Het project Hartslag dat in Zuid-Limburg vanaf 1996 is uitgevoerd, heeft onder andere geresulteerd in vier Engelstalige proefschriften. Wat levert zo’n project op voor de volksgezondheid nu de meeste projectonderdelen na een aantal jaren zijn gestopt? Die vraag is onderwerp van dit uiterst leesbare boek, dat iedereen moet lezen die zich met preventieve activiteiten bezighoudt. De metafoor die de auteurs voor het project gebruiken, is ‘het leggen van rails’: wat blijft er daarna over van alle inspanningen? Hartslag had drie concrete doelen: stoppen met roken, minder vet eten en meer bewegen. Dat werd niet uitsluitend nagestreefd door voorlichting, maar ook door actieve begeleiding. In de wijken werden programma’s country dance, yoga en wandelen aangeboden. Voor begeleiding van mensen met een hoog risico werden bij cardiologen en huisartsen gezondheidsadviseurs aangesteld. De vraag of die doelen zijn bereikt, of de trein aangekomen is, beantwoorden de auteurs, een socioloog en een filosoof, niet. Zij leveren een beschrijvende analyse van het project. De mensen zagen wel het belang van preventie, maar ze bleken geen ongeschreven blad: ze vertelden over de spanningen die doorgaan met roken soms had voor hun relaties en koppelden stoppogingen aan persoonlijke gebeurtenissen. Ze vertelden hun ervaringen met diëten. Over meer bewegen hadden de mensen in de wijk geen verhalen te vertellen. De hoogrisicopatiënten zochten begrip en geruststelling bij de hulpverleners. Maar hun stress en ongerustheid pasten niet binnen het stramien van de onderzoeksdoelstellingen. Het leidde tot spanningen in het werk van artsen en gezondheidsadviseurs tussen vraaggericht en doelgericht werken. Het blijft schipperen: perfectie is niet haalbaar. Ook bij de betrokken (lokale) politici stond het belang van preventie niet ter discussie. Maar er werden wel kritische noten gekraakt over hoe je ‘rails moet leggen’, want in de politiek geldt dat de belangstelling voor een onderwerp afhangt van de waan van de dag. ‘Harde cijfers’ spelen daar maar een beperkte rol in.
Staan de autonomie van de patiënt en de top-downbenadering van het project en de strak geformuleerde doelen van onderzoek niet op gespannen voet met elkaar? Is een RCT, de onderzoeksopzet van dit project, wel zo geschikt? De auteurs eindigen met een pleidooi om stem te geven aan de deelnemers, ook als ze een kritisch geluid laten horen. Mensen kennen immers verschillende betekenissen toe aan gezondheid. De minister die beweert dat mensen geen recht hebben op ongezond leven, geeft daarmee een mening; maar er zijn ook ander meningen. En wie anders denkt, kan daarom niet het recht ontzegd worden om mee te doen in de discussie. Ger van der Werf
Reacties
Er zijn nog geen reacties.