Zelfcontrole van glucosewaarden is gebruikelijk bij insuline afhankelijke diabetes. Maar is dit ook nuttig bij patiënten die geen insuline gebruiken? Nieuw onderzoek laat zien dat zelfmonitoring niet leidt tot een beter HbA1c of een betere kwaliteit van leven.
Amerikaanse onderzoekers wilden weten of zelfmonitoring van glucose met een vingerprik effectief is bij niet-insuline afhankelijke diabeten. In eerstelijns praktijken includeerden ze 450 niet-insuline afhankelijke diabeten (type 2) met een uitgangs-HbA1c tussen 6,5 en 9,5% (47,5 en 80,3 mmol/mol). Patiënten werden gerandomiseerd in drie groepen: geen zelfmonitoring, eenmaal daags zelfmonitoring of eenmaal daags zelfmonitoring met directe feedback en motivatie via sms. Daarnaast werden patiënten volgens de gebruikelijke zorg begeleid in de eerste lijn. Na een jaar was er geen verschil in HbA1c tussen de groepen met of zonder zelfmonitoring (−0,07%; 95%-BI −0,26% tot 0,12%). Ook was er geen verschil in kwaliteit van leven (SF-36). Andere factoren, zoals de hoogte van het uitgangs-HbA1c en de duur van de diabetes, hadden geen invloed op deze uitkomsten.
Dit onderzoek maakt nog maar eens duidelijk dat de gedachten van ‘meer meten’ en ‘zelfmanagement’ niet altijd leiden tot betere klinische uitkomsten op de lange termijn. Het bevestigt de resultaten van een eerdere meta-analyse en komt overeen met de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Daarin wordt alleen zelfcontrole geadviseerd bij patiënten met insuline.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.