In de huisartsenpraktijk krijgen we te maken met een zeer grote variëteit aan klachten, waar bovendien niet altijd onderzoek over bestaat. Richtlijnen geven een basis, maar het helpt ook als je gewezen wordt op iets wat je niet eerder zag. Zo herinner ik me goed mijn eerste patiënte met pityriasis rosea. Ik had geen idee wat ik ervan moest maken, maar mijn opleider hielp me na 1 blik uit de brand. Fascinerend vond ik het, hoe je in 1 oogopslag een puzzel kon oplossen.
Er zijn ook diagnosen die minder frequent voorkomen, maar die je net als pityriasis rosea zó stelt als je ze eenmaal herkent, zoals mucoïdcyste, of jicht tophi. Soms is een tip van een collega of een casuïstiekbeschrijving de sleutel om iets van een naam te kunnen voorzien, wat je ervoor het label ‘geen flauw idee, maar het kan vast geen kwaad’ had gegeven. Dat gold bij mij bijvoorbeeld voor een epulis gravidarum en de ziekte van Sever (google even als u ze nog niet kent).
Dus ziet u iets interessants in de spreekkamer? Deel het eens in een casuïstiekbespreking op uw praktijk, of in Huisarts & Wetenschap. Uw collega’s zullen u dankbaar zijn.
Wendy Borneman, voorzitter Raad van Bestuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.