Redactioneel

Gemoedstoestanden

Gepubliceerd
16 april 2024
Leestijd
1
minuut
Het is somber gesteld met het signalerings- en diagnostisch vermogen van huisartsen bij bipolaire stoornissen. Of wij ons niet wat energieker en actiever kunnen richten op het tijdig herkennen en behandelen ervan? Deze oproep doet Beekman et al, in H&W (publicatiedatum 6 mei).
2 reacties
Gijs Baaten redactioneel
© Vincent Boon

Dat bipolaire stoornissen weinig of te laat herkend worden, blijkt volgens auteurs uit de vergelijking van de prevalentiecijfers in de algemene bevolking (lifetime-prevalentie 2,1%) met de huisartsenpraktijk (0,16% gedurende een onderzoeksperiode van 11 jaar). Echt waar? Ik denk niet dat je cijfers uit bevolkingsonderzoek zomaar mag vergelijken met geregistreerde diagnoses bij de huisarts. In niet-geselecteerde patiëntengroepen is de positief voorspellende waarde van een onderzoek in de regel te laag (lees: onterechte diagnoses). Bovendien is het voldoen aan een DSM-classificatie niet hetzelfde als het ‘hebben van een stoornis’ en zegt het nog onvoldoende over de ernst. Het is dus hoog tijd voor cijfers uit de ggz waaruit blijkt dat de huisarts er te laat aan heeft gedacht.

Toch moet ik toegeven dat ik bij het vervolgen van mijn patiënten met een depressie of bij kinderen van patiënten met een bipolaire stoornis vaker actief kan vragen of zij ooit een ongewoon energieke of drukke episode hebben doorgemaakt. Om zo eventuele latere ellende te voorkomen. Beekman et al. geven daarvoor nuttige, praktische tips en beschrijven ook wat tijdige herkenning kan opleveren en wat je als huisarts kunt doen. Dan nog is het stellen van de diagnose niet altijd makkelijk, gezien de overlap met andere ziektebeelden, zoals de unipolaire depressie, de borderlinepersoonlijkheidsstoornis en ADHD. En wat te denken van het potentiële (zelf)stigma van een (mogelijk onterechte) vroege (waarschijnlijkheids)diagnose? Het advies om bij twijfel laagdrempelig met een psychiater te overleggen of door te verwijzen lijken mij in het licht van voornoemde prevalentiecijfers en de verstopte ggz onrealistisch. Maar laat ik ophouden met somberen. De oproep is nu juist om wat meer oog en oor te hebben voor de opgewekte, energieke kant.

Reacties (2)

Hans- Boudewij… 19 april 2024

Het is bijzonder aardig om te vernemen dat de huisarts deze diagnose te laat herkent. Als huisarts zou ik ook een spiegel willen voorhouden aan de GGZ. Als huisarts meen ik (zeer) af en toe een bipolaire stoornis waar te nemen, maar de GGZ meent dat ik dan spoken zie! Een persoon bijvoorbeeld fietste ontkleed door het dorp, schreeuwde voor het stadhuis allerlei grensoverschrijdende teksten, deed aankopen waarvan de reikwijdte niet werd overzien enz. enz.  Ik behandelde deze patiënt uiteindelijk zelf met een stemminsstabilisator, omdat de GGZ waar ik de patiënt naar verwees deze diagnose meende niet te kunnen stellen. De patiënt knapte op van de behandeling van de huisarts en kwam uiteindelijk gestabiliseerd onder controle van de GGZ. 

Anne-Floor Kallen 19 april 2024

,

Verder lezen