Griepvaccinatie bij kanker heeft voordeel van de twijfel

De auteurs deden een literatuuronderzoek naar de effectiviteit van griepvaccinatie bij patiënten met kanker die vanwege de aard van de kanker of de behandeling een verminderde weerstand hadden. Zij selecteerden patiënten met hematologische maligniteiten, na een beenmergtransplantatie of met solide tumoren die chemotherapie of immunosupressiva kregen. In totaal vonden zij elf onderzoeken: vijf RCT’s en zes observationele onderzoeken. Bij de RCT’s was er geen statistisch significant verschil wat betreft mortaliteit, bij de observationele onderzoeken varieerde de mortaliteit van 12% tot 44% minder sterfte na vaccinatie. In een RCT en een observationeel onderzoek werden significant minder influenza-infecties aangetoond. Een andere RCT liet minder ziekenhuisopnames zien na vaccinatie, maar geen observationeel onderzoek kon dit aantonen. Wat pneumonie betreft, was de situatie net omgekeerd. Levensbedreigende complicaties werden niet gemeld.

De NHG/SNPG Handleiding Griepvaccinatie (pdf) adviseert om patiënten met kanker een griepvaccinatie te geven. De belangrijkste overwegingen hierbij zijn de aanwezigheid van antistoffen bij gevaccineerden en het ontbreken van levensbedreigende bijwerkingen. Uit deze Cochrane-review blijkt dat influenzavaccinatie bij kankerpatiënten een licht voordeel heeft ten opzichte van niet vaccineren. Het gaat hier echter om een beperkt aantal onderzoeken die bovendien van relatief beperkte kwaliteit zijn. Vaccineren heeft dus het voordeel van de twijfel.