Het gebruik van psychofarmaca is in de jaren negentig sterk toegenomen. Merkwaardig, want Nederlanders zijn traditioneel geen enthousiaste ‘slikkers’. Worden wij steeds depressiever? Is er sprake van een hyperactieve hype? Hebben we hier te maken met een maatschappelijk relevante verandering van opvattingen en gedrag? Het antwoord is: ja. Het Rathenau Instituut heeft een historisch onderzoek laten doen naar de opkomst van twee (soorten) middelen: de moderne antidepressiva (de SSRI's) en Ritalin ®. De onderzoekers laten aan de hand van documenten en interviews met sleutelfiguren zien dat in beide gevallen vergelijkbare processen een rol spelen. Allereerst is daar het doorbreken van het taboe op psychische problemen. De grens tussen normaal en afwijkend is sinds de antipsychiatrie geleidelijk vervaagd. Men kreeg oog voor het normale bij de geesteszieke en het afwijkende bij de zogenaamd gezonde. Dit heeft, paradoxaal genoeg, op den duur geleid tot een gemakkelijker accepteren van medicamenteus ingrijpen bij allerlei levensproblemen. Dit proces is bevorderd door een toenemende aandacht voor biologische aspecten. ‘Depressie is een ziekte, geen teken van zwakte.’ De DSM, het classificatiesysteem van de Amerikaanse psychiatrie, is een spilfunctie gaan vervullen. Voldoen aan de op consensus gebaseerde criteria van een DSM-diagnose heeft de betekenis gekregen van het hebben van een ziekte. Daarbij werden de ziektecriteria in de loop van de tijd verruimd en het aantal te onderscheiden ziektecategorieën drastisch uitgebreid. De mogelijkheden om alledaagse levensproblemen te ‘psychiatriseren’ en te medicaliseren, zijn sterk toegenomen volgens de onderzoekers. De farmaceutische industrie verkondigt het ‘bio-optimisme’ tijdens gesponsorde nascholing voor huisartsen. De media dragen dezelfde boodschap uit in op het grote publiek gerichte voorlichtingsprogramma's. Een extra probleem daarbij is het terugtreden van de overheid en de daardoor groeiende invloed van de industrie op het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Wachtlijsten voor psychotherapeutische hulpverlening en het verplaatsen van de problemen naar toch al druk bezette huisartsen doen de rest. De laatste twijfelaars laten zich ten slotte overtuigen door de kennelijke werkzaamheid van de nieuwe middelen. Moeten we ons zorgen maken? Misschien, de onderzoekers geven geen waardeoordeel. Ze constateren slechts dat de grens tussen ziek en gezond steeds verder is opgeschoven onder invloed van commerciële krachten, dat steeds meer mensen bereid zijn om afwijkend gedrag met medicijnen te behandelen, en dat daarmee de ‘cosmetische psychofarmacologie’, dat is de situatie waarbij suboptimale maar niet apert afwijkende gevoelens en prestaties met medicatie worden verbeterd, snel dichterbij komt. De onderzoekers pleiten beleefd voor een open maatschappelijk debat.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.