Samenvatting
Inbreng van de patiënt
Afweging door de huisarts
Delegeren van taken
-
De huisarts overweegt ADHD bij een kind dat overmatig druk, impulsief of onoplettend is en bij wie dit gedrag leidt tot duidelijke beperkingen in het functioneren in meerdere omgevingen (thuis, op school en onder leeftijdsgenoten).
-
Veel kinderen met druk, impulsief of onoplettend gedrag met lichte beperkingen in het functioneren voldoen niet aan de criteria voor ADHD, maar zij kunnen wel baat hebben bij dezelfde voorlichting, opvoedingsadviezen en opvoedingsondersteuning.
-
Diagnostiek en begeleiding van kinderen met ADHD kan in de huisartsenvoorziening worden aangeboden vanaf de leeftijd van zes jaar. Voorwaarden hiervoor zijn voldoende kennis en expertise, samenwerking met andere hulpverleners en periodieke evaluatie van de zorg en samenwerking.
-
De behandeling van een kind ouder dan 6 jaar met ADHD zonder een comorbide psychiatrische aandoening volgt een stappenplan waarbij wordt begonnen met voorlichting, ouder- en leerkrachtbegeleiding en eventueel gedragstherapie voor het kind.
-
Bij onvoldoende effect van gedragsmatige interventies kan de huisarts methylfenidaat voorschrijven in overleg met ouders, kind en andere behandelaren.
-
De huisarts controleert kinderen met ADHD periodiek. Daarbij wordt aandacht besteed aan de klachten, aan het effect van medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling en aan bijwerkingen van de medicatie.
Inleiding
Achtergronden
Gedragskenmerken
Diagnostische criteria voor ADHD in DSM-5
-
a) Vaak niet voldoende aandacht geven aan details en achteloze fouten maken.
-
b) Vaak moeite om de aandacht bij het spel of de taak te houden.
-
c) Lijkt vaak niet te luisteren bij direct aanspreken.
-
d) Volgt aanwijzingen vaak niet op en slaagt er niet in taken af te maken.
-
e) Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten.
-
f) Vermijdt vaak of heeft een afkeer van zich bezig te houden met taken die langdurige geestelijke inspanning vereisen.
-
g) Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten.
-
h) Wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels.
-
i) Is vaak vergeetachtig tijdens dagelijkse bezigheden.
-
a) Beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn stoel.
-
b) Staat vaak op in situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten.
-
c) Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten kan dit beperkt zijn tot gevoelens van rusteloosheid).
-
d) Kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten.
-
e) Is vaak ‘in de weer’ of ‘draaft maar door’.
-
f) Praat vaak excessief veel.
-
g) Gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vraag afgemaakt is.
-
h) Heeft vaak moeite op zijn beurt te wachten.
-
i) Stoort vaak anderen of dringt zich op.
Epidemiologie
Etiologie
Beloop
Richtlijnen diagnostiek
Anamnese
-
Hoe gaat het thuis?
-
Hoe gaat het op school?
-
Heb je vriendjes of vriendinnetjes?
-
Wat doe je in je vrije tijd, zit je op een club en hoe gaat dat?
-
tekenen van onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit (zie het [kader Diagnostische criteria voor ADHD in DSM-5]) door bijvoorbeeld de volgende vragen aan het kind te stellen:
-
organiseren: wie ruimt je kamer op, moet een van je ouders daarbij helpen?
-
vergeetachtigheid: wie denkt er aan de gymspullen?
-
onrust: ben je een wiebelaar, kun je aan tafel blijven zitten bij het eten?
-
moeite met wachten: kun je wachten met iets vertellen als een van je ouders telefoneert?
-
wanneer en waar (thuis, school, anders) de problemen optreden en waaruit die bestaan;
-
de leeftijd waarop de problemen zijn begonnen;
-
de frequentie en de duur van de problemen;
-
de invloed die de problemen hebben op het functioneren thuis, met vrienden en op clubs en op school (doubleren, onderpresteren, te laat komen, spijbelen). Betrek hierbij ook de geboortemaand (wie in zomer of herfst jarig is, hoort bij de jongsten van de klas);15
-
de ontwikkeling van het kind;
-
specifieke zorgen geuit door de school, de jeugdgezondheidszorg of anderen (bijvoorbeeld: schoolprestaties of schoolniveau lager dan advies, moeite met sociale interactie met klas- of clubgenoten, algehele leerachterstand), specifieke beperkingen (bijvoorbeeld met lezen, schrijven of rekenen), en in geval van schoolproblemen de eventueel reeds genomen maatregelen op school (bijvoorbeeld extra begeleiding);
-
ADHD of andere psychiatrische aandoeningen in de familie (‘Herkent u of uw partner iets van het gedrag van uw kind in uzelf of andere familieleden?’);
-
motorische problemen;
-
roken, alcohol- en middelengebruik (ook energiedrankjes);
-
gebruik van bèta-2-sympathicomimetica;
-
gehoor- of visusproblemen;
-
slaappatroon (onrustig slapen, inslaapproblemen);
-
psychosociale omstandigheden (pesten, scheiding van de ouders, overlijden van een familielid, misbruik).
Lichamelijk onderzoek
Overwegingen
-
a)Er is een vermoeden van gedrag passend bij ADHD wanneer wordt voldaan aan de volgende criteria:
-
tekenen van onoplettendheid, hyperactiviteit en/of impulsiviteit (zie Anamnese);
-
het gedrag doet zich voor in twee of meer omgevingen (thuis, school, omgang met leeftijdsgenoten, clubverband);
-
het gedrag leidt tot duidelijke beperkingen in het functioneren (bijvoorbeeld slechte sfeer in het gezin, lagere schoolprestaties, minder sociale contacten);
-
het gedrag is voor het twaalfde levensjaar aanwezig.
-
-
b)Het gedrag kan passen bij psychische, pedagogische of sociale omstandigheden:
-
normale leeftijdsgebonden sociaal-emotionele ontwikkeling;
-
complexe psychosociale omstandigheden;
-
verminderde pedagogische draagkracht van ouders, verzorgers of school;
-
leerstoornisleerstoornis (algemene of specifieke beperkingen);19
-
verstandelijke beperking.
-
- c)Het gedrag kan het gevolg zijn van somatische problematiek:
-
somatische aandoening (bijvoorbeeld gehoor- of visusprobleem);
-
bijwerking van een (genees)middel (bijvoorbeeld bèta-2-sympathicomimetica);
-
slaapprobleem (weinig slaap kan druk gedrag en concentratieproblemen veroorzaken).
-
- d)Het gedrag kan passen bij een psychiatrische aandoening:
-
oppositionele-opstandige stoornisoppositionele-opstandige stoornis: het kind ruziet met volwassenen en daagt uit, verliest vaak zijn kalmte, heeft grote moeite met gehoorzamen, heeft altijd de neiging tegen te zijn en iets anders te willen en heeft moeite om de spelregels van andere kinderen op te volgen;
-
normoverschrijdend-gedragsstoornisnormoverschrijdend-gedragsstoornis: het kind is gewelddadig of gemeen naar mensen of dieren, vernielt bewust andermans bezittingen, steelt of is betrokken bij delinquent gedrag;
-
angst- of stemmingsstoornis: het kind maakt zich veel zorgen of huilt vaak, heeft terugkerende gedachten aan de dood of suïcide, is snel angstig en durft weinig;
-
ticstoornis: plotselinge, snelle, herhaalde, niet-ritmische motorische bewegingen of vocale uitingen die langer dan een jaar aanwezig zijn;
-
autismespectrumstoornisautismespectrumstoornis: het kind heeft moeite met verbale en non-verbale communicatie, heeft repetitieve patronen in gedrag of interesses, heeft moeite om met veranderingen om te gaan;
-
middelenmisbruik.
-
Aanvullend onderzoek naar ADHD
-
aanwezigheid van voldoende kennis en expertise over ADHD (bijvoorbeeld bij een POH-GGZ Jeugd);
-
aanwezigheid van effectieve begeleidings- en behandelmogelijkheden;
-
samenwerking met een kinder- en jeugdpsycholoog of orthopedagoog-generalist die ADHD als aandachtsgebied heeft, met een kinder- en jeugdpsychiater, met een kinderarts die ADHD als aandachtsgebied heeft en met een jeugdarts (zie Samenwerking);
-
periodieke evaluatie van de zorg en van de samenwerking.
Evaluatie
-
probleemgedrag met lichte beperkingen in het functioneren;
-
ADHD zonder psychiatrische comorbiditeit;
-
ADHD met psychiatrische comorbiditeit;
-
ADHD met ernstige beperkingen in het functioneren;
-
ADHD bij een kind jonger dan zes jaar.
Richtlijnen beleid
Diagnose | Aanvankelijk beleid | Vervolgbeleid bij onvoldoende effect |
---|---|---|
Probleemgedrag met lichte beperkingen in het functioneren | voorlichting, opvoedingsadviezen | opvoedingsondersteuning, eventueel aanvullend onderzoek naar ADHD |
ADHD zonder psychiatrische comorbiditeit | voorlichting, begeleiding van ouder of leerkracht, eventueel gedragstherapie voor het kind binnen de huisartsenvoorziening of basis-GGZ | behandeling met methylfenidaat door huisarts of kinder- en jeugdpsychiater |
ADHD met psychiatrische comorbiditeitADHD met ernstige beperkingen in het functionerenADHD bij kind jonger dan zes jaar | verwijzing naar gespecialiseerde GGZ | behandeling en begeleiding door gespecialiseerde GGZ |
Beleid bij probleemgedrag met lichte beperkingen in het functioneren
Beleid bij ADHD zonder psychiatrische comorbiditeit
Voorlichting
-
maak duidelijk hoe belangrijk de omgeving voor het kind is en dat de ouders zelf degenen zijn die de meeste invloed hebben op het kind;
-
leg het verschil uit tussen onwil en onvermogen van het kind dat ADHD heeft;
-
geef inzicht in de neergaande vicieuze cirkel die ontstaat als de ouders het gedrag van een kind steeds als onwil benoemen: het kind reageert met boosheid en teleurstelling en lokt zo opnieuw negatieve reacties van de ouder uit, dat lokt weer boosheid en teleurstelling uit bij het kind, enzovoort.
-
Maak regels en dagindeling zo duidelijk mogelijk, met een grote mate van voorspelbaarheid, en structureer situaties zo veel mogelijk in handelen (regelmaat, vaste routines in regels), tijd (opstaan, eten, slapen), taal (korte, duidelijke zinnen en woorden) en ruimte (alles zijn vaste plaats). Bijvoorbeeld: op vaste tijden naar bed en opstaan; regelmatig eten aan tafel; geen computergebruik of andere elektronische communicatie voor het naar bed gaan; elke ochtend de dagplanning doorspreken.
-
Ondersteun het dagprogramma visueel met pictogrammen, een planbord, agenda of apps.
-
Beloon goed gedrag direct en ontmoedig ongewenst gedrag door er consequenties aan te verbinden. Het is belangrijk dit vooraf goed te bespreken met het kind.
-
Werk aan een positief en realistisch zelfbeeld voor het kind.
-
Betrek het kind bij de aanpak en bij mogelijke oplossingen. Maak afspraken waarnaar u later kunt verwijzen; zet ze zo nodig op schrift en maak er niet te veel tegelijk (maak een hiërarchie en begin met de belangrijkste).
-
Wees u ervan bewust dat kinderen met ADHD een groter probleem hebben met concentratie en hyperactiviteit als er hoge eisen aan ze worden gesteld, en ook bij opdrachten die niet uitdagend genoeg zijn (ze moeten dan extra gemotiveerd worden).
-
Zorg voor beweging: laat het kind klusjes doen waarbij het kan bewegen, zoek een geschikte sport of bewegingsactiviteit.
-
Houd er rekening mee dat het niet altijd meteen goed gaat: kinderen met ADHD hebben vaker uitleg en meer herhaling nodig dan anderen en het inslijten van routines kost meer tijd.
Begeleiding van ouders en leerkrachten; gedragstherapie voor het kind
-
Oudertrainingoudertraining: gedragstherapeutische oudertraining (mediatietherapie), in een groep of individueel, is gericht op het veranderen van het gedrag van het kind via de ouders. Ouders leren de omgeving te structureren en voorspelbaar te maken, en hun verwachtingen en eisen aan te passen aan de mogelijkheden van het kind. Verder leren zij gewenst gedrag nadrukkelijk te belonen en op ongewenst gedrag onmiddellijk te reageren met negatieve consequenties.
-
Leerkrachttrainingleerkrachttraining: gedragstherapeutische leerkrachttraining bestaat uit het leren invoeren van structureringsmaatregelen in de klas en uit het leren ontwerpen en uitvoeren van een geïndividualiseerd en gestructureerd beloningsprogramma, waarvan het direct reageren op ongewenst, niet-taakgericht gedrag en het nadrukkelijk positief reageren op adequaat en taakgericht gedrag de kern vormt.
-
Gedragstherapie voor het kind: dit behelst het aanleren van zelfregulatie- en probleemoplossingsstrategieën. Aanvullende behandelingen kunnen nodig zijn voor specifieke problemen, zoals beperkte sociale vaardigheden, een laag zelfbeeld of conflicten in het gezin.
Medicamenteuze behandeling
Stappenplan medicamenteuze behandeling bij kinderen van 6 jaar en ouder
-
Stap 1: start met 2 of 3 maal daags (afhankelijk van de gewenste behandelduur: acht of twaalf uur) een kortwerkende tablet methylfenidaat, uitgaande van 0,3 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Overweeg (bij 3 maal daags) een lagere laatste dagdosis om slaapproblemen te voorkomen. Geef de laatste dosis uiterlijk 4 uur voor bedtijd (meestal ongeveer om 16:00 uur).
-
Stap 2a: verhoog op geleide van effect en/of bijwerkingen de dosering kortwerkend methylfenidaat wekelijks met 2,5-5 mg per dosis. De maximale dosis is 2 mg/kg lichaamsgewicht per dag tot een maximum van 60 mg. De gebruikelijke onderhoudsdosering is 0,6-0,8 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 of 3 doses.
-
Stap 2b: vervang bij sterke reboundverschijnselen of problemen met therapietrouw de kortwerkende tablet door langwerkend methylfenidaat (zie [tabel 2]). Een preparaat met een werkingsduur van 8 uur kan even hoog worden gedoseerd als de kortwerkende 2 maal daagse dosis. Een preparaat met een werkingsduur van 12 uur moet iets hoger gedoseerd worden: eenmaal daags 18 mg komt overeen met 3 maal daags 5 mg.
Kortwerkend (4 uur) | Langwerkend (8 uur) | Langwerkend (12 uur) |
---|---|---|
2 dd 5 mg | 1 dd 10 mg | ter verlenging van 8 naar 12 uur: 1 dd 18 mg |
3 dd 5 mg | 1 dd 10 mg + 1 dd kortwerkend 5 mg | 1 dd 18 mg |
2 dd 7,5 mg | 1 dd 15 mg | ter verlenging van 8 naar 12 uur: 1 dd 27 mg |
3 dd 7,5 mg | 1 dd 15 mg + 1 dd kortwerkend 7,5 mg | 1 dd 27 mg |
2 dd 10 mg | 1 dd 20 mg | ter verlenging van 8 naar 12 uur: 1 dd 36 mg |
3 dd 10 mg | 1 dd 20 mg + 1 dd kortwerkend 10 mg | 1 dd 36 mg |
2 dd 15 mg | 1 dd 30 mg | ter verlenging van 8 naar 12 uur: 1 dd 54 mg |
3 dd 15 mg | 1 dd 30 mg + 1 dd kortwerkend 15 mg | 1 dd 54 mg |
2 dd 20 mg | 1 dd 40 mg | niet mogelijk wegens overschrijding maximale dagdosis (54 mg) |
3 dd 20 mg | 1 dd 40 mg + 1 dd kortwerkend 20 mg | niet mogelijk wegens overschrijding maximale dagdosis (54 mg) |
2 dd 25 mg | 1 dd 50 mg | niet mogelijk wegens overschrijding maximale dagdosis (54 mg) |
Controles
-
effecten van de medicatie (zijn er nog hinderlijke ADHD-symptomen?);
-
werkingsduur (is er sprake van ‘gedragsrebound’?);
-
tevredenheid met de medicatie en daarmee samenhangende therapietrouw. Vooral pubers en adolescenten houden zich minder vaak aan de medicatievoorschriften, bijvoorbeeld omdat ze die vergeten (aandachtstekort). Stigmatisering door klasgenoten en diversion (de patiënt laat anderen zijn medicatie gebruiken of verkoopt die door aan anderen)34 kunnen vooral op school ertoe leiden dat jongeren hun medicatie niet goed innemen. Het is belangrijk bij pubers en adolescenten eventueel misbruik van (genees)middelen uit te vragen;
-
bijwerkingen (dysforie, slecht slapen, hoofdpijn, nervositeit, eetlustvermindering);35
-
andere psychische klachten (tics, agressief gedrag, suïcidaal gedrag, angst, agitatie, depressie, psychose).
Leeftijd (jaren) | Bloeddruk jongens (mmHg) | Bloeddruk meisjes (mmHg) | Hartfrequentie | ||
---|---|---|---|---|---|
systolisch | diastolisch | systolisch | diastolisch | ||
6 | 105 | 68 | 104 | 68 | 120/min |
7 | 106 | 70 | 106 | 69 | 120/min |
8 | 107 | 71 | 108 | 71 | 120/min |
9 | 109 | 72 | 110 | 72 | 120/min |
10 | 111 | 73 | 112 | 73 | 120/min |
11 | 113 | 74 | 114 | 74 | 120/min |
12 | 115 | 74 | 116 | 75 | 100/min |
13 | 117 | 75 | 117 | 76 | 100/min |
14 | 120 | 75 | 119 | 77 | 100/min |
15 | 120 | 76 | 120 | 78 | 100/min |
16 | 120 | 78 | 120 | 78 | 100/min |
17 | 120 | 80 | 120 | 78 | 100/min |
18 | 120 | 80 | 120 | 80 | 100/min |
Bijwerking | Behandelopties |
---|---|
Slaapproblemen | Slaapt het kind moeilijk in sinds het gestart is met ADHD-medicatie, verlaag dan de laatste dosering van de dag of vervroeg de laatste inname naar laat in de middag. Overweeg melatonine alleen bij hardnekkige klachten met ernstige impact wanneer gedragsmatige interventies niet toereikend zijn. De startdosis is melatonine (zonder gereguleerde afgifte) 1-2 mg 1 dd, op geleide van het effect te verhogen tot maximaal 3 mg 1 dd. Adviseer het middel te stoppen bij ontbreken van effect. |
Duizeligheid en hoofdpijn | Informeer naar het moment van optreden. Hoofdpijn en duizeligheid kunnen een teken zijn dat de medicatie is uitgewerkt (zodat een langwerkend preparaat kan worden overwogen) of juist door het middel zelf worden opgewekt (zodat dosisverlaging nodig is). Controleer de bloeddruk, zorg dat de medicatie wordt ingenomen tijdens de maaltijd. |
Hyperactiviteit | Informeer naar het moment van optreden, omdat dit een teken kan zijn dat de medicatie is uitgewerkt (zodat de frequentie van doseren moet worden opgehoogd van 2 naar 3 maal daags). Stimulantia kunnen averechts werken en dus een toename van onrust en hyperactiviteit veroorzaken. Het middel moet dan gestopt worden. |
Anorexia, misselijkheid, gewichtsafname | Leg lengte en gewicht vast in een groeidiagram. Adviseer de medicatie tijdens of net na de maaltijd in te nemen. Adviseer bij gewichtsafname tussendoortjes te nemen en voor het slapen extra te eten. Overweeg de dosering te verlagen of de medicatie te stoppen in het weekend en in vakanties. |
Groeiproblemen | Verwijs naar de kinderarts indien de lengtegroei stopt (6 maanden niet gegroeid met gewichtsverlies; groeicurve). |
Onwillekeurige bewegingen, tics | Verminder of stop de medicatie. Overweeg als primaire diagnose het syndroom van Gilles de la Tourette en verwijs hiervoor naar de gespecialiseerde GGZ. |
Spontaniteitverlies | Overweeg de dosering te verlagen. |
Dysforie, agitatie, angst | Overweeg comorbiditeit. Verminder of stop de medicatie. Stop de medicatie wanneer een psychose of een bipolaire stoornis wordt vermoed en verwijs hiervoor naar de gespecialiseerde GGZ. |
‘Gedragsrebound’ na laatste dosis | Verminder de laatste dosis van de dag of spreid de middagdosering over twee doses. Overweeg langwerkend methylfenidaat. |
Verwijzing
-
indien het kind jonger is dan 6 jaar.
-
bij ernstige beperkingen in het functioneren (bijvoorbeeld blijkend uit schoolvermijding of schorsing);
-
bij ernstige opvoedingsproblematiek of weinig draagkracht van het gezin (bijvoorbeeld ouders, broers of zussen met psychiatrische problematiek);
-
bij vermoeden van een comorbide psychiatrische aandoening (zie Overwegingen);
-
bij vermoeden van (kleine) criminaliteit;
-
bij onvoldoende effect van voorlichting, gedragsmatige interventies en methylfenidaat of als methylfenidaat niet goed verdragen wordt.
Samenwerking
Oriëntatiefase
Diagnostische fase
Behandelfase
Totstandkoming
Literatuur
- 1.Bij verwijzingen naar NHG-producten: zie www.nhg.org.
- 2.APA. Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen DSM-5. Nederlandse vertaling van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th ed. Amsterdan: American Psychiatric Association/Boom, 2014.
- 3.Bendz LM, Scates AC. Melatonin treatment for insomnia in pediatric patients with attention-deficit/hyperactivity disorder. Ann Pharmacother 2010;44:185-91.
- 4.Berger I, Felsenthal-Berger N. Attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD) and birth order. J Child Neurol 2009;24:692-6.
- 5.Bijl D. Methylfenidaat, atomoxetine en priapisme. Geneesmiddelenbulletin 2014;48:54. http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Methylfenidaat-atomoxetine-en-priapisme.htm.
- 6.Bjornstad G, Montgomery P. Family therapy for attention-deficit disorder or attention-deficit/hyperactivity disorder in children and adolescents. Cochrane Database Syst Rev 2005;(2):CD005042.
- 7.Brons M, Van Driel JK, Hagemeijer JW. Adviesnota rijgeschiktheid bij stemmingsstoornissen, ADHD en schizofrenie en psychose. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Utrecht: De Tijdstroom, 2014.
- 8.Brook JS, Brook DW, Zhang C, Seltzer N, Finch SJ. Adolescent ADHD and adult physical and mental health, work performance, and financial stress. Pediatrics 2013;131:5-13.
- 9.Charach A, Figueroa M, Chen S, Ickowicz A, Schachar R. Stimulant treatment over 5 years: effects on growth. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2006;45:415-21.
- 10.Charach A, Yeung E, Climans T, Lillie E. Childhood attention-deficit/hyperactivity disorder and future substance use disorders: comparative meta-analyses. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2011;50:9-21.
- 11.Cheng JY, Chen RY, Ko JS, Ng EM. Efficacy and safety of atomoxetine for attention-deficit/hyperactivity disorder in children and adolescents-meta-analysis and meta-regression analysis. Psychopharmacology (Berl) 2007;194:197-209.
- 12.Cormier E. Attention deficit/hyperactivity disorder: a review and update. J Pediatr Nurs 2008;23:345-57.
- 13.Cortese S, Faraone SV, Konofal E, Lecendreux M. Sleep in children with attention-deficit/hyperactivity disorder: meta-analysis of subjective and objective studies. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2009;48:894-908.
- 14.CVZ. Farmacotherapeutisch Kompas. Diemen: College voor zorgverzekeringen, 2013. http://www.fk.cvz.nl.
- 15.Daly ME, Rasmussen NH, Agerter DC, Cha SS. Assessment and diagnosis of attention-deficit/hyperactivity disorder by family physicians. Minn Med 2006;89:40-3.
- 16.Doreleijers T, Boer F, Huisman J, Vermeiren R, De Haan E, redactie. Leerboek psychiatrie kinderen en adolescenten. Utrecht: De Tijdstroom, 2006.
- 17.Duric NS, Elgen I. Characteristics of Norwegian children suffering from ADHD symptoms: ADHD and primary health care. Psychiatry Res 2011;188:402-5.
- 18.Elder TE. The importance of relative standards in ADHD diagnoses: evidence based on exact birth dates. J Health Econ 2010;29:641-56.
- 19.Fabiano GA, Pelham WE, Cunningham CE, Yu J, Gangloff B, Buck M et al. A waitlist-controlled trial of behavioral parent training for fathers of children with ADHD. J Clin Child Adolesc Psychol 2012;41:337-45.
- 20.Faraone SV, Biederman J, Morley CP, Spencer TJ. Effect of stimulants on height and weight: a review of the literature. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2008;47:994-1009.
- 21.Faraone SV, Buitelaar J. Comparing the efficacy of stimulants for ADHD in children and adolescents using meta-analysis. Eur Child Adolesc Psychiatry 2010;19:353-64.
- 22.Fliers EA, Franke B, Buitelaar JK. Motorische problemen bij kinderen met ADHD. Onderbelicht in de klinische praktijk. Ned Tijdschr Geneeskd 2011;155:A3559.
- 23.Freitag CM, Hanig S, Schneider A, Seitz C, Palmason H, Retz W, et al. Biological and psychosocial environmental risk factors influence symptom severity and psychiatric comorbidity in children with ADHD. J Neural Transm 2012;119:81-94.
- 24.Froehlich TE, Anixt JS, Loe IM, Chirdkiatgumchai V, Kuan L, Gilman RC. Update on environmental risk factors for attention-deficit/hyperactivity disorder. Curr Psychiatry Rep 2011;13:333-44.
- 25.Gillberg C, Gillberg IC, Rasmussen P, Kadesjo B, Soderstrom H, Rastam M, et al. Co-existing disorders in ADHD: implications for diagnosis and intervention. Eur Child Adolesc Psychiatry 2004;13 Suppl 1:I80-I92.
- 26.Hanwella R, Senanayake M, De Silva V. Comparative efficacy and acceptability of methylphenidate and atomoxetine in treatment of attention deficit hyperactivity disorder in children and adolescents: a meta-analysis. BMC Psychiatry 2011;11:176.
- 27.Hazell PL, Kohn MR, Dickson R, Walton RJ, Granger RE, Wyk GW. Core ADHD symptom improvement with atomoxetine versus methylphenidate: a direct comparison meta-analysis. J Atten Disord 2011;15:674-83.
- 28.Hoebert M, Van der Heijden KB, Van Geijlswijk IM, Smits MG. Long-term follow-up of melatonin treatment in children with ADHD and chronic sleep onset insomnia. J Pineal Res 2009;47:1-7.
- 29.Holvoet E, Gabriëls L. Verstoorde slaap bij kinderen met ADHD: heeft melatonine een plaats in de behandeling? Tijdschr Psychiatr 2013;55:349-57. http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/55-2013-5-artikel-holvoet.pdf.
- 30.Kaelber DC, Pickett F. Simple table to identify children and adolescents needing further evaluation of blood pressure. Pediatrics 2009;123:e972-e974.
- 31.King S, Griffin S, Hodges Z, Weatherly H, Asseburg C, Richardson G, et al. A systematic review and economic model of the effectiveness and cost-effectiveness of methylphenidate, dexamfetamine and atomoxetine for the treatment of attention deficit hyperactivity disorder in children and adolescents. Health Technol Assess 2006;10:iii-146.
- 32.Klein RG, Mannuzza S, Olazagasti MA, Roizen E, Hutchison JA, Lashua EC, et al. Clinical and functional outcome of childhood attention-deficit/hyperactivity disorder 33 years later. Arch Gen Psychiatry 2012;69:1295-303.
- 33.KNMP Geneesmiddel Informatie Centrum. Informatorium Medicamentorum 2013. Den Haag: KNMP, 2013.
- 34.Kotowycz N, Crampton S, Steele M. Assessing the standard of care for child and adolescent attention-deficit hyperactivity disorder in Elgin County. Ontario: a pilot study. Can J Rural Med 2005;10:149-54.
- 35.Lambregtse C. Vier vragen bij buikpijn. Utrecht: LHV, 2012. https://www.lhv.nl/actueel/tijdschriften/artikel/vier-vragen-bij-buikpijn.
- 36.Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ. Multidisciplinaire richtlijn ADHD. Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van ADHD kinderen en jeugdigen. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005. http://www.trimbos.nl/~/media/Files/Gratis%20downloads/AF0635%20Richtlijn%20ADHD%20totaal.ashx.
- 37.Miller AR, Johnston C, Klassen AF, Fine S, Papsdorf M. Family physicians’ involvement and self-reported comfort and skill in care of children with behavioral and emotional problems: a population-based survey. BMC Fam Pract 2005;6:12.
- 38.Molina BS, Hinshaw SP, Swanson JM, Arnold LE, Vitiello B, Jensen PS, et al. The MTA at 8 years: prospective follow-up of children treated for combined-type ADHD in a multisite study. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2009;48:484-500.
- 39.Montoya A, Colom F, Ferrin M. Is psychoeducation for parents and teachers of children and adolescents with ADHD efficacious? A systematic literature review. Eur Psychiatry 2011;26:166-75.
- 40.Moriyama T, Polanczyk G, Caye A, Banaschewski T, Brandeis D, Rohde L. Evidence-based information on the clinical use of neurofeedback for ADHD. Neurotherapeutics 2012;9:588-98.
- 41.Morrow RL, Garland EJ, Wright JM, Maclure M, Taylor S, Dormuth CR. Influence of relative age on diagnosis and treatment of attention-deficit/hyperactivity disorder in children. CMAJ 2012;184:755-62.
- 42.NCJ. Multidisciplinaire richtlijn ADHD in de jeugdgezondheidszorg, 2014. https://www.ncj.nl/programmalijn-kennis/overzicht-landelijke-documenten/richtlijn-/?intern=82.
- 43.NICE. Attention deficit hyperactivity disorder: Diagnosis and management of ADHD in children, young people and adults. NICE guidelines CG72. London/Manchester: National Institute for Health and Care Excellence, 2008. http://www.nice.org.uk/Guidance/CG72.
- 44.Nieweg EH, Batstra L. Medicamenteuze behandeling van ADHD bij kinderen en adolescenten. Geneesmiddelenbulletin 2012;46:121-9. http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Medicamenteuze-behandeling-van-ADHD-bij-kinderen-en-adolescenten.htm.
- 45.Nigg JT, Lewis K, Edinger T, Falk M. Meta-analysis of attention-deficit/hyperactivity disorder or attention-deficit/hyperactivity disorder symptoms, restriction diet, and synthetic food color additives. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2012;51:86-97.
- 46.NKFK. Kinderformularium. Rotterdam: Nederlands Kenniscentrum voor Farmacotherapie bij Kinderen, 2014. http://www.kinderformularium.nl/search/index.php.
- 47.Ostberg M, Rydell AM. An efficacy study of a combined parent and teacher management training programme for children with ADHD. Nord J Psychiatry 2012;66:123-30.
- 48.Pelsser LM, Frankena K, Toorman J, Savelkoul HF, Dubois AE, Pereira RR, et al. Effects of a restricted elimination diet on the behaviour of children with attention-deficit hyperactivity disorder (INCA study): a randomised controlled trial. Lancet 2011;377:494-503.
- 49.Pliszka SR. Comorbidity of attention-deficit/hyperactivity disorder with psychiatric disorder: an overview. J Clin Psychiatry 1998;59 Suppl 7:50-8.
- 50.Polanczyk G, De Lima MS, Horta BL, Biederman J, Rohde LA. The worldwide prevalence of ADHD: a systematic review and metaregression analysis. Am J Psychiatry 2007a;164:942-8.
- 51.Polanczyk G, Rohde LA. Epidemiology of attention-deficit/hyperactivity disorder across the lifespan. Curr Opin Psychiatry 2007b;20:386-92.
- 52.Rader R, McCauley L, Callen EC. Current strategies in the diagnosis and treatment of childhood attention-deficit/hyperactivity disorder. Am Fam Physician 2009;79:657-65.
- 53.Riddle MA, Yershova K, Lazzaretto D, Paykina N, Yenokyan G, Greenhill L, et al. The Preschool Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder Treatment Study (PATS) 6-year follow-up. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2013;52:264-78.
- 54.Rommelse N, Buitelaar J. Aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis. In: Franken I, Muris P, Denys D, redactie. Basisboek psychopathologie. Utrecht: De Tijdstroom, 2013. p. 75-92.
- 55.Russell G, Ford T, Rosenberg R, Kelly S. The association of attention deficit hyperactivity disorder with socioeconomic disadvantage: alternative explanations and evidence. J Child Psychol Psychiatry 2014:55:436-45.
- 56.Schachter HM, Pham B, King J, Langford S, Moher D. How efficacious and safe is short-acting methylphenidate for the treatment of attention-deficit disorder in children and adolescents? A meta-analysis. CMAJ 2001;165:1475-88.
- 57.Schippers EI. Kamerbrief over het stijgende gebruik van ADHD-medicatie. Den Haag: Ministerie van VWS, 2012. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/02/27/kamerbrief-over-het-stijgende-gebruik-van-adhd-medicatie.html.
- 58.Schippers EI. Kamerbrief over hoofdbehandelaarschap GGZ. Den Haag: Ministerie van VWS, 2013. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/07/02/kamerbrief-over-hoofdbehandelaarschap-ggz.html.
- 59.SFK. Psychofarmaca bij jongeren vooral voor ADHD. Pharmaceutisch Weekblad, 28 maart 2013. http://www.sfk.nl/nieuws-publicaties/PW/2013/psychofarmaca_bij_jongeren_vooral_voor_ADHD.
- 60.Shaw K, Wagner I, Eastwood H, Mitchell G. A qualitative study of Australian GPs’ attitudes and practices in the diagnosis and management of attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD). Fam Pract 2003;20:129-34.
- 61.Sonuga-Barke EJ, Brandeis D, Cortese S, Daley D, Ferrin M, Holtmann M, et al. Nonpharmacological interventions for ADHD: systematic review and meta-analyses of randomized controlled trials of dietary and psychological treatments. Am J Psychiatry 2013;170:275-89.
- 62.Spencer T, Biederman J, Wilens T. Attention-deficit/hyperactivity disorder and comorbidity. Pediatr Clin North Am 1999;46:915-27, vii.
- 63.Staller J, Faraone SV. Attention-deficit hyperactivity disorder in girls: epidemiology and management. CNS Drugs 2006;20:107-23.
- 64.Tuithof M, Ten Have M, Van Dorsselaer S, De Graaf R. ADHD, gedragsstoornissen en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Vóórkomen en gevolgen in de algemene bevolking: resultaten van NEMESIS-2. Utrecht: Trimbos-instituut, 2010. http://www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzicht-webwinkel/feiten---cijfers---beleid/af/~/media/files/inkijkexemplaren/af0998%20boekje%20adhd_webpdf.ashx.
- 65.Van de Glind G, Konstenius M, Koeter MW, Van Emmerik-van Oortmerssen K, Carpentier PJ, Kaye S, et al. Variability in the prevalence of adult ADHD in treatment seeking substance use disorder patients: results from an international multi-center study exploring DSM-IV and DSM-5 criteria. Drug Alcohol Depend 2014;134:158-66.
- 66.Van de Loo-Neus GH, Rommelse N, Buitelaar JK. To stop or not to stop? How long should medication treatment of attention-deficit hyperactivity disorder be extended? Eur Neuropsychopharmacol 2011;21:584-99.
- 67.Van der Heijden KB, Smits MG, Van Someren EJ, Ridderinkhof KR, Gunning WB. Effect of melatonin on sleep, behavior, and cognition in ADHD and chronic sleep-onset insomnia. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2007;46:233-41.
- 68.Vitiello B, Elliott GR, Swanson JM, Arnold LE, Hechtman L, Abikoff H, et al. Blood pressure and heart rate over 10 years in the multimodal treatment study of children with ADHD. Am J Psychiatry 2012;169:167-77.
- 69.Weiss MD, Wasdell MB, Bomben MM, Rea KJ, Freeman RD. Sleep hygiene and melatonin treatment for children and adolescents with ADHD and initial insomnia. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2006;45:512-9.
- 70.Westover AN, Halm EA. Do prescription stimulants increase the risk of adverse cardiovascular events?: A systematic review. BMC Cardiovasc Disord 2012;12:41.
- 71.Wilens TE, Adler LA, Adams J, Sgambati S, Rotrosen J, Sawtelle R, et al. Misuse and diversion of stimulants prescribed for ADHD: a systematic review of the literature. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2008;47:21-31.
- 72.Winterstein AG, Gerhard T, Kubilis P, Saidi A, Linden S, Crystal S, et al. Cardiovascular safety of central nervous system stimulants in children and adolescents: population based cohort study. BMJ 2012;345:e4627.
- 73.Wolraich ML, McGuinn L, Doffing M. Treatment of attention deficit hyperactivity disorder in children and adolescents: safety considerations. Drug Saf 2007;30:17-26.
- 74.Zwi M, Jones H, Thorgaard C, York A, Dennis JA. Parent training interventions for Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) in children aged 5 to 18 years. Cochrane Database Syst Rev 2011;CD003018.
- 75.Zwirs BW, Burger H, Schulpen TW, Wiznitzer M, Fedder H, Buitelaar JK. Prevalence of psychiatric disorders among children of different ethnic origin. J Abnorm Child Psychol 2007;35:556-66.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.