‘Hoopt op een uitje naar het ziekenhuis’, diagnosticeert de bewaarder alvast voor mij. ‘Daar hebben we natuurlijk de tijd en mankracht niet voor’, helpt hij me verder, alsof de afweging wel of geen acuut coronair syndroom (ACS) al niet moeilijk genoeg is.
Voorbij de dikke deur in het witte tl-licht van een kleine cel tref ik een ogenschijnlijk niet-zieke 40-jarige man, die ‘bang is aan zijn end te kommen’. ‘Zo’n steken op mijn borst! Krijg geen lucht!’ De anamnese is gelukkig atypisch, de voorgeschiedenis blanco en de lichamelijke controles zijn goed. Opgelucht en nog steeds geflankeerd door 3 bewaarders stel ik hem gerust. Als ik doorvraag hoor ik dat de muren op hem afkomen. Als de rechter besluit dat hij schuldig is, volgt mogelijk een jarenlange gevangenisstraf. ‘Dan mis ik de geboorte van mijn tweede kind.’ Hij slaat zijn ogen neer.
Mensen die in detentie zitten hebben zowel voor als na detentie hoge en complexe gezondheidsbehoeften, melden Groenewegen et al. in deze H&W. Vergeleken met niet-gedetineerden hebben zij vooral meer psychische en sociale problemen, maar ook vaker bepaalde lichamelijke problemen. De onderzoekers konden geen gezondheidsverslechterend effect van detentie aantonen, maar de gezondheid werd er ook niet beter van. Het maakt veel uit hoe een gedetineerde de detentie heeft ervaren en hoe zij/hij is behandeld. De onderzochte gedetineerden kwamen relatief vaak met psychische problemen bij de huisarts.
Weggerukt worden uit de maatschappij. Alleen zijn. Er alleen voor staan. Ik besef dat ik weinig kennis heb van de specifieke gezondheidsproblemen van gedetineerden. Meer aandacht voor deze kwetsbare groep, ook buiten de gevangenis, helpt mogelijk om adequaat in te spelen op hun zorgbehoeften. Want mijn patiënt had weliswaar geen ACS, zijn hart was wel geketend.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.