In hun artikel Somatische fixatie (H&W 2007;50(1):11-15) pleiten Lucassen et al. voor meer (wetenschappelijke) aandacht voor preventie van somatische fixatie. Daarbij stellen ze dat het begrip ‘somatiseren’ het best uit het medisch taalgebruik zou kunnen worden verwijderd, omdat dit exclusief naar een ‘neiging van de patiënt’ zou verwijzen. Ik vind het begrip somatisatie zoals gedefinieerd door McWinney,1 echter zeer bruikbaar in het beschouwen van (huisarts)consulten, bijvoorbeeld in het kader van de huisartsenopleiding. McWinney definieert somatisatie als ‘Het overmatig aandacht schenken aan somatische aspecten van complexe problemen’, hetgeen dus niet alleen bij de patiënt, maar ook zeker bij de dokter of de omgeving van de patiënt kan liggen. Daarnaast is dit begrip goed hanteerbaar omdat het niet een ‘neiging’ of karaktereigenschap beschrijft, maar juist concreet, waarneembaar gedrag, zowel van patiënt als van de dokter. Dit geeft kansen voor verandering en daarmee voor preventie van somatische fixatie. Wanneer het begrip somatiseren op deze wijze is gedefinieerd moeten we dus juist koesteren. F. Schreuder
- McWhinney IR. Textbook of Family Medicine. 2nd ed. New York: Oxford University Press, 1997.
Antwoord
Wij zijn het volledig eens met collega Schreuder als hij voorstelt voor ‘somatisatie’ de definitie van McWhinney te gebruiken. Aldus gedefinieerd ligt de verantwoordelijkheid of de ‘schuld’ voor de gang van zaken niet eenzijdig bij de patiënt, maar ook bij de arts en de omgeving van de patiënt. Dat somatisatie een gemeenschappelijk probleem van dokter en patiënt is, vinden wij een typisch huisartsgeneeskundig standpunt. We hebben onze opmerking gemaakt omdat de term ‘somatisatie’ helaas ook vaak gebruikt wordt als karakteristiek van de patiënt. Zie bijvoorbeeld de definitie van Lipowski: ‘Somatization is a tendency to experience and communicate somatic distress and symptoms, unaccounted for by pathological findings, to attribute them to physical illness, and to seek medical help for them’. Ook de omschrijvingen van de somatoforme stoornissen in de DSM hebben eenzijdig betrekking op de patiënt. Het ging ons primair om de benadering van het probleem en niet zozeer om de exacte term.
P. Lucassen, T. olde Hartman, M. Borghuis
Reacties
Er zijn nog geen reacties.