Wanneer zou de griepvaccinatiecampagne het beste van start kunnen gaan? Om hier een goed antwoord op te geven is het belangrijk te weten wanneer een griepepidemie op zijn vroegst te verwachten valt. De methodologische verantwoording van deze rubriek treft u aan op onze website: www.nhg.org.
Historische griepepidemieën
In de twintigste eeuw is de wereld getroffen door drie pandemieën: de Spaanse griep (1918-’19), de Aziatische griep (1957-’58) en de hongkonggriep (1968-’70). Met ongeveer 40 miljoen doden heeft de Spaanse griep de meeste indruk gemaakt. In 1933 werd het influenzavirus aangetoond en kon bewezen worden dat influenza overdraagbaar is van dier op dier, van dier op mens en van mens op mens. In het begin van de jaren zeventig werd begonnen met influenzavaccinatie voor risicogroepen.
Griepsurveillance
In 1949 besloot de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) tot de surveillance van influenza. De eerste registraties gingen aan het begin van de jaren zestig van start, waarbij huisartsen vastlegden hoe vaak influenzaachtige ziektebeelden (IAZ) onder de bevolking van Engeland en Wales voorkwamen. IAZ is klinisch niet te onderscheiden van influenza, maar kan ook door andere virussen, zoals het RS-virus worden veroorzaakt. In Nederland begon in 1970 een landelijk netwerk van huisartsenpraktijken, de CMR-peilstations, met de IAZ-registratie. Vanaf 1992 nemen artsen verbonden aan peilstations in een toenemend aantal Europese landen, waaronder Nederland, bij patiënten met IAZ een neus- en keelwat af voor virologisch onderzoek.
Grote variatie in aanvang en duur griepepidemie
We spreken van een epidemie zodra het aantal IAZ-gevallen per 10.000 patiënten per week boven een bepaalde ondergrens uitkomt. Deze ondergrens werd voor elk seizoen berekend door van de eerste 5 weken van een seizoen en de eerste 5 weken van het voorgaande en volgende seizoen het gemiddelde aantal IAZ-gevallen per 10.000 te berekenen, en daarbij 2,5 maal de standaarddeviatie op te tellen. Als minimum werden 6 IAZ-gevallen per 10.000 aangehouden, óók als de berekende ondergrens lager lag – zoals in alle seizoenen na 1993/1994 gebeurde. Analyse van 35 griepseizoenen laat zien dat er grote variatie is in aanvang en duur (figuur). Het begin van een epidemie lag meestal eind december, maar varieert van half november tot begin maart. De duur van de epidemie varieert van enkele weken tot ruim 4 maanden, maar beslaat gemiddeld 11 weken. Epidemieën kunnen tot in mei aanhouden. Soms werd de epidemie onderbroken door één of meerdere weken waarin minder griepgevallen voorkwamen. In de seizoenen 1978/’79, 1979/’80 en 1984/’85 was deze onderbreking lang genoeg om te spreken van twee afzonderlijke epidemieën, veelal veroorzaakt door twee verschillende influenzastammen. De piek van de epidemie valt doorgaans begin februari.
Wanneer vaccineren?
Hoewel er een sterke individuele variatie bestaat, blijkt dat de meeste mensen 2 à 3 weken na vaccinatie een maximale antistoftiter hebben bereikt. Daarna neemt de titer geleidelijk af, maar deze blijft gedurende vijf maanden voldoende hoog om bescherming te verlenen. Om met één vaccinatie te kunnen volstaan, lijkt vaccinatie eind oktober/begin november (week 43/44) de grootste kans te bieden om zowel tegen een vroege als een late epidemie bescherming te geven. Dit is overeenkomstig de NHGStandaard. Vroeger vaccineren is niet aan te bevelen.
De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd met gegevens die van 1970-2006 werden geregistreerd door huisartsen die deel uitmaken van de Continue Morbiditeits Registratie Peilstations Nederland. Dit netwerk bestaat uit een groep van ongeveer 45 huisartsenpraktijken verspreid over Nederland die 1% van de Nederlandse patiëntenpopulatie representeert. De samenstelling is representatief wat betreft de geografische spreiding en de mate van stedelijkheid. Voor meer informatie over de huidige griepsituatie in Nederland en Europa kunt u terecht op de website: www.nivel.nl/griep.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.