In huisartsenland verstaan we onder de term ‘palliatieve zorg’ behandelingen die gericht zijn op het verminderen van symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven. De behandelingen die kankerpatiënten krijgen via de oncoloog vallen echter regelmatig ook onder het kopje ‘palliatief’. Verstaan we hier hetzelfde onder? Susanne de Kort deed als ethica en arts promotieonderzoek naar ethische vraagstukken die meespelen bij palliatieve systemische anti-kankerbehandeling. In haar proefschrift beschrijft zij onder andere wat het primaire doel is van palliatieve chemotherapie bij colorectaal kanker. Dit blijkt niet kwaliteit van leven te zijn, maar de behaalde levensverlenging. Opvallend genoeg vond men een palliatieve therapie ‘positief’ als patiënten er langer door leefden, maar met een slechtere kwaliteit van leven. De Kort hield interviews met oncologen, waarin zij situaties analyseerde waarin een behandeling gegeven werd die waarschijnlijk geen effect zou sorteren. De geïnterviewde oncologen vertelden wel eens een behandeling te geven omdat de patiënt er zo op aandrong, hoewel zij hier zelf geen fiducie in hadden. Zij rechtvaardigden het geven van zo’n behandeling door de patiënt goed te informeren en door het gegeven dat er altijd een kleine kans is op het aanslaan van de behandeling. Bovendien kan het zijn dat de bijwerkingen door de patiënt goed verdragen worden. Al met al lijkt de term ‘palliatief’ in deze context meer te zeggen over de fase waarin de patiënt zit, dan over het behandelingsdoel en het profijt dat de patiënt van de behandeling zal hebben. Misschien goed om in uw achterhoofd te houden als een kankerpatiënt bij u komt met de moeilijke vraag: ‘Maar dokter, als het uw vader was, wat zou u dan doen?!’. (Linda Bröker)
Literatuur
- 1.De Kort S. Aims and reasons; ethical questions about palliative systemic anticancer therapy [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2009.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.