Achtergrond
Samenvatting onderzoeksgegevens
Atriumfibrilleren
Diepe veneuze trombose
-
Directe trombineremmers (ximelagatran – in Nederland niet op de markt) en dabigatran; drie RCT’s met 7596 deelnemers).
-
Factor Xa-remmers (rivaroxaban, apixaban en edoxaban; acht RCT’s met 20.349 deelnemers).
Overwegingen
Aanbevelingen
Voordelen | Nadelen | |
---|---|---|
Cumarinederivaten | Jarenlange ervaring met bewezen effectiviteit, ook bij ouderen en bij nierfalen. | Veel interacties, waardoor instelling (soms) lastig kan zijn. |
INR-controles helpen om therapietrouw te monitoren. | Patiënt is afhankelijk van INR-controles. | |
DOAC | Even effectief als vitamine-K antagonisten bij voorkómen van trombotische events. | Weinig bewijs bij kwetsbare ouderen. |
Vaste dosering, waardoor INR-controles niet meer nodig zijn. | Therapietrouw lastiger te monitoren. | |
Consistent beeld van minder hersenbloedingen dan bij gebruik van cumarinederivaten, ook in subgroepen. | Toename van maag/darmbloedingen bij ouderen ten opzichte van gebruik van cumarinederivaten. |
-
De patiënt beschikt over een voldoende nierfunctie (eGFR bij voorkeur > 45 maar ten minste 30 ml/min). Deze wordt bij aanvang van de therapie gecontroleerd en daarna ten minste jaarlijks. Bij een verslechterende nierfunctie zijn nierfunctiecontroles om de drie tot vier maanden noodzakelijk. Bij ieder herhalingsrecept controleert de huisarts of een voldoende recente bepaling van de nierfunctie beschikbaar is. Een nierfunctie van minder dan 50 ml/min is vaak reden voor dosisaanpassing (het eerst bij keus voor dabigatran). Bij een nierfunctie van minder dan 30 ml/min kan het voorschrijven van een DOAC beter worden overgelaten aan een specialist.
-
De patiënt kent het belang van goede therapietrouw en beschikt over voldoende motivatie en cognitieve vermogens om de tabletten volgens voorschrift in te nemen, zo nodig ondersteund door een baxter of medicijndoos.
-
De huisarts spreekt twee tot drie weken na de start van de medicatie een controleconsult af en informeert dan naar bijwerkingen en de therapietrouw. Als de therapietrouw bijvoorbeeld door bijwerkingen onvoldoende is, moet alsnog overzetting op een cumarinederivaat worden overwogen.
Vervolgstappen
Bijlagen
Literatuur
- 1.Adam SS, McDuffie JR, Ortel TL, Williams Jr JW. Comparative effectiveness of warfarin and new oral anticoagulants for the management of atrial fibrillation and venous thromboembolism: A systematic review. Ann Intern Med 2012;157:796-807.
- 2.Ageno W, Mantovani LG, Haas S, Kreutz R, Monje D, Schneider J, et al. Safety and effectiveness of oral rivaroxaban versus standard anticoagulation for the treatment of symptomatic deep-vein thrombosis (XALIA): An international, prospective, non-interventional study. Lancet Haematol 2016;3:e12-21.
- 3.Bruins Slot KM, Berge E. Factor Xa inhibitors versus vitamin K antagonists for preventing cerebral or systemic embolism in patients with atrial fibrillation. Cochrane Database Syst Rev 2013:CD008980.
- 4.Lin L, Lim WS, Zhou HJ, Khoo AL, Tan KT, Chew AP, et al. Clinical and safety outcomes of oral antithrombotics for stroke prevention in atrial fibrillation: A systematic review and network meta-analysis. J Am Med Dir Assoc 2015;16:1103.e1-19.
- 5.Robertson L, Kesteven P, McCaslin JE. Oral direct thrombin inhibitors or oral factor XA inhibitors for the treatment of deep vein thrombosis. Cochrane Database Syst Rev 2015:CD010956.
- 6.Salazar CA, del Aguila D, Cordova EG. Direct thrombin inhibitors versus vitamin K antagonists for preventing cerebral or systemic embolism in people with non-valvular atrial fibrillation. Cochrane Database Syst Rev 2014:CD009893.
- 7.Wallentin L, Yusuf S, Ezekowitz MD, Alings M, Flather M, Franzosi MG, et al. Efficacy and safety of dabigatran compared with warfarin at different levels of international normalised ratio control for stroke prevention in atrial fibrillation: An analysis of the RE-LY trial. Lancet 2010;376:975-83.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.