Waarom koos je voor een extra functie als clubarts voor Excelsior?
“Het huidige medisch hoofd van Excelsior, John van Ochten, is een collega van me. Hij benaderde me voor die functie. Ik heb altijd affiniteit gehad met sport en heb in mijn jeugd zelf hoog gevoetbald bij Feyenoord en SVV (Schiedam). Daarnaast heb ik de kaderopleiding Bewegingsapparaat gedaan, daar sluit dit werk mooi op aan. Als kaderhuisarts heb ik bijvoorbeeld wetenschappelijke verdieping te bieden rond sportblessures en het omgaan met teamsport. Een belangrijke motivatie is ook dat het huisartsenvak er leuker en interessanter op wordt. Zo’n functie brengt afwisseling en is leerzaam.”
Wat doet een clubarts?
“Er zijn twee hoofdlijnen: de behandeling van blessures en preventie. We keuren nieuwe spelers en doen een nulmeting. Maar ook als spelers verkouden zijn of een griepje hebben, komen ze naar me toe. Ze kloppen zelfs wel aan als hun vrouw iets heeft. Ik benader mijn werk als clubarts puur vanuit het perspectief van de huisarts. Vanmiddag ga ik even bij de training kijken, om te zien of er problemen of blessures zijn. Blijkt dat een speler ziek thuiszit, dan bel ik hem meteen: ‘Joh, wat is er aan de hand?’ Dan ben ik bijna een soort bedrijfsarts.”
“Voor mij is er slechts één belang en dat is de gezondheid van de speler”
Ben je ook een vertrouwenspersoon voor de spelers?
“Jazeker, die vertrouwensrelatie is heel belangrijk, vooral daarin moet je als clubarts investeren. Dus ook eens een arm om spelers heen slaan en vragen hoe het thuis gaat: met hun vrouw, de kinderen. Dat kan een positief effect hebben op het spel. En dan bedoel ik niet voetbaltechnisch. Het gaat mij erom dat ze goed in hun vel zitten. Daaraan bijdragen is absoluut een van onze taken. Spelers zullen er nooit om vragen, maar onbewust is er zeker behoefte aan: ze vertellen je heel veel.”
Hoe ziet het medisch team eruit?
“Het werk is verdeeld over drie artsen: een huisarts, een sportarts en een orthopeed. Bij elke uit- en thuiswedstrijd van team 1 en 2 is een van ons aanwezig. Eens in de paar maanden hebben we een medisch overleg, dat gaat meestal over blessures. In het team zitten ook medisch verzorgers, een fysiotherapeut, een inspanningsfysioloog, een diëtist en een psycholoog op consultbasis.”
Schuurt het gezondheidsbelang wel eens met het teambelang?
“Uiteraard zijn er op dat gebied regelmatig spanningen, maar de vraag is hoe je daarmee omgaat. Voor mij is er slechts één belang en dat is de gezondheid van de speler. Daarbij houd ik altijd de lange termijn in gedachten. Soms moet je een speler tegen zichzelf beschermen en bepaal je dat hij niet terug het veld op mag. Dus niet even oplappen en hup, daar je ga weer. Daar loop ik niet voor weg. Het mooie is: daar ben ik voor opgeleid.”
Hoe ga je om met het gebruik van pijnstillers?
“Daar hebben we regelmatig gesprekken over. We proberen in principe de huisartsenrichtlijn voor pijnbestrijding aan te houden. Dus beginnen we met paracetamol. Soms vragen spelers om een NSAID, zoals diclofenac, maar het gebruik daarvan proberen we binnen de perken te houden, want die middelen zijn zeker niet risicoloos. Ons beleid is dat spelers ze op wedstrijddagen sowieso niet gebruiken. En ik ben dokter, hè, dus ik schrijf het liefst helemaal geen medicijnen voor.”
Patrick Krastman heeft een huisartsenpraktijk in Bergschenhoek, is kaderhuisarts Bewegingsapparaat en werkt gemiddeld 10 uur per week als clubarts bij S.B.V. Excelsior in Rotterdam. Ook zit hij sinds kort in de medische commissie van de Marathon Rotterdam en is hij promovendus aan het Erasmus MC.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
