Inleiding
Achtergrond
Definitie
Etiologie
Diagnostiek
Veelgebruikte therapie
Methode
Klinische vragen
Wat is het effect van het aanstippen met vloeibare stikstof of salicylzuurzalfbehandeling bij wratten?
Wat is het effect van de combinatie van salicylzuurzalf met het aanstippen met vloeibare stikstof bij wratten?
Wat is het effect van monochloorazijnzuur (MCA) bij wratten?
Wat is het effect van trichloorazijnzuur (TCA) bij wratten?
Wat is het effect van vrij verkrijgbare middelen bij wratten?
Conclusie
Literatuur
- 1.↲Van Haalen FM, Bruggink SC, Gussekloo J, Assendelft WJJ, Eekhof JAH. Warts in primary school children: prevalence and relation with environmental factors. Br J Dermatol 2009;161:148-52.
- 2.↲Nielen MMJ, Spronk I, Davids R, Zwaanswijk M, Verheij RA, Korevaar JC. Incidentie en prevalentie van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2014. Uit: NIVEL Zorgregistraties eerste lijn, 2015 [geraadpleegd op 04-04-2016]. www.nivel.nl/node/4309.
- 3.↲↲Bruggink SC, Waagmeester SC, Gussekloo J, Assendelft WJ, Eekhof JA. Current choices in the treatment of cutaneous warts: a survey among Dutch GP. Fam Pract 2010;27:549-53.
- 4.↲Gibbs S, Harvey I. Topical treatments for cutaneous warts. Cochrane Database Syst Rev 2006; 3:CD001781.
- 5.↲Bruggink SC. Proefschrift: Transmission and treatment of cutaneous warts in primary care. Leiden: Universiteit Leiden, 2013.
- 6.↲Androphy EJ, Lowy DR. Warts. In: Wolff K, Goldsmith LA, Katz SI, Gilchrest BA, Paller AS, Leffell DJ, editors. Fitzpatrick’s Dermatology in General Medicine. USA: McGraw-Hill; 2008. p. 1914-23.
- 7.↲Jablonska S, Majewski S, Obalek S, Orth G. Cutaneous warts. Clin Dermatol 1997;15:309-19.
- 8.↲Bernard HU, Burk RD, Chen Z, van Doorslaer K, Hausen H, de Villiers EM. Classification of papillomaviruses (PVs) based on 189 PV types and proposal of taxonomic amendments. Virology 2010;401:70-9.
- 9.↲Bruggink SC, Eekhof JAH, Egberts PF, Blijswijk SCE, Assendelft WJJ, Gussekloo J. Warts transmitted in families and schools: a prospective cohort. Pediatrics 2013;131:928-34.
- 10.↲Bruggink SC, Gussekloo J, de Koning M, Feltkamp M, Bouwes Bavinck JN, Quint W. HPV type in plantar warts predicts natural course and treatment response: secondary analysis of a randomized controlled trial: a randomised controlled trial. J Clin Virol 2013;57:227-32.
- 11.↲↲Sterling JC, Gibbs S, Haque Hussein SS, Mohd Mustapa MF, Handfield-Jones SE. British Association of Dermatologists’ guidelines for the management of cutaneous warts 2014. Br J Dermatol 2014;171:696-712.
- 12.↲Massing AM, Epstein WL. Natural history of warts. A two-year study. Arch Dermatol 1963;87:306-10.
- 13.↲Bunney MH, Nolan MW, Williams DA. An assessment of methods of treating viral warts by comparative treatment trials based on a standard design. Br J Dermatol 1976;94:667-79.
- 14.↲Kwok CS, Gibbs S, Bennett C, Holland R, Abbott R. Topical treatments for cutaneous warts. Cochrane Database Syst Rev 2012: CD001781.
- 15.↲Bruggink SC, Gussekloo J, Berger MY, Zaaijer K, Assendelft WJ, de Waal MW, et al. Cryotherapy with liquid nitrogen versus topical salicylic acid application for cutaneous warts in primary care: randomized controlled trial. CMAJ 2010;182:1624-30.
- 16.↲↲Bruggink SC, Gussekloo J, Egberts PF, Bouwes Bavinck JN, de Waal MWM, Assendelft WJJ, Eekhof JAH. Monochloorazijnzuur als alternatief voor stikstoftherapie bij wratten. Huisarts Wet 2016;59:155-9.
- 17.↲↲Cengiz FP, Emiroglu N, Su O, Onsun N. Effectiveness and safety profile of 40% trichloroacetic acid and cryotherapy for plantar warts. J Dermatol 2016;43:1059-61.
- 18.↲Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie LNA Mededeling april 2015. Mono- en trichloorazijnzuur bij wratten.
- 19.↲Wenner R, Askari SK, Cham PM, Kedrowski DA, Liu A, Warshaw EM. Duct tape for the treatment of common warts in adults: a double-blind randomized controlled trial. Arch Dermatol 2007;143:309-13.
- 20.↲De Haen M, Spigt MG, van Uden CJ, van Neer P, Feron FJ, Knottnerus A. Efficacy of duct tape vs placebo in the treatment of verruca vulgaris (warts) in primary school children. Arch Pediatr Adolesc Med 2006;160:1121-5.
Reacties (6)
We dragen de NHG richtlijnen een warm hart toe, maar ook deze laatste reactie van de auteurs van de behandelrichtlijn wratten mist de aansluiting bij de dagelijkse huisartspraktijk. Als huisartsen met specifieke expertise op het gebied van wratten gaan we graag met de NHG auteurs om tafel om dit verschil van inzicht met elkaar te bespreken. Helaas willen de NHG auteurs dit tot nu toe niet: een gemiste kans! Sjoerd Bruggink en Just Eekhof, huisartsen
- Login om te reageren
De reactie van Bruggink en Eekhof bevat inhoudelijke onjuistheden waar wij de lezer graag op wijzen. Uit beoordeling van alle gepubliceerde onderzoeken naar behandelingen van wratten blijkt dat er geen aangetoond verschil bestaat in effectiviteit van behandelingen voor voet- dan wel handwratten. Wij verwachten geen problemen met de therapietrouw, aangezien patiënten zelf kunnen kiezen welke behandeling het best bij hun voorkeur aansluit. Bovendien verwachten wij van therapieontrouw in dit geval geen complicaties. In het onderzoek van Bruggink en Eekhof, het enige gepubliceerde onderzoek naar de effectiviteit van monochloorazijnzuur (MCA), is geen significant verschil tussen MCA en combinatietherapie met stikstof en salicylzuur aangetoond. Case reports over ernstige bijwerkingen hebben niet allemaal betrekking op ongelukken en systemische bijwerkingen. Uit twee gepubliceerde case reports, maar ook uit reacties van enkele huisartsen die ons hebben bereikt na publicatie van de behandelrichtlijn, blijkt dat ernstige chemische wonden kunnen optreden bij behandeling van wratten met MCA. Onze terughoudende aanbeveling met betrekking tot MCA is overigens gebaseerd op expert opinion die wij van apothekers namens de KNMP en van dermatologen namens de NVDV ontvingen.
Doel van het maken van richtlijnen volgens een vaste NHG-procedure is onder andere om richtlijnen te maken die zoveel mogelijk vrij zijn van (inhoudelijke) belangenverstrengeling. Het actief betrekken van onderzoekers bij het formuleren van aanbevelingen op het terrein van hun eigen onderzoek, zoals bij Bruggink en Eekhof, heeft daarbij niet onze voorkeur. Wel is elke huisarts, zo ook Bruggink en Eekhof, via het ledenforum van Haweb in de gelegenheid om commentaar te leveren op concept NHG-Behandelrichtlijnen. Zo hopen we op een zo groot mogelijk draagvlak onder onze leden te kunnen rekenen.
Z. Damen, M. Verduijn, J. Burgers
- Login om te reageren
De reactie van de auteurs op het tegenstrijdige behandeladvies is te vinden op: https://www.henw.org/wosmedia/498/20161228antwoordopcommentaarwrattenee…
- Login om te reageren
Tegenstrijdig behandeladvies wratten behandeling in H&W 12 2016?
Op bladzijde NHG-43, Nieuwe set NHG-behandelrichtlijnen gepubliceerd/ Aanbevelingen/ Wratten staat bij het 4e stipje:
Behandeling met monochloorazijnzuur (MCA) wordt niet aangeraden, vanwege de veiligheidsrisico’s voor patiënten, huisarts en schoonmaakpersoneel. Er is casuïstiek beschreven van derdegraads brandwonden en necrose na behandeling van voet- en handwratten met MCA.
Echter in het kleine kwalen artikel “Wratten” op pagina 568-571 lees ik dat het een sterk werkend zuur is, dat de huisarts aanbrengt en niet geschikt is voor thuisbehandeling door de patiënt zelf (zie verder de betreffende alinea).
Op pagina 569 rechter kolom, onderste alinea, “Wat is het effect van monochloorazijnzuur (MCA) bij wratten?”, lees ik dat MCA effectiever is dan zowel stikstof als salicylzuur. Als nadelig effect wordt (alleen) genoemd, dat er een aantal uren na de behandeling een brandend gevoel ontstaat, dat een dag kan aanhouden. Er wordt ook genoemd, dat het een sterk zuur is en bij onzorgvuldig gebruik chemische wonden kan veroorzaken. Bij behandeling van meer dan 5% (!) van het totale huidoppervlak kan dat aanleiding geven tot ernstige systemische bijwerkingen. Bij minder dan 10 wratten, komt minder dan 0.5% van het huidoppervlak in aanraking met MCA. (dus ruim minder dan de genoemde 5%).
Op pagina 570 staat een (levensgrote) flowchart, die niets te wensen overlaat aan het gebruiksadvies van MCA bij voetzoolwratten. Is MCA beschikbaar, dan is het de voorkeursbehandeling (!) en wordt de combinatie van stikstof- en salicylzuurbehandeling zelfs niet geadviseerd!
Ik concludeer tegenstrijdigheid. Wat is nu het juiste advies?
Andere vragen zijn:
- Het systemische effect van monochloorazijnzuur, zoals genoemd op bladzijde 569 wordt helemaal niet genoemd in de behandelrichtlijnen op bladzijde NHG-43. Daar worden alleen 3e graads brandwonden en necrose genoemd.
- 5% huidoppervlak met monochloorazijnzuur behandelen lijkt een geheel theoretische gedachte (een heel been bij een kind is volgens de brandwondenregel 16% ). Waarom dan op pagina 570 een 10-voudige marge van 0.5% daarmee wel veilig zou zijn, wordt niet gemotiveerd, noch voorzien van een literatuurverwijzing.
- Merkwaardig is dat in het kleine kwalen artikel onderaan pagina 569 wel genoemd wordt, dat MCA chemische wonden kan veroorzaken (wat in het NHG-beleidsadvies 3e graads brandwonden genoemd lijkt te worden), maar dat het gevaar in “ernstige systemische bijwerkingen” zit bij behandeling van meer dan 5% huidoppervlak. Deze systemische bijwerkingen worden weer helemaal niet als argument gebruikt om MCA niet te gebruiken in het NHG-43 advies.
-Tenslotte mis ik wat dan de ernstige systemische bijwerkingen zijn.
N.G. Berkhof, huisarts
- Login om te reageren
Wij merken op dat de aanbevelingen in dit artikel op een belangrijk punt afwijken van de aanbevelingen in de recent verschenen NHG-Behandelrichtlijn Wratten [https://www.nhg.org/themas/publicaties/nhg-behandelrichtlijn-wratten] die verderop in hetzelfde nummer van Huisarts en Wetenschap wordt samengevat. NHG-Behandelrichtlijnen zijn NHG-richtlijnen over kleinere onderwerpen dan de onderwerpen in NHG-Standaarden. De manier waarop de behandelrichtlijnen worden ontwikkeld volgt die van de NHG-Standaarden, zij het in een wat ‘uitgeklede’ vorm. (zie Handleiding Ontwikkelen van NHG-Behandelrichtlijnen op www.nhg.org). NHG-Behandelrichtlijnen worden geautoriseerd door de Autorisatie Commissie van het NHG.
Het betreft de aanbeveling voor de behandeling van voetzoolwratten met monochloorazijnzuur (MCA). Behandeling met MCA wordt door de auteurs van het artikel aangeraden, terwijl deze behandeling niet wordt aangeraden in de NHG-Behandelrichtlijn. De wetenschappelijke evidence die hierbij gewogen is, is hetzelfde, namelijk de gerandomiseerde trial van Bruggink et al, eveneens eerste auteur van het nascholingsartikel [Bruggink 2015]. De waardering van de uitkomsten van deze trial maakt niet zozeer het verschil maar wel de commentaren die het NHG heeft ontvangen bij de totstandkoming van de behandelrichtlijn. Hierin werd gewezen op de toxische effecten en veiligheidsrisico’s, vooral vanuit de apothekersbranche [KNMP Kennisbank 2015]. Dit wordt bevestigd door diverse casus in de literatuur die melding maken van ernstige complicaties zoals derdegraads brandwonden en necrose na behandeling van hand- en voetwratten met MCA [Kusch 1990, Kulling 1992, Pirson 2003, Chapman 2006, Baser 2008].
Geconcludeerd kan worden dat MCA niet wordt aangeraden voor de behandeling van voetwratten vanwege de toxiciteit. De effectiviteit is vergelijkbaar met die van andere behandelingen voor wratten. De gelijkwaardige alternatieven (cryotherapie, salicylzuur, combinatietherapie) waar de huisarts meer ervaring mee heeft, brengen minder veiligheidsrisico’s met zich mee.
Jako Burgers, hoofd afdeling Richtlijnontwikkeling & Wetenschap NHG
Monique Verduijn, senior wetenschappelijk medewerker NHG?
Literatuur
Baser NT, Yalaz B, Yilmaz AC, Tuncali D, Aslan G. An unusual and serious complication of topical wart treatment with monochloroacetic acid. Int J Dermatol. 2008;47:1295-7.
Bruggink SC, Gussekloo J, Egberts PF, Bavinck JN, De Waal MWM, Assendelft WJ, et al. Monochloroacetic acid application is an effective alternative to cryotherapy for common and plantar warts in primary care: A randomized controlled trial. J Invest Dermatol. 2015;135:1261-7.
Chapman T, Mahadevan D, Mahajan A, Perez-Temprano A, McDiarmid J. Iatrogenic full-thickness chemical burns from monochloracetic acid. J Burn Care Res. 2006;27:545-7.
Kennisbank KNMP. Mono- en trichloorazijnzuur bij wratten https://kennisbank.knmp.nl/article/LNAmededelingen/150401.html. 2015.
Kulling P, Andersson H, Bostrom K, Johansson LA, Lindstrom B, Nystrom B. Fatal systemic poisoning after skin exposure to monochloroacetic acid. J Toxicol Clin Toxicol. 1992;30:643-52.
Kusch GD, McCarty LP, Lanham JM. Monochloroacetic acid exposure: A case report. Pol J Occup Med. 1990;3:409-14.
Pirson J, Toussaint P, Segers N. An unusual cause of burn injury: Skin exposure to monochloroacetic acid. J Burn Care Rehabil. 2003;24:407-9.
- Login om te reageren
Helder stuk alleen heeft het NHG recent de behandelrichtlijn wratten aangepast en aanbevolen MCA (en TCA) niet meer te gebruiken in de huisartsenpraktijk i.v.m. benoemde veiligheidsrisico's... Wat te doen?
- Login om te reageren