Samenvatting
De kern
- De meeste blaascarcinomen zijn (oppervlakkige of spierinvasieve) urotheelcarcinomen. Roken, schistosomiasis en blootstelling aan aromatische amines zijn de voornaamste risicofactoren.
- De latentietijd is groot; de meeste patiënten zijn ouder dan 60 jaar.
- Hematurie, irritatie bij het plassen of obstructie van de hogere urinewegen zijn meestal de eerste aanwijzingen; cystoscopie is de gouden standaard voor de diagnose.
- De behandeling is in eerste instantie chirurgisch en bestaat, afhankelijk van het tumorstadium, uit transurethrale resectie of uit radicale cystectomie met blaasvervangende therapie.
- Radiotherapie heeft een plaats bij patiënten die niet voor chirurgie in aanmerking komen, en als adjuvante therapie. De plaats van chemotherapie is zeer beperkt.
- Ook bij oppervlakkige urotheelcarcinomen is het risico op progressie aanwezig. De meeste patiënten blijven dan ook jarenlang, zoal niet levenslang, onder controle.
- Carcinoma in situ is geen premaligne aandoening, maar een hooggradig oppervlakkig urotheelcarcinoom met grote kans op spierinvasieve progressie, dat levenslange controle behoeft.
Inleiding
Diagnostiek
Chirurgische behandeling
Niet-spierinvasief urotheelcarcinoom (Ta, T1, CIS)
Follow-up
Spierinvasief urotheelcarcinoom (T2 en hoger)
Radicale cystectomie
Chemo- en radiotherapie
Prognose
Therapie | Stadiëring | Vijfjaarsoverleving | Opmerking |
---|---|---|---|
Radicale cystectomie | pT2 | 72-81% | |
pT3 | 35-58% | ||
pT4 | 28-44% | ||
EBRT | ? T2 | 32-58% | |
EBRT + cisplatine | T2-T4 | 45-62% | Indien er sprake was van een complete remissie. Chemoradiatie verhoogt de vijfjaarsoverleving tot 48% ten opzichte van 35% bij alleen EBRT |
Brachytherapie | T1G3-T2 | 48-73% | Bij een combinatie van chirurgie, EBRT en brachytherapie is de vijfjaarsoverleving 62% |
Tabel2Voor- en nadelen van (blaasvervangende) therapieën bij spierinvasief urotheelcarcinoom
Therapie | Voordelen | Nadelen |
---|---|---|
Incontinent urostoma (‘brickerstoma’) | betrouwbaar en effectief | cosmetisch niet mooilevenslange controle nodiglangetermijncomplicaties:stomaproblemen (20%)dilatatie van hoge urinewegen (30%) |
Continente pouch | continent | ureterstricturen/obstructieincontinentieproblemen met katheteriseren door klepmechanismehoog percentage re-interventies |
Orthotope blaassubstitutie (neoblaas, ‘studerpouch’) | continent | nachtelijke incontinentieresiduvorming waardoor zelfkatheterisatie nodig is (op de lange termijn 50%) |
Radiotherapie | op de lange termijn 80-90% goed functionerende blaasminder erectieproblematiek | radiatiecystitis, al dan niet met hematurie of recidiverende urineweginfectiesenteritis/proctitislangetermijncomplicaties:2% schrompelblaasrecidieftumoren |
Conclusies en aanbevelingen
Therapieën | Aandachtspunten | Advies |
---|---|---|
Alle blaasvervangende therapieën | wondinfectie | cave abcesvorming, overleg met uroloog |
elektrolytstoornissen (metabole acidose) | bloedcontrole en bij afwijkingen contact met uroloog | |
chronische progressieve nierinsufficiëntie | analyse door uroloog/nefroloog, geen NSAID’s voorschrijven | |
acute flankpijn | cave obstructie, controle retentie, contact uroloog | |
koorts verdacht voor urineweginfectie | urinekweek afnemen, overleg uroloog* | |
riekende urine | symptoomloos, zo laten; bij koorts/pijn kweken* | |
vlokkerige urine | urostoma/pouch/neoblaas/ spoelen met katheter en NaCl/fluimucil | |
Incontinent stoma | urostomaproblemen | contact stomaverpleegkundige |
huidproblemen rond urostoma | contact stomaverpleegkundige, eventueel ander materiaal proberen, eventueel verzorgende zalf/crème | |
Continente pouch | incontinentie | controle residu, incontinentie- of stomamateriaal aanschaffen |
acute retentie | katheter plaatsen in pouch en contact uroloog | |
problemen met katheteriseren | contact stomaverpleegkundige | |
pouchruptuur | direct contact uroloog | |
Orthotope blaas | pijn onderbuik, niet geprikkeld | controle residuvorming, eventueel eenmalige katheterisatie na mictie, zo nodig urine kweken |
nachtelijke incontinentie | cave overloopblaas, incontinentiemateriaal aanschaffen, ’s nachts gaan plassen | |
moeizame mictie | cave retentie; bekkenbodemfysiotherapie (her)starten, bij aanhoudende problemen contact uroloog voor start zelfkatheterisatie | |
Radiotherapie | recidiverende urineweginfecties | bij positieve kweek antibiotica op basis van kweek |
dysurie | bij negatieve kweek analgetica en >2 l/dag drinken | |
frequente aandrang | bij negatieve kweek eventueel anticholinergicum | |
enteritis/proctitis | gezonde voeding, drinkadvies, overleg MDL-arts | |
hematurie | afhankelijk van ernst; indien persisterend, stolselvorming of retentie dan contact uroloog; > 2 l/dag drinken | |
Chemotherapie | koorts > 38,5 °C | contact oncoloog |
hematurie | afhankelijk van ernst; indien persisterend, stolselvorming of retentie dan contact uroloog; > 2 l/dag drinken | |
Palliatie | botpijn | uitsluiten pathologische fracturen; eventueel pijnstillende radiotherapie overwegen; analgetica |
acute flankpijn | uitsluiten obstructie hoge urinewegen overleg uroloog | |
neurologische zwakte ledematen | contact neuroloog, myelumcompressie als gevolg van (bot)metastase(n) uitsluiten | |
Literatuur
- 1.↲Takkouche B, Etminan M, Montes-Martínez A. Personal use of hair dyes and risk of cancer: A meta-analysis. JAMA 2005;293:2516-25.
- 2.↲Azoulay L, Yin H, Filion KB, Assayag J, Majdan A, Pollak MN, et al. The use of pioglitazone and the risk of bladder cancer in people with type 2 diabetes: Nested case-control study. BMJ 2012;344:e3645.
- 3.↲Hovius MC, Beckers GMA, Bex A, Demir AY, Van der Molen AJ, Van der Poel H, et al. Richtlijn Hematurie. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Urologie, 2010. http://www.nvu.nl/en-us/kwaliteit/richtlijnen.aspx, geraadpleegd maart 2013.
- 4.↲Edwards TJ, Dickinson AJ, Natale S, Gosling J, McGrath JS. A prospective analysis of the diagnostic yield resulting from the attendance of 4020 patients at a protocol-driven haematuria clinic. BJU Int 2006;97:301-5.
- 5.↲Cauberg Evelyne CC, De la Rosette JJ, De Reijke TM. Emerging optical techniques in advanced cystoscopy for bladder cancer diagnosis: A review of the current literature. Indian J Urol 2011;27:245-51.
- 6.↲Anastasiadis A, Cordeiro E, Bus MT, Alivizatos G, De la Rosette JJ, De Reijke TM. Follow-up procedures for non-muscle-invasive bladder cancer: an update. Expert Rev Anticancer Ther 2012;12:1229-41.
- 7.↲Sylvester RJ, Oosterlinck W, Van der Meijden AP. A single immediate postoperative instillation of chemotherapy decreases the risk of recurrence in patients with stage Ta T1 bladder cancer: a meta-analysis of published results of randomized clinical trials. J Urol 2004;171:2186-90.
- 8.↲↲Sylvester RJ, Van der Meijden AP, Oosterlinck W, Witjes JA, Bouffioux C, Denis L, et al. Predicting recurrence and progression in individual patients with stage Ta T1 bladder cancer using EORTC risk tables: A combined analysis of 2596 patients from seven EORTC trials. Eur Urol 2006;49:466-75.
- 9.↲Colombo R, Da Pozzo LF, Salonia A, Rigatti P, Leib Z, Baniel J, et al. Multicentric study comparing intravesical chemotherapy alone and with local microwave hyperthermia for prophylaxis of recurrence of superficial transitional cell carcinoma. J Clin Oncol 2003;21:4270-6
- 10.↲EORTC Risk tables for predicting recurrence and progression in individual patients with stage Ta T1 bladder cancer Brussel: EORTC, 2006. http://www.eortc.be/tools/bladdercalculator, geraadpleegd maart 2013.
- 11.↲Knoedler JJ, Boorjian SA, Kim SP, Weight CJ, Thapa P, Tarrell RF, et al. Does partial cystectomy compromise oncologic outcomes for patients with bladder cancer compared to radical cystectomy? A matched case-control analysis. J Urol 2012;188:1115-9.
- 12.↲James ND, Hussain SA, Hall E, Jenkins P, Tremlett J, Rawlings C, et al. Radiotherapy with or without chemotherapy in muscle-invasive bladder cancer. N Engl J Med 2012; 366:1477-88.
- 13.Koning CC, Blank LE, Koedooder C, Van Os RM, Van de Kar M, Jansen E, et al, Brachytherapy after external beam radiotherapy and limited surgery preserves bladders for patients with solitary pT1-pT3 bladder tumors. Ann Oncol 2012;23:2948-53.
- 14.↲Meeks JJ, Bellmunt J, Bochner BH, Clarke NW, Daneshmand S, Galsky MD, et al. A systematic review of neoadjuvant and adjuvant chemotherapy for muscle-invasive bladder cancer. Eur Urol 2012;62:523-33.
- 15.↲Grossman HB, Natale RB, Tangen CM, Speights VO, Vogelzang NJ, Trump DL, et al. Neoadjuvant chemotherapy plus cystectomy compared with cystectomy alone for locally advanced bladder cancer. N Engl J Med 2003;349:859-66.
- 16.↲Griffiths G, Hall R, Sylvester R, Raghavan D, Parmar MK. International phase III trial assessing neoadjuvant cisplatin, methotrexate, and vinblastine chemotherapy for muscle-invasive bladder cancer: Long-term results of the BA06 30894 Trial. J Clin Oncol 2011;29:2171-7.
- 17.↲De Wit R, New developments in chemotherapy for metastasized bladder cancer. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:2412-7.
- 18.Witjes JA, Feller N, Hamelers-Paulus HWG, Aben K, Battermann JJ, Bekkers M, et al. Richtlijn diagnostiek, behandeling en follow-up van het urotheelcarcinoom van de blaas. Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra, 2008. http://www.oncoline.nl/urotheelcarcinoom-van-de-blaas, geraadpleegd maart 2013.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.