Wetenschap

Jaarlijkse influenzavaccinatie beschermt ouderen extra tegen overlijden

Gepubliceerd
10 oktober 2007

Wat is bekend?

  • Griepvaccinatie leidt tot serologische bescherming tegen influenza infectie.

Wat is nieuw?

  • Het herhaaldelijk vaccineren tegen influenza beschermt daadwerkelijk tegen overlijden in een populatie van ouderen die niet in een verpleeghuis wonen.

Inleiding

Hieronder beschrijven we kort de resultaten van ons onderzoek dat eerder gepubliceerd is in de JAMA. De uitkomsten zijn van belang voor de Nederlandse huisarts. Influenza is een jaarlijks terugkerende bedreiging voor de gezondheid van vooral ouderen en chronisch zieken. De jaarlijkse influenza vaccinatie campagne, die door de Nederlandse huisartsen wordt uitgevoerd, moet de ziektelast en mortaliteit door influenza verminderen. Patiënten die behoren tot de zogenaamde risicogroepen krijgen in oktober en november van hun huisarts een uitnodiging voor de jaarlijkse griepprik. Een hele exercitie. Voordouw en collega’s van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en het Erasmus MC vroegen zich af hoe zinvol het is om mensen jaarlijks te blijven vaccineren.

Hoe zinvol is jaarlijkse revaccinatie?

Hoewel er veel onderzoeken zijn gedaan bij oudere patiënten in bijvoorbeeld verpleeghuizen of ziekenhuizen, was deze vraag nog niet eerder wetenschappelijk onderzocht bij oudere patiënten in de huisartsenpraktijk. De onderzoekers verrichtten daarom een epidemiologisch onderzoek naar het klinische nut van het jaarlijks revaccineren. Zij deden dit door het risico op overlijden na revaccinatie te bepalen en te vergelijken met het risico op overlijden bij nieuw gevaccineerden en bij niet-gevaccineerden. De resultaten van dit onderzoek werden in november 2004 gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift JAMA en worden hier samengevat om huisartsen te informeren over het nut van hun participatie in de jaarlijkse vaccinatiecampagne.

Het onderzoek

De onderzoekers volgden een groep van 65-plussers in de periode 1 oktober 1996 tot 1 oktober 2002 in de Integrated Primary Care Information (IPCI) database. Deze door de afdeling Medische Informatica van het Erasmus MC onderhouden database bevat de volledige geanonimiseerde elektronische patiëntendossiers van meer dan 150 huisartsen verspreid over Nederland. De database bevat onder andere gegevens over leeftijd, geslacht, aandoeningen, geneesmiddelenvoorschriften, vaccinaties, verwijzingen, opnames en overlijden. Huisartsen met een inconsistente registratie van influenzavaccinatie in het medische dossier werden van het onderzoek uitgesloten. Van de geïncludeerde patiënten werden ieder jaar de influenzavaccinaties geteld. Onderbrekingen en herstart werden apart gedefinieerd alsook de weigeraars. Vervolgens werd de overlijdenskans vergeleken tussen de gevaccineerden en de niet-gevaccineerden, waarbij met name onderzocht werd of de kans op overlijden bij gerevaccineerden lager was dan bij niet-gevaccineerden of bij nieuw gevaccineerden. In de analyse werd steeds rekening gehouden met leeftijd, geslacht, epidemisch jaar en comorbiditeit.

Resultaten

Van de 26071 geselecteerde personen (58% vrouw) met een gemiddelde leeftijd van 73 jaar en een gemiddelde follow-up van 3 jaar, overleden er 3485 gedurende de observatieperiode. Meer dan de helft van de populatie (53%) had een chronische aandoening, meestal hypertensie of een cardiovasculaire ziekte. De jaarlijkse vaccinatiegraad varieerde tussen de 64% en 74% en de vaccins hadden steeds een goede match met het circulerende virus (met name A/H3N2), behalve in het seizoen 1997-1998. De gemeten sterkte van de influenza epidemieën in de onderzoeksperiode varieerden van 7 (erg laag) in 2000-2001 tot 32 gevallen per 10.000 inwoners in 1999-2000.

Overlijdensrisico na influenza (re)vaccinatie

In het algemeen hadden gevaccineerden een 22% lager risico op overlijden dan niet-gevaccineerden (95%-BI 15-28). Bij de eerste vaccinatie was de kans al 10% lager dan bij niet-gevaccineerden, maar bij herhaaldelijke vaccinatie werd dit 24% (95%-BI 17-30) minder kans op overlijden. Het verschil was sterker merkbaar tijdens de epidemische periodes (28% minder overlijden) dan tijdens de zomermaanden juli-augustus (11% minder overlijden, niet statistisch significant). Ook vergeleken met nieuw gevaccineerden was het overlijdensrisico na revaccinatie significant lager (15% minder overlijden). Stoppen met vaccineren leidde al gelijk in het eerste jaar tot een 25% hoger risico op overlijden (95%-BI 10-42) wat toenam naar gelang men langer stopte, terwijl bij herstarten van vaccinatie na een interruptie gelijk weer een verlaging van het risico op overlijden werd waargenomen. Overigens waren niet-gevaccineerden minstens even gezond als gevaccineerden. Revaccinatie bleek iets sterker beschermend bij gezonde personen dan bij chronisch zieken en werd bovendien pas beschermend vanaf de leeftijd van 70 jaar of ouder. Dit laatste heeft waarschijnlijk te maken met leeftijdsgebonden doodsoorzaken. In de oudere leeftijdsgroep spelen infectieziekten mogelijk een relatief grotere rol. Zo bleek vooral overlijden ten gevolge van infectie of ten gevolge van ouderdom verlaagd na revaccinatie. Ten opzichte van vaccinweigeraars werd er geen voordeel van (re)vaccinatie waargenomen. Uit eerder onderzoek is bekend dat vaccinweigering vaker voorkomt bij personen die hun gezondheid als goed ervaren wat een verklaring kan zijn voor het wegvallen van het verschil. Op basis van de resultaten kon worden berekend dat met 302 gevaccineerden tenminste één overlijden zou kunnen worden voorkómen bij een vaccinatiegraad van rond de 70%.

Conclusie

In hun conclusie benadrukken de onderzoekers dat revaccinatie is geassocieerd met een verlaging van het overlijdensrisico, ook bij ouderen boven de 80 jaar. Dit onderzoek onderschrijft het nut van het jaarlijks revaccineren van zowel gezonde als chronisch zieke personen van 65 jaar en ouder.

Bespreking

De gedetailleerde huisartsgegevens, geregistreerd zonder wetenschap van de onderhavige vraagstelling, maakten het mogelijk een valide schatting te maken van het (re)vaccinatie-effect, door de mogelijkheid om voor de invloed van comorbiditeit te corrigeren en de afwezigheid van selectiebias. Deze vraagstelling zou onmogelijk met een gerandomiseerd onderzoek kunnen worden beantwoord. Zoals bij elk observationeel niet-gerandomiseerd onderzoek kan er sprake zijn van rest-confounding, dat houdt in dat andere factoren de bevindingen beïnvloeden. Omdat echter gecorrigeerd is voor een groot aantal aandoeningen is het niet aannemelijk dat het gevonden effect volledig verklaard wordt door meer ziekte en daardoor overlijden in de niet-gevaccineerde referentiegroep.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen