Wetenschap

Een zwak hart

Gepubliceerd
10 november 2005

Risicofactoren voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten zijn er in soorten en maten. Een eenvoudige optelsom lijkt voldoende om het absolute risico op acute hartdood te berekenen. Vaak moeten er wel allerlei interacties in de berekening opgenomen worden en is er een zekere bandbreedte; aan nauwkeurige voorspellingen wagen artsen zich zelden. Soms treden er onverwachte en zeldzame interacties op die een fatale afloop onvermijdelijk maken. In de literatuur is een bijzondere fatale interactie beschreven tussen een dominee met een zwak hart en een dokter met een zwak voor diens vrouw. De Zweedse auteur Hjalmar Söderberg (1869-1941) beschreef deze interactie in zijn boek Dokter Glas, dat in 1905 verscheen. Dokter Glas slijt zijn jaren als huisarts. Hij besluit zijn gedachten en ervaringen aan het papier toe te vertrouwen, waarbij hij de lezer ervoor waarschuwt dat hij niet alles zal vertellen, maar alles wat hij schrijft zal waarheidsgetrouw zijn. Zijn mijmeringen lopen uiteen van lyrische beschrijvingen van de natuur en praktische overwegingen over de voor- en nadelen van buitenshuis eten tot regelrechte misantrope gedachten over de mens en zijn aard. Hij beschouwt zichzelf als een buitenstaander. De standpunten die hij tijdens de uitoefening van zijn beroep inneemt, lijken in eerste instantie meer door fatsoens- en pragmatische overwegingen bepaald dan door morele overwegingen. Dokter Glas is een eenzaam mens, de liefde is aan hem voorbijgegaan. Hij lijkt daar niet echt rouwig om te zijn omdat hij in zijn spreekkamer vaak geconfronteerd wordt met de treurige gevolgen van verliefdheid en liefde of wat daarvoor doorgaat. Hemzelf zijn die treurige gevolgen bespaard gebleven. Het eerste meisje waar hij in zijn jeugd verliefd op werd, verdronk voordat zij elkaar nader hadden leren kennen. Als de vrouw van dominee Gregorius zijn spreekuur voor de eerste keer bezoekt, lijkt er sprake van het fenomeen dat we allemaal regelmatig tegenkomen: de ‘echte’ reden voor haar komst wordt niet duidelijk, ze vlucht de spreekkamer uit met een verontschuldiging. Pas bij haar tweede bezoek komt ze ter zake: ze wil niet meer met haar echtgenoot naar bed, hij staat haar fysiek tegen. De dokter kan zich daar alles bij voorstellen. Zijn eerste beschrijving van de dominee laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Ze wil haar man om medische redenen de toegang tot het echtelijk bed ontzeggen. Glas geeft haar die verklaring, waar hij anders meestal weigert verklaringen af te geven. Gregorius houdt zich echter niet aan het gebod en neemt zijn vrouw met geweld. Huilend komt zijn vrouw weer bij Glas, en bekent hem dan dat er een nog andere reden is voor haar verzoek. Zij is verliefd op een ander en kan daarom haar man niet meer in haar nabijheid velen. Ze is radeloos en weet niet hoe het verder moet. Als kort daarop Gregorius zijn spreekkamer bezoekt, besluit Glas het over een andere boeg te gooien. De dominee heeft lichte hartklachten. Glas misbruikt op subtiele wijze zijn positie zoals uit bovenstaand fragment blijkt, en adviseert de dominee om zich de komende maanden niet aan enige seksuele activiteit te wagen omwille van zijn eigen gezondheid. Hij raadt hem dringend aan zich ook niet in verleiding te laten brengen en daarom de zomerperiode gescheiden van zijn vrouw door te brengen. De dominee schikt zich met enig gemor in zijn lot en vertrekt uit de stad. Helga, de domineesvrouw, heeft een rustige tijd, waarin ze haar geliefde af en toe ongestoord kan ontmoeten. Dan keert de dominee terug naar de stad en zijn vrouw wendt zich weer radeloos tot Glas. De afwezigheid van haar man heeft haar afkeer alleen maar doen toenemen. Zij neemt een steeds grotere plaats in Glas’ gedachten en geleidelijk aan overtuigt hij zichzelf van de noodzaak en de juistheid van zijn besluit om haar te helpen. Daarbij spelen allerlei overwegingen een rol. Wiens belang moet hij dienen, dat van Helga of dat van haar man, waar is de samenleving meer mee gebaat: een hypocriete dominee of een gelukkige vrouw? Is het verantwoord om niet in te grijpen als de ene mens de andere mens volslagen ongelukkig maakt? Natuurlijk valt op dat laatste wel wat af te dingen, want hoe zit het dan met Helga’s eigen verantwoordelijkheid: hoe is zij in deze positie terechtgekomen? Glas vraagt zich dat ook wel af, maar vindt een bevredigend excuus in een samenleving die het een vrouw onmogelijk maakt om te scheiden van een man van wie ze niet houdt, omdat ze na een scheiding een paria wordt. Met het afgeven van een verklaring die niet helemaal deugt, maar die wel in het belang van zijn patiënte is, begeeft Glas zich op een hellend vlak. Een begrijpelijke misstap die de meeste artsen wel eens gemaakt hebben, met de beste bedoelingen. Maar Glas gaat verder. Als zijn mogelijkheden om Gregorius op medische gronden uit haar slaapkamer te bannen uitgeput zijn, rijpt er een sinister plan in zijn hoofd. Hij heeft ooit voor zichzelf een paar capsules met cyaankali gemaakt, om op elk gewenst moment zijn leven te kunnen beëindigen. Iemand met een zwak hart kan een plotselinge dood sterven, een natuurlijke dood die geen aanleiding geeft tot nader onderzoek. Dominee Gregorius moet die dood maar sterven, en liefst zo dat Glas er niet bij betrokken lijkt te zijn. Mocht hij toch verdacht worden, als er sectie gedaan wordt, dan heeft hij nog een capsule voor eigen gebruik. Gregorius sterft, nadat hij de capsule die Glas hem onder een voorwendsel aanbiedt, zelf heeft ingenomen op een terras onder het toeziend oog van een politieagent. Glas gaat vrijuit en weet dat Helga nooit zijn geliefde zal worden. ‘Mij is het leven voorbijgegaan’. Hij wacht op de sneeuw die alles zal bedekken. Dokter Glas is volledig over de schreef gegaan, hij heeft een patiënt koelbloedig vermoord, hij heeft daarbij zijn medische (voor)kennis optimaal ingezet. Geen enkel tuchtcollege of rechtbank zal verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen, daar bestaat geen twijfel over. Maar toch... De tegenstrijdige gevoelens, de strijd met het eigen geweten en de medische moraal, kortom de worsteling van dokter Glas is herkenbaar. Söderberg beschrijft een dilemma dat artsen vaker tegenkomen in de spreekkamer. Het zien van door anderen veroorzaakt lijden en de kennis van omstandigheden waarin sommige patiënten verkeren, roepen boosheid en het verlangen om in te grijpen op, ook waar dat maatschappelijk en ethisch niet toegestaan is. Soms leidt niet-ingrijpen tot doden en dan laait de discussie weer hoog op: hulpverleners hebben gefaald, een andere aanpak had mogelijk de dood van een mishandeld kind kunnen voorkomen. Zo simpel ligt het niet, het recht op de vrijheid van het individu om eigen leven vorm te geven, is per definitie een bron van conflicten, waarvoor het strafrecht de juridisch toelaatbare grenzen bepaald heeft. Daar komen de morele grenzen niet altijd mee overeen. Söderberg verkent in zijn boek deze grenzen en geeft een indringende beschrijving van een dilemma, dat in deze vorm niet alledaags is, maar dat wel veel raakvlakken vertoont met andere, vaker voorkomende dilemma’s. Voor dilemma’s zijn per definitie geen goede oplossingen. Er is ook geen bevredigende oplossing voor het dilemma van dokter Glas. Ingrijpen mag niet, maar nietsdoen kan tot een fatale afloop leiden, de suïcide van Helga. Dokter Glas liet zijn hart spreken en koos een niet toegestane uitweg uit het dilemma.

Literatuur

  • 1.Hjalmar Söderberg. Dokter Glas. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2004.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen