De behandeling van atriumfibrilleren was de laatste jaren gericht op het herstel van een sinusritme door cardioversie en medicatie ( rhythm control). Die behandeling heeft vaak bijwerkingen en is ook lang niet altijd succesvol. Die nieuwe behandeling blijkt ook niet effectiever dan de aloude regeling van de ventrikelfrequentie ( rate-control). Zowel een Amerikaans1 als een Nederlands onderzoek2 vergeleek beide behandelingen bij een groep hoogrisicopatiënten (ouder dan 65 jaar en met een recidief na cardioversie). De anti-arritmische behandeling bood geen enkel voordeel ten opzichte van rate-control wat betreft mortaliteit of cardiovasculaire morbiditeit en ook niet voor de kwaliteit van leven. Er bestond zelfs een net niet significant voordeel bij rate-control. Deze bevindingen geven de behandeling van atriumfibrilleren terug in de handen van de huisarts, die met een beperkt farmacologisch arsenaal (bèta-blokkers, calciumantagonisten en eventueel digoxine) de hartfrequentie onder de 100 kan houden. Antistolling blijft belangrijk: bijna alle CVA's kwamen voor bij patiënten die geen of onvoldoende orale antistolling gebruikten. Bedacht moet worden dat het in beide onderzoeken om oudere patiënten gaat met veel comorbiditeit (hypertensie, coronaire aandoeningen). Voor patiënten die voor het eerst klachten hebben en jongere mensen blijft ritmecontrole op theoretische gronden voorlopig nog de behandeling van eerste keus. (HW)
Literatuur
- 1.↲The Atrial Fibrillation Follow-up Investigation of Rhythm Management (AFFIRM) Investigators. A Comparison of Rate Control and Rhythm Control in Patients with Atrial Fibrillation. N Engl J Med 2002;347:1825-33.
- 2.↲Van Gelder IC, et al. A comparison of rate control and rhythm control in patients with recurrent persistent atrial fibrillation. N Eng L Med 2002;347:1834-40.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.