Twee krantenberichten die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Op 20 juli werd wereldkundig gemaakt dat artsen elkaar gaan beoordelen. Het wordt een systeem van jaarlijkse evaluatiegesprekken. De aloude KNMG acht zo’n systeem een ‘wenselijke en noodzakelijke’ aanvulling op de huidige kwaliteitscontroles op de patiëntenzorg. Ziekenhuizen, vakgroepen en opleidingen worden nu wel beoordeeld, maar individuele artsen niet. De gesprekken moeten het functioneren van artsen verbeteren en in een vroeg stadium eventuele problemen verhelpen. Wat wordt er zoal beoordeeld? Kennis en deskundigheid, bejegening van patiënten, omgang met collega’s en gezondheidsklachten die het functioneren mogelijk beïnvloeden. Voorlopig worden de gesprekken op vrijwillige basis gevoerd, met speciaal hiervoor getrainde collega-artsen. Maar men verwacht dat deelname aan de gesprekken binnen vijf jaar verplicht is én een voorwaarde wordt voor herregistratie. Als artsen niet goed functioneren kunnen zij na een interne procedure van hun functie worden ontheven. Onder disfunctioneren verstaat de KNMG ‘een structurele situatie van onverantwoorde zorg waarin een patiënt wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad, waarbij de betrokken arts niet of niet langer in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen’. Mooi geformuleerd, want vaag… zeg maar: op z’n KNMG’s.
Laten wij de camera zwenken naar Singapore, een poosje geleden. Daar werd gestemd over de toewijzing van de Olympische Spelen in 2012. Londen won, zoals bekend. Minder aandacht kreeg de discussie binnen het Olympisch Comité over welke sporten mogelijk zouden worden toegelaten dan wel geschrapt als olympische sport. Softbal verdween van het programma. Bij het Comité - een samenraapsel van uitgerangeerde sporters, louche zakenlieden en overtollige prinsen – werd fiks gelobbyd door een aantal bonden om ‘hun’ sport op het programma te krijgen: golf, karate, inline-skaten, rugby en squash. Uiteindelijk kreeg geen enkele sportbond zijn zin. Het programma zal in Londen geen uitbreiding krijgen. Ik zag plotseling grote kansen… Nu de KNMG de geneeskunde verheft tot jureringsfenomeen, lijkt het mogelijk om geneeskunde tot een heuse olympische sport te laten uitgroeien. Voorlopig even intern ervaring opdoen, dan externe juryleden trainen en vervolgens... aan de slag! Chef de mission Bas Vos moet in staat worden geacht om voor 2016 geneeskunde op het programma van de Olympische Spelen te krijgen. Toegegeven, als elitesport, maar dat is geen bezwaar, want hobbelen op een circuspaard bij muziekbegeleiding is nog meer elitair. Wij hebben nog vier jaar de tijd om dit te realiseren, want dan wordt de olympische gaststad voor 2016 gekozen. Het publiek zal vermoedelijk massaal toestromen. Staat ‘gezondheid’ immers niet altijd bovenaan het verlanglijstje van individuele burgers?
Er is slechts één maar… Wij artsen zijn nog lang niet zo professioneel uitgerust als volleerder en traditioneler sporters. Bovendien is ons instrumentarium – en zeker dat van de huisarts – nogal beperkt: wat gezond verstand, enige kennis, een pluis/niet-pluisgevoel, lichamelijk onderzoek, en een paar open oren en zintuigen. Hm, nu ik er goed over nadenk is dit toch een groot minpunt. Onze uitrusting is wellicht te beperkt, en dat is een handicap. Ach, nu zie ik plotseling de oplossing. Geneeskunde hoort thuis op de Paralymics! Iemantsverdriet
Reacties
Er zijn nog geen reacties.