gebleken dat brandharen zich vanuit nesten over grote afstand kunnen verplaatsen (50-100 meter), wat mensen ernstig in hun woongenot kan belemmeren. Ook het buitenhangen van was, het buiten laten liggen van speelgoed en kinderen laten spelen op het gazon is onverstandig met de eikenprocessierups in de buurt. Laat verder zandbakken zoveel mogelijk gesloten.
Literatuur
- 1.↲↲↲↲Vega JM, Moneo I, Armentia A, Fernandez A, Vega J, Fuente de la R, et al. Allergy to the pine Caterpillar Clin Exp Allergy 1999;29:1418-23.
- 2.↲↲↲Maier H, Spiegel W, Kinaciyan T, Krehan H, Schopf A, Honigsmann H. Dermatitis and Allergy The oak processionary caterpillar as the cause of an epidemic airborne disease: survey and analysis. Br J Dermatol 2003;149:990-7.
- 3.↲Stigter H, Geraedts WHJM, Spijkers HCP. Thaumetopoea processionea in the Netherlands: present status and management perspectives (Lepidoptera: Notodontidae). Prox Exper Appl Entomol 1997;8.
- 4.↲Moraal LG. Insectenplagen op bomen en klimaatverandering. De Levende Natuur. 2003;104:90-3.
- 5.↲Moraal LG, Jagers op Akkerhuis GAJM, Siepel H, Schelhaas MJ & Martakis GFP. Verschuivingen van insectenplagen bij bomen sinds 1946 in relatie met klimaatverandering. Met aandacht voor de effecten van stikstofdepositie, vochtstress, bossamenstelling en bosbeheer. Rapportnr. 856. Wageningen: Alterra, 2004.
- 6.↲Schellart M, Jans HWA. Eikenprocessierups, gezondheidsklachten en -vragen. Een inventarisatie van omvang, ernst en aard van gezondheidsklachten naar aanleiding van de overlast van de eikenprocessierups in de provincies Noord-Brabant en Limburg in de lente- en zomerperiode van 1996. Breda: Provinciaal Bureau Medische Milieukunde GGD’s in Brabant en Zeeland, 1996.
- 7.↲↲↲Bosma AH, Jans HWA. Ernstige anaphylactische reactie in samenhang met de bestrijding van de eikenprocessierups <span class="i"></span> in Noord-Brabant. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142:1567-9.
- 8.↲↲Rots-de Vries MC, Jans HWA. Eikenprocessierupsen in Nederland en België. Verloop van een epidemie en evaluatie van een voorlichtingscampagne. Tijdschr Gezondheidswet 2000;78:28-34.
- 9.↲Maier H, Spiegel W, Kinaciyan T, Hönigsmann H. Caterpillar dermatitis in two siblings due to the larvae of <span class="i"></span>L., the oak processionary caterpillar. Dermatology 2004;208:70-3.
- 10.↲Lamy M, Vincendeau Ph, Ducombs G, Pastureaud MH. Irritating substances extracted from the Thaumetopoea pityocampa Caterpillar; mechanisme of action. Experientia 1983;39:229.
- 11.↲Lamy M, Pastureaud MH, Novak F, Ducombs G, Vincendeau P, Maleville, et al. Thaumetopoein: an urticating protein from the hairs and integuments of the pine processionary Caterpillar <span class="i"></span>Schiff, Lepidoptera, Thaumetopoidae). Toxicon 1986;24:347-56.
- 12.Neumann HAM, Koekkoek WJJ. Dermatitis door de eikenprocessierups Ned Tijdschr Geneeskd 1996;140:1639-41.
- 13.↲Vega JM, Moneo I, Armentia A, Fernandez A, Vega J, De la Fuente R, et al. Pine processionary caterpillar as a new cause of immunologic contact urticaria. Contact Dermatitis 2000;43:129-32.
- 14.Moneo I, Vegal JM, Caballero ML, Vega J, Alday E. Isolation and characterization of Tha p 1, a major allergen from the pine processionary caterpillar Allergy 2003:58:34-7.
- 15.Gottschling S, Meyer S. An epidemic airborne disease caused by the oak processionary caterpillar. Pediatr Dermatol 2006;23:64-6.
- 16.↲Vega JM, Moneo I, Armentia A, Lopez-rico R, Curiel G, Bartolome B, et al. Anaphylaxis to a pine caterpillar. Allergy 1997;52:1244-5.
- 17.↲Diaz JH. The evolving global epidemiology, syndromic classification, management, and prevention of Caterpillar envenoming. Am J Trop Med Hyg 2005;72:347-57.
- 18.Zie ook de websites www.rivm.nl/milieuportaal, www.minlnv.nl/eikenprocessierups of websites van GGD’en voor meer informatie.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.