Steeds meer eerstelijnsdiagnostiek

De onderzoekers gebruikten gegevens uit de Clinical Practice Research Datalink, waarin gegevens zitten van zo’n 7% van de Britse bevolking. Ze vonden bijna 263 miljoen diagnostische verrichtingen die betrekking hadden op ruim 71 miljoen persoonsjaren en analyseerden op basis daarvan trends in het gebruik van diagnostiek in de loop van de tijd.

Na correctie voor leeftijd en geslacht bleek het volume aan diagnostiek jaarlijks met 8,5% toe te nemen (95%-BI 7,6% tot 9,4%) van 14.869 diagnostische verrichtingen per 10.000 persoonsjaren in 2000/2001 tot 49.267 in 2015/2016, wat correspondeert met een vermenigvuldiging van 3,3. Wel bleek de groei van het aantal diagnostische verrichtingen af te zwakken na de introductie van het Quality and Outcomes Framework in 2004.

De grootste groep betreft de laboratoriumbepalingen, die ook het hardst groeien (jaarlijks 8,7%). Bepaling van de nierfunctie werd het meest frequent aangevraagd, gevolgd door algemeen hematologisch onderzoek en leverfunctietests. Beeldvormend onderzoek en overig onderzoek (zoals spirometrie, coloscopie en ecg) groeiden minder snel (jaarlijks respectievelijk 5,5 en 6,3%).

De sterkste jaarlijkse stijgers waren de MRI-knie (69%) en vitamine-D-bepalingen (54%). Gestage stijgers waren bepalingen van vitamine B12, C-reactief proteïne, ijzer, folaat en ferritine.

Net als in Engeland zal het aantal diagnostische aanvragen in Nederland zeker ook enorm zijn toegenomen. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat tot deze groei heeft geleid.