Casus
Patiënt: Een 63-jarige vrouw bezoekt het spreekuur van de huisarts.
Voorgeschiedenis: Blanco.
Medicatie: Geen.
Anamnese: Patiënte heeft zich vandaag voor het eerst ziek gemeld op haar werk. Ze werkt al 32 jaar in hetzelfde kinderdagverblijf en heeft nog nooit een dag verzuimd. Maar nu gaat het niet meer: ze is al weken diep vermoeid. Bij geringe activiteit – zoals enkele meters lopen, een kind tillen, licht huishoudelijk werk – voelt ze zich uitgeput en kortademig. Er is geen pijn op de borst, in bed wordt ze soms kortademig wakker, maar ze hoeft ’s nachts niet te plassen. Ze heeft een beetje enkeloedeem, maar dat heeft ze in de zomer altijd (‘familiekwaaltje’). Op het werk is er al jaren onderbezetting. Zij draait daarom steeds onbetaald overuren en werkt extra hard. Haar zus zegt dat ze een burn-out heeft, maar ze vindt dat zelf ‘niet bij haar passen’. Ze denkt eerder aan bloedarmoede. Ze leeft gezond, drinkt zelden alcohol en heeft nooit gerookt. Ze is alleenstaand.
Lichamelijk onderzoek: Bloeddruk 108/68 mmHg. Pols 70/min, regulair. Saturatie 98%. Hart: normale tonen, geen souffle. Longen: symmetrisch, vesiculair ademgeruis zonder bijgeluiden. Enkels: gering oedeem.
De huisarts verricht bloedonderzoek gericht op vermoeidheid, inclusief BNP in verband met de inspanningsintolerantie, dyspneu en orthopneu. De uitslagen zijn allemaal normaal, behalve het NT-proBNP: 197 pmol/l (normaalwaarde 29 pmol/l voor vrouw onder de 64 jaar). Er volgt een ecg.
Opgave
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
