Met dit boek kan de Nederlandse huisarts beschikken over een overzicht van zowel de weke-delenaandoeningen als de inflammatoire aandoeningen van het bewegingsapparaat. Het is systematisch opgezet en geeft bij de meeste hoofdstukken leesadviezen. Het inleidende hoofdstuk over de anamnese en het onderzoek is een juweeltje. Voor het overige verschilt de kwaliteit van de hoofdstukken nogal. Meestal sluit het geadviseerde beleid aan bij de NHG-standaarden (bij de elleboog nadrukkelijk niet). Her en der lijdt het boek aan het klassieke systematisch opsommen van alle gewrichtsuitslagen zonder dat de consequenties worden genoemd. Een ander probleem is de indeling naar klachten en aandoeningen, met als gevolg doublures en inconsistentie in de behandeling (het tarsale-tunnelsyndroom, de Mortonse neuralgie en vooral artrose). Rondom jicht worden verschillende adviezen gegeven: in het hoofdstuk jicht wordt afgeraden urinezuuruitscheiding te meten; in het hoofdstuk therapie wordt de keuze van medicatie mede bepaald aan de hand van de gemeten uitscheiding van urinezuur. In het hoofdstuk over reumatoïde artritis wordt gesteld dat de behandeling van RA ‘binnen enkele weken’ dient te geschieden met tweedelijnsmiddelen, en dat daarmee ‘schade op langere termijn’ wordt voorkomen. Hier worden met enthousiasme de tamelijk bescheiden resultaten van de behandeling van RA tentoongespreid, en de noodzakelijk relativering van de huisarts ontbreekt helaas. Acht hoofdstukken verder worden in de paragraaf DMARD's wel de noodzakelijke kanttekeningen geplaatst. Nog enkele opmerkelijke bevindingen: als voorbeeldfoto voor artrose wordt een foto getoond van het PIP-gewricht, terwijl nu juist artrose meestal in het DIP-gewricht voorkomt. Bij de Lyme borreliose wordt een initiële behandeling met doxycycline of amoxicilline voorgesteld zonder doseringen te vermelden. De injectietechnieken bij de schouder worden beschreven, andere technieken worden vaak alleen genoemd. Acht bladzijden worden besteed aan fibromyalgie. Aandacht voor de interessante beschouwing over deze toch wat geheimzinnige aandoeningen van Wesely et al. (Lancet 1999;354:936-9) had hier niet misstaan. Bij de behandeling van het carpale-tunnelsyndroom ontbreekt de verwijzing naar het Nederlandse onderzoek van Dammers et al. (BMJ 1999;319:884-6), die een in de praktijk gemakkelijk toepasbare injectietechniek onderzochten. Het boek maakt hier en daar een basale indruk en is soms te weinig praktisch. Het lijkt voor een eventuele tweede druk nuttig dat tegenspraken worden verwijderd en dat nog eens naar de hoofdstukindeling wordt gekeken. Het boek is aan te raden voor studenten en niet-behandelende artsen. Huisartsen in opleiding zullen soms praktische behandelrichtlijnen missen. Voor praktiserende huisartsen is er naar mijn smaak iets te weinig nieuws onder de zon.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.