Praktijk

Nycturie bij oudere mannen

Gepubliceerd
20 mei 2009

Wat is het probleem?

Nycturie, of nachtelijke plasfrequentie, is een veelvoorkomend probleem waarmee vooral oudere mannen zich bij de huisarts melden. In de praktijk wordt de term nycturie vaak gebruikt om een verhoogde nachtelijke plasfrequentie aan te geven. Bij sommige mannen is nycturie onderdeel van een uitgebreider patroon van plasklachten, waarbij zij zorgen kunnen hebben over de conditie van de prostaat. Andere patiënten ervaren en presenteren nycturie als een vrijwel geïsoleerde klacht. Nycturie verstoort het slapen, beïnvloedt de kwaliteit van leven, kan leiden tot valpartijen in de nacht en is gerelateerd aan het ontstaan van depressie.

Wat moet ik weten?

Veel oudere mannen moeten ’s nachts uit bed om te plassen. Uit populatieonderzoek blijkt dat vrijwel alle mannen ouder dan 50 jaar er ten minste 1 keer uitgaan, terwijl meer dan de helft van de 65-plussers er 2 keer uitgaat. Deze plasfrequenties zijn dus normaal voor de leeftijd. Drie keer of meer wordt abnormaal genoemd, ook bij ouderen. De anamnese is onbetrouwbaar om het aantal nachtelijke micties te kunnen vaststellen. Mannen overschatten of onderschatten hun eigen plasfrequentie. Het plasdagboek is een eenvoudig instrument om de plasfrequentie inzichtelijk te maken. Zonder een plasdagboek is weinig zinnigs te zeggen over (de oorzaken van) nycturie. De nachtelijke urineproductie verandert met de jaren. Terwijl mannen jonger dan 65 jaar een dag-en-nachtvariatie hebben (met een lagere productie in de nacht), is bij oudere mannen geen variatie meer waarneembaar. De nachtelijke urineproductie is daardoor hoger, wat tot (extra) nycturie kan leiden.

Wat moet ik doen?

Maak onderscheid tussen patiënten met recente verandering in de plasfrequentie en patiënten met een langer bestaand (gelijkblijvend) patroon. Dit kan anamnestisch. Bij de eerste groep moet de huisarts denken aan oorzaken als urinewegontstekingen of hartfalen. De anamnese en het (lichamelijk) onderzoek zijn daarop gericht. In de tweede groep is meestal geen oorzaak aantoonbaar, maar kan de huisarts naar andere plasklachten vragen. Daarbij kan hij ook vragen naar achterliggende angsten, zoals die voor prostaatkanker. Navraag naar plasklachten in het algemeen past in de anamnese van nycturie, ongeacht de snelheid waarmee deze is ontstaan. Er is overigens geen relatie tussen nycturie en prostaatvolume, zoals ook de relatie tussen plasklachten en prostaatvergroting uiterst zwak is. Vraag de patiënt een plasdagboek bij te houden. De nachtelijke plasfrequentie is dan eenvoudig objectief vast te stellen. De patiënt moet bij voorkeur drie – maar ten minste twee – hele dagen en nachten elke plas in een maatbeker opvangen, waarna hij per plas het tijdstip en volume noteert. Er zijn overzichtelijke mictielijsten beschikbaar waarop tijdseenheden zijn weergegeven; het gebruik daarvan geeft een sneller overzicht van het plaspatroon. Wanneer de patiënt het tijdstip van naar bed gaan en opstaan aangeeft, kan de huisarts de dag-, nacht- en 24-uursfrequentie bepalen. Ook kan hij berekenen hoeveel urine de patiënt in de nacht heeft uitgeplast (hierbij wordt de eerste ochtendplas meegerekend) en hoe zich dit verhoudt tot het 24-uursvolume. Als maatstaf geldt dat de nachtelijke productie niet meer dan eenderde van de totale productie mag zijn (uitgaande van een nacht van 8 uur). Berekening van de werkelijke urineproductie per uur is zuiverder maar zeer bewerkelijk; voor de huisartsenpraktijk volstaat een wat grovere inschatting. Bij grote verstoring van het nachtelijke volume vraagt de huisarts naar de vochtinname in de avond. De vochtinname wordt niet standaard bijgehouden omdat dit voor de patiënt bewerkelijk is en vaak onzorgvuldig wordt gedaan. Het adagium ‘wat er uitkomt, moet er ook zijn ingegaan’ is hier van toepassing. Bij vermoeden van hartfalen kan eventueel een serum (NT-pro-)BNP worden bepaald. Houd als normale waarden voor het 24-uursvolume 1,5 tot 2 liter aan. Het grootste geplaste volume (vaak aangeduid als functionele blaascapaciteit) is meer dan 300 ml bij driekwart van de mannen.

Wat moet ik uitleggen?

Vergelijk de plasfrequentie van de patiënt met de normale waarden aan de hand van de gegevens uit het plasdagboek. Leg uit welke oorzaken nycturie kan hebben. Bij een hoge vochtinname in de avonduren kan de huisarts adviseren om het veel drinken na bijvoorbeeld 19.00 uur te beperken, hoewel hiervoor geen wetenschappelijk bewijs bestaat. Bij een – voor de leeftijd – normale nachtelijke plasfrequentie zonder aanwijzingen voor hartfalen is geen effectieve therapie beschikbaar. De mededeling dat het weliswaar vervelend maar normaal is om er ’s nachts enkele keren uit te moeten om te plassen, is voor veel mannen geruststellend. Volg bij aanwijzingen voor hartfalen het beleid van de NHG-Standaard Hartfalen.

Literatuur

  • 1.Blanker MH, Prins J, Bohnen AM, Thomas S, Bosch JLHR. De waarde van het plasdagboek bij oudere mannen met plasklachten. Huisarts Wet 2003;46:243-7.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen