De onderzoekers testten dragerschap van Streptococcus pneumoniae in de nasofarynx bij 329 kinderen van 2 jaar oud die meededen aan het Rijksvaccinatieprogramma. Zij vergeleken de uitkomsten met dragerschapscijfers vanaf 2005 om het effect van de pneumokokkenvaccinatie (ingevoerd in 2006) te kunnen analyseren. Zij onderzochten ook de incidentie van invasieve pneumokokkeninfectie (Streptococcus pneumoniae in bloedkweek of liquor) bij kinderen < 5 jaar en ouderen > 65 jaar in de periode van 2004 tot 2016.
In 2015/2016 was er bij 48% van de kinderen sprake van S pneumoniae. Dit percentage is iets lager dan voor de invoering van de vaccinatie (in 2005 was dat 66%). Bij kinderen is de incidentie van invasieve pneumokokkeninfectie gedaald (van 20 op de 100.000 in 2004/2006 naar 6 op de 100.000 in 2015/2016). Ook bij ouderen is een daling te zien (van 63 op de 100.000 naar 51 op de 100.000). In 2005 werd 68% van de invasieve pneumokokkeninfecties bij kinderen veroorzaakt door serotypes waarvoor sinds 2006 wordt gevaccineerd. Dat is nu nog slechts 12%.
Deze cijfers laten zien hoe vaccineren de volksgezondheid direct (bij kinderen) en indirect (bij ouderen) bevordert. In tijden van toenemende twijfel onder ouders over de noodzaak van vaccineren kunnen deze resultaten wellicht helpen. Ouders kunnen zich waarschijnlijk meer voorstellen bij een ernstige pneumokokkeninfectie dan bij mazelen of difterie.
Literatuur
- Vissers M, et al. Increased carriage of non-vaccine serotypes with low invasive disease potential four years after switching to the 10-valent pneumococcal conjugate vaccine in The Netherlands. PLoS One 2018;13:e0194823.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.