Samenvatting
Voor de eerste maal is in Nederland een ‘landelijk thema’ aangewezen; tot 2004 zal extra aandacht worden gericht op kwaliteit van de geestelijk gezondheidszorg die door de huisarts wordt geleverd. Dit jaar was er ruimte voor de voorbereidingen, zodat met ingang van 2002 daadwerkelijk met de activiteiten van start kan worden gegaan. Tot die voorbereidingen behoorden ook de door de districten op te stellen kwaliteitsprogramma’s. Deze ‘werkplannen’ zijn inmiddels bij LHV of NHG ingediend. Wat staat er zoal in?
Districtprogramma's GGZ
Hoewel de basiselementen van de kwaliteitsprogramma's vastliggen, verschillen de uiteindelijke werkplannen van de diverse districten onderling sterk. Het ene district leverde een beleidsplan in; een ander district maakte een werkplan waarin alle voorgestelde elementen om de huisartsgeneeskundige zorg te verbeteren een plaats kregen, en weer een derde district stelde zijn hoogste prioriteit vast en richtte zich daarop. Soms is de toon defensief (‘hoogste prioriteit is de opvang van het huisartsentekort!’), soms zijn er enthousiaste geluiden (‘de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige is een prima antwoord op de toenemende vraag naar begeleiding en opvang bij psychische problemen’).
De eerste stap: knelpuntenanalyse
Wie de kwaliteitscyclus volgt, weet dat na het formuleren van een doelstelling moet worden geanalyseerd wat de knelpunten zoal zijn. De districten zijn het daar vaak wel over eens: de vraag van patiënten om GGZ neemt toe, de werklast van de huisarts mag niet hoger en moet liefst zelfs lager worden, er zijn vaak niet voldoende verwijzingsmogelijkheden of er zijn wachtlijsten, de deskundigheid van de huisarts schiet soms tekort en er is niet altijd een goede financiële vergoeding van GGZ. Veelal wordt onderkend dat er voor de crisisopvang een 24-uurs-beschikbaarheid moet zijn, hoe problematisch het ook kan zijn om dit in de praktijk te realiseren.
Dat lossen we op!
Veel heil wordt gezien in de aanstelling van sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (in de wandelgangen SPV’ers genoemd). Die kunnen niet alleen worden geconsulteerd bij diagnostiek, kortdurende behandeling en verwijzing, maar met name is een belangrijke rol voor de SPV’ers weggelegd bij de coördinatie van de zorg. Wat betreft de verwijzingsmogelijkheden en de wenselijke 24-uurs-beschikbaar-heid van de GGZ, wordt het lastig gevonden dat de huisarts afhankelijk is van andere instellingen. Een goede samenwerking en met name goede plaatselijke en regionale afspraken – zeker waar het gaat om de beschikbaarheid buiten kantooruren – moeten ervoor zorgen dat er een goede crisisopvang komt die niet uitsluitend ‘op het bordje’ van de huisarts komt te liggen. Ook moet er aandacht komen voor de opvang van de patiënten die op een wachtlijst staan, maar die eigenlijk in acute psychische nood verkeren. Teneinde de kennis van de huisarts op het gebied van de GGZ te vergroten, wordt veel aandacht besteed aan scholing. Het gaat daarbij om specifieke onderwerpen, zoals arbeidsgerelateerde surmenageklachten, persoonlijkheidsen angststoornissen en de behandeling van lichte depressies. Ook is er veel belangstelling voor het aanleren van de ‘vijf-gesprekkenmethode’. En tot slot noemt een van de districten het organiseren van regionale ‘miniconferenties’ voor huisartsen en GGZ-medewerkers. Op de agenda staan daarbij de uitwisseling van informatie, kennisvermeerdering over vast te stellen GGZ-onderwerpen en het stimuleren van een betere onderlinge samenwerking. Dat ten slotte het financiële aspect altijd weer problematisch is, wordt door veel districten aangekaart. Met name het gegeven dat niet alle zorgverzekeraars de psychische hulpverlening in de eerste lijn vergoeden, zorgt ervoor dat de patiënten oneigenlijk bij hun huisarts blijven aankloppen met hun psychische problemen, omdat de zorg dan altijd wel wordt vergoed. Dit is overduidelijk een doorn in het oog van vele beroepsgenoten.
Uitvoering van de plannen
De komende twee jaar zullen de werkplannen van de districten worden uitgevoerd. Met de subsidie die beschikbaar is gesteld door het ministerie van VWS, kunnen de districten hiertoe over de nodige middelen beschikken. Met producten en diensten zal het NHG de districten (en de individuele huisarts) daarbij behulpzaam zijn. Uiteraard zullen huisartsen in hun eigen district op de hoogte worden gehouden van de diverse activiteiten. Maar ook in H&W zal de komende jaren regelmatig informatie worden opgenomen wanneer zich interessante ontwikkelingen op GGZ-gebied voordoen. De resultaten van het GGZ-project van NHG en LHV worden geëvalueerd door de Werkgroep Onderzoek Kwaliteit Huisartsgeneeskunde (zie het artikel op pag. 634 en het interview op de achterpagina van dit katern). Ook van deze evaluatie zal verslag worden gedaan in H&W. (AS)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.