Nieuws

De dokter onwel?

Gepubliceerd
5 februari 2014
Als arts heb je soms een sterke maag nodig. Pussende atheroomcysten, met een cirkelzaag bewerkte bouwvakkersvingers, cerumen met punnikdraadafmetingen of gebitsprothesen met restjes hachée van de week ervoor. Over het algemeen verdraag ik deze dingen goed. Maar ik heb één persoonlijke zwakte. En dat zijn ingegroeide teennagels.
Tijdens mijn co-schap chirurgie doorstond ik de meest lugubere buikoperaties. Een wigexcisie op de poliklinische OK werd mij echter fataal. De patiënt zag vrij bleek maar ik was degene die flauwviel. Ik dacht dat het zou schelen als ik de ingreep zelf zou uitvoeren, omdat je dan gefocust bent en flauwvallen gewoonweg geen optie is. Die proef op de som mocht ik nemen tijdens mijn eerste jaar van de huisartsenopleiding. Helaas moest ik halverwege mijn opleider vragen de schaar over te nemen omdat ik misselijk werd en sterretjes zag.
Ik vrees dat het te laat is. Ik ben een prachtige illustratie geworden van het fenomeen klassieke conditionering. Goede vriend Pavlov heeft ervoor gezorgd dat wanneer ik alleen al een ingegroeide teennagel zié, een fight or flight-reactie optreedt en mijn braakcentrum wordt geactiveerd.
Betekent dit dat ik nooit in staat zal zijn een patiënt van zijn ingegroeide teennagel af te helpen? Ben ik dan een slechte huisarts, als ik geen wigexcisies doe?
Ik vraag me af in hoeverre patiënten het zouden accepteren als hun huisarts bepaalde handelingen om persoonlijke redenen weigert. In de huidige crisistijd waarin patiënten zuinig zijn op hun eigen risico, heeft men het liefst een goede doe-het-zelver als huisarts. Toch is het een feit dat huisartsen onderling ontzettend kunnen verschillen in medische kennis en vaardigheden. Er zijn talloze optionele kaderopleidingen en nascholingen, waardoor iedere dokter met een ander pakket van kwaliteiten is toegerust. Bovendien deed een rondvraag onder collegae blijken dat ik bij lange na niet de enige dokter ben die zich ongemakkelijk voelt bij deze ingreep.
Ik hoef dus niet álles te kunnen en ongetwijfeld kan ik ‘mijn teennagels’ doorverwijzen naar een collega-huisarts of een chirurg. Anderzijds zegt mijn gevoel dat een goede huisarts ten minste in staat moet zijn een relatief eenvoudige ingreep als een wigexcisie uit te voeren.
Een goede reden om een handeling te weigeren is wanneer je deze niet beheerst. Maar onwel worden staat los van het wel of niet beheersen van een ingreep en is in mijn ogen ‘on-dokters’. Bovendien, een beetje arts laat zich niet uit het veld slaan door wat vasovagale verschijnselen.
Reden om me niet neer te leggen bij mijn onkunde. Ik wil Pavlov een loer draaien door mezelf te onderwerpen aan intensieve ‘exposure’-therapie. Als ik de ingegroeide teennagels blijf trotseren en af en toe succesjes boek, kan ik mezelf wellicht deconditioneren. Komend opleidingsjaar is daar de ideale gelegenheid voor. Er is nu immers nog een opleider aanwezig die me in geval van nood kan opvangen (figuurlijk en hopelijk niet letterlijk).
Maar mocht mijn teennagelfobie ondanks alle inspanningen toch persisteren, dan hoop ik later met een fijne collega samen te werken die er juist wel affiniteit mee heeft. Ik denk dat ik de patiënt dan best een eerlijke verklaring voor mijn doorverwijzen mag geven. Uiteindelijk toon ik hem liever mijn zwakte dan dat ik degene ben die de onderzoekskamer als eerste moet verlaten.
Sophie van der Voort
Sophie van der Voort is tweedejaars aios.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen