Praktijk

Bijoortje

Gepubliceerd
15 januari 2024
Leestijd
4
minuten
Een bijoortje is een aangeboren afwijking. Bijoortjes zijn meestal onschuldig, maar kunnen geassocieerd zijn met erfelijke nierafwijkingen en gehoorstoornissen, en met een aantal zeldzame syndromen. Daarom is een goede anamnese en gedegen lichamelijk onderzoek aan te raden.
0 reacties
Close-up van bijoortjes bij een klein kind
© Huidziekten.nl

De kern

  • Bijoortjes zijn papeltjes die zich voor het oor bevinden. Ze bevatten meestal kraakbeen.

  • Bijoortjes zijn meestal onschuldig, maar een goede (familie)anamnese en gedegen lichamelijk onderzoek zijn aan te raden om een eventuele zeldzame aandoening uit te sluiten.

  • Een bijoortje is vanaf de geboorte aanwezig; indien gewenst kan het (chirurgisch) worden verwijderd.

Het bijoortje is een vleesachtig papeltje dat in de meeste gevallen een kern van kraakbeen bevat [figuur]. Het bevindt zich meestal anterior van de tragus of de helix. In zeldzamere gevallen kan het zich op de wang of anterior van de musculus sternocleido­mastoideus bevinden. Het bijoortje is vanaf de geboorte aanwezig en verandert niet in de tijd. Meestal is er unilateraal 1 bijoortje, maar ze kunnen ook multipel of bilateraal voorkomen.

Bijoortje
Figuur | Bijoortje
© Just Eekhof

Etiologie en pathogenese

In week 5 van de embryonale ontwikkeling begint de aanleg van de oorschelp uit de eerste en tweede kieuwboog. Op de kieuwbogen ontstaan heuveltjes weefsel die in de verdere ontwikkeling naar dorsaal verschuiven. De tragus is het enige deel van het oor dat uit de eerste branchiale boog ontstaat. Het bijoortje is eigenlijk een extra stukje tragus. Bijoortjes zijn, zoals veel andere aandoeningen aan het oor, geassocieerd met nierafwijkingen en gehoorstoornissen. Ze komen ook voor bij een aantal syndromen met multipele aangeboren afwijkingen (goldenharsyndroom, CHARGE-associatie, townes-brockssyndroom, branchio-otorenaal syndroom, nagersyndroom, miller­syndroom, diabetische embryopathie). Het risico op nier- of gehoorafwijkingen is vooral verhoogd bij een positieve familie­anamnese voor gehoorstoornissen of nierafwijkingen. 1 7 Als het geïsoleerd voorkomt, zonder nierafwijkingen of familiaire gehoorstoornissen, is een bijoortje alleen een cosmetische afwijking. Het verdwijnt nooit uit zichzelf en zal, als dat gewenst of noodzakelijk is, operatief moeten worden verwijderd.

Waarmee komt de patiënt?

De ouders van de pasgeborene (maar soms wordt het bijoortje pas later ontdekt) willen weten wat dat bobbeltje bij het oor is: of het kwaad kan, of het vanzelf weggaat en of het weggehaald kan worden. Sommige­­ ouders hebben vragen over gehoorstoornissen en nierafwijkingen, omdat ze daarover (bijvoorbeeld via de verloskundige) gehoord of gelezen hebben.

Differentiaaldiagnose

In de differentiaaldiagnose staan epidermoïdcyste (niet aanwezig bij de geboorte en groeiend in de tijd), bronchiale cysten en fistels (voornamelijk posterieur van de musculus­ sternocleidomastoideus) en andere verhevenheden van de (sub)cutis zoals poliep, benigne papilloom, fibroom en lipoom.

Epidemiologie

In Nederland is de prevalentie van het bijoortje 1,7 per 1000 levendgeborenen. De prevalentie van ICPC-code H80 (aangeboren afwijkingen van het oor) is 1,5; de incidentie 5,4–5,7 per 1000 levendgeborenen. 8 In China en Turkije worden hogere prevalenties gevonden, van respectievelijk 2,2 en 4,3 per 1000 levendgeborenen. 9

Anamnese en onderzoek

Anamnese

  • Wanneer is het bijoortje ontdekt?

  • Is het na verloop van tijd van grootte, vorm of kleur veranderd?

  • Komen in de familie bijoortjes, gehoorstoornissen, oorafwijkingen of nierafwijkingen voor?

  • Heeft de moeder tijdens de zwangerschap diabetes gehad?

  • Heeft het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) de screening op oto-akoestische emissies (OAE) gedaan en wat was daarvan de uitkomst?

Lichamelijk onderzoek

Het bijoortje voelt zacht aan bij palpatie, kan gesteeld zijn, bestaat soms uit meerdere huidlobjes en kan een stevige kern (van kraakbeen) bevatten. Het is belangrijk eventuele afwijkingen op te sporen die bij een syndroom passen: asymmetrie van het gelaat, defecten aan ooglid, iris en retina, afwijkingen in de mondholte (is het gehemelte gesloten?), kaakhypoplasie, geruisen over het hart, afwijkingen aan de distale ledematen, gesloten of anterieur geplaatste anus.

Wat is aangetoond?

In een systematische review werd bij pasgeborenen een incidentie van 0,15-3,2% beschreven en was 6% van de afwijkingen bilateraal. De afwijkingen verschilden van een simpel papeltje voor het oor tot gelobde afwijkingen met kraakbeen. 10

Bijoortjes zijn meestal onschuldig, maar een goede (familie)anamnese en gedegen lichamelijk onderzoek zijn aan te raden om een eventuele zeldzame aandoening uit te sluiten. De onderzoeken naar de noodzaak van nadere diagnostiek spreken elkaar tegen en zijn niet altijd goed met elkaar te vergelijken. 11 , 12

Aanvullend onderzoek

Als bij anamnese en lichamelijk onderzoek geen andere afwijkingen gevonden zijn behalve het bijoortje, is aanvullend onderzoek niet nodig.

Een echo van de nieren wordt alleen geadviseerd als er ook andere malformaties of dysmorfe kenmerken zijn, als de familieanamnese positief is voor nierafwijkingen of als de moeder diabetes had tijdens de zwangerschap.

Als de OAE-screening niet al via het CJG gebeurd is en de familieanamnese voor afwijkingen aan het oor of gehoorstoornissen positief is, is een (klinisch) gehooronderzoek alsnog aan te raden.

Beleid

Afwachtend beleid

Wanneer er geen aanwijzingen zijn voor gehoor- of nierpathologie, stel dan de ouders gerust en leg uit dat het bijoortje een onschuldige afwijking is. Benadruk dat hun kind geen verhoogde kans op nier- of gehoorafwijkingen heeft. Bespreek met de ouders of ze het bijoortje willen laten zitten en zo nee, op welke leeftijd ze het zouden willen laten weghalen.

Chirurgie

Als het bijoortje een smalle steel heeft, kan de huisarts het gemakkelijk zelf weghalen. Als het bijoortje een brede basis heeft of kraakbeen bevat, kan het verwijderen beter aan een chirurg overgelaten worden. Door het aanwezige kraakbeen geneest de wond soms lastig en kan chondrodermatitis ontstaan. Kraakbeen moet dan ook zorgvuldig verwijderd worden.

Wanneer verwijzen?

Het advies luidt om bij een verhoogde kans op nierafwijkingen een echo van de nieren en bij een verhoogde kans op gehoorstoornissen een gehoortest te doen. In principe krijgen alle kinderen in Nederland een OAE-screening via het CJG; dit is voldoende om gehoorstoornissen uit te sluiten. Bij een vermoeden dat het bijoortje onderdeel is van een syndroom moet het kind worden verwezen naar een kinderarts. Bij twijfel of het om een bijoortje of om een andere epidermale afwijking gaat, kan het kind naar een dermatoloog verwezen worden. Verwijs voor excisie van een bijoortje naar een chirurg, tenzij het een smalle basis heeft.

Preventie en voorlichting

Benadruk bij de voorlichting dat het bijoortje (meestal) een goedaardig karakter heeft.

Kleine Kwalen Online

De kleine kwaal Bijoortje is tijdelijk - tot 12-02-2024 - gratis in te zien op Kleine Kwalen Online. 

Van Dun T, Eekhof JA. Bijoortje. Huisarts Wet 2024;67:DOI: 10.1007/s12445-023-2433-2.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.
Deze bijdrage in de serie Kleine kwalen is een bewerkte versie van het hoofdstuk dat eerder is gepubliceerd in het boek Kleine kwalen bij kinderen onder redactie van Just Eekhof, Sjoerd Bruggink, Marissa Scherptong-Engbers, Annemarije Kruis en Tobias Bonten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2022. Publicatie gebeurt met toestemming van de uitgever.

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen