De activiteit van CYP2D6 bepaalt hoe goed patiënten bepaalde medicijnen kunnen omzetten. Het gaat met name om antidepressiva en antipsychotica, maar ook om bijvoorbeeld metoprolol en tramadol. De metabole capaciteit kan worden ingedeeld in afwezig/slecht, verlaagd, normaal en verhoogd. Ongeveer 80% van de Nederlandse populatie heeft het normale polymorfisme. Bij de overige vormen adviseren de NHG-Standaarden vaak een aanpassing van de dosis of een ander medicijn.
Nederlandse onderzoekers bekeken retrospectief in welke mate specialisten de resultaten van de CYP2D6 genotypering deelden met de huisarts en apotheker. Daarnaast onderzochten ze de invloed op het voorschrijfgedrag. In een genetisch laboratorium werd het enzym CYP2D6 bepaald bij 1307 patiënten. Van hen konden de onderzoekers 216 medische dossiers achterhalen. Bij de huisarts waren deze uitslagen in slechts 3,1% van de gevallen bekend, bij de apotheek in 5,9% van de gevallen. Deze betroffen alleen de afwijkende uitslagen. De onderzoekers vonden geen verschil in de dosering van psychofarmaca tussen patiënten met normale en afwijkende polymorfismen (p ≥ 0,486).
De uitslagen van de CYP2D6 genotypering zijn dus nauwelijks bekend in de eerste lijn. Dit kan komen doordat de aanvragend specialist die informatie niet doorgeeft, maar ook doordat de huisarts deze niet registreert. Bij de enkele patiënten van wie bekend was dat de CYP2D6 genotypering afwijkend was, veranderde het voorschrijfbeleid niet. Het is aan te raden om alert te zijn op CYP2D6 uitslagen die binnenkomen, deze in te voeren als contra-indicatie in de prescriptiemodule van het HIS en het voorschrijven daarop af te stemmen.
Lees het volledige artikel hier
Literatuur
- Simoons M, et al. Availability of CYP2D6 genotyping results in general practitioner and community pharmacy medical records. Pharmacogenomics 2017;18:843-51.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.