Aan deze special publication van het CPB hebben naast de genoemde auteurs veel deskundigen uit het veld hun medewerking verleend door het geven van interviews of commentaar. Het rapport beschrijft opzet en uitkomsten van een onderzoek naar de effecten van marketing door de farmaceutische bedrijven op het voorschrijfgedrag van artsen en gaat na wat deze betekenen voor ons welvaartsniveau. Tevens inventariseren de onderzoekers welke beleidsopties zouden kunnen bijdragen aan een vermindering van eventuele negatieve effecten op de welvaart. Het onderzoek maakt deel uit van een ambitieus project dat ten doel heeft een model voor de Nederlandse gezondheidszorg te ontwikkelen. Voor de beantwoording van de vragen werden verschillende methoden toegepast: literatuuronderzoek, interviews met deskundigen en analyse van de beschikbare marketinggegevens die betrekking hebben op artsenbezoek, advertenties en mailing voor enkele geneesmiddelmarkten (onder meer hypertensie, ulcus, astma, cholesterol en depressie) uit de periode 1994-99. De relevantie van het onderwerp is bekend: farmaceutische bedrijven besteden 20% van hun omzet aan marketing. Deze kosten worden indirect uit de publieke middelen (premies) gefinancierd doordat iedere Nederlander verzekerd is voor de kosten van receptgeneesmiddelen. Marketing leidt in de eerste plaats tot een positief hoeveelheidseffect: er wordt meer voorgeschreven. Het verlaagt echter ook de prijsbewustheid van de arts nog verder (en daarmee het welvaartsniveau). Beleid op dit gebied is dus zeker zinvol. De auteurs selecteren twee mechanismen van farmaceutische marketing die mogelijkheden bieden voor beleidsvoorstellen: de materiële relatie tussen artsen en farmaceutische bedrijven en de onjuiste beeldvorming van het nieuwe geneesmiddel bij de arts. Zo stellen zij onder meer voor een orgaan in te stellen dat, onafhankelijk van artsen en geneesmiddelproducenten, postmarketingonderzoek beoordeelt op zijn wetenschappelijke kwaliteit en de vergoeding voor deelname daaraan door artsen maximeert en dat bovendien nascholing voor artsen accrediteert. Een andere voorstel is zowel organisaties die de regels voor accreditatie overtreden als farmaceutische bedrijven uit te sluiten van het (laten) organiseren van nascholing. Deze plannen klinken mij als redactievoorzitter van het Geneesmiddelenbulletin als muziek in de oren. Of zij politiek haalbaar zijn, lijkt mij zeer de vraag. Deze publicatie kan ik ieder die geïnteresseerd is in prescriptie van harte aanbevelen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.