Slechts een kwart van de kinderen met een extreem laag geboortegewicht heeft geen beperkingen in het dagelijks leven op vijfjarige leeftijd. Dit is de schokkende conclusie van Finse onderzoekers. Zij volgden 351 kinderen met een geboortegewicht onder de 1000 gram. Zoals te verwachten was de neonatale sterfte hoog, namelijk 40%. Van de 206 overlevenden was 50% geboren bij een zwangerschapsduur korter dan 27 weken. Negen procent bleek een aangeboren afwijking of syndroom te hebben. De kinderen hadden beperkingen op verschillende gebieden, zoals neurologische afwijkingen (bij 43%, waarvan 14% ernstig), gezichtsvermogen (10% ontwikkelde retinopathie wat een ernstige risicofactor is voor het ontwikkelen van visusklachten: odds ratio 10,6), gehoor (4% kreeg een gehoorapparaat) en intelligentie (9% had een cognitieve achterstand). Al met al had slechts 26% van de vijfjarige kinderen zich volledig normaal ontwikkeld. De auteurs concluderen daarom dat ondanks het op zich verheugende feit dat meer kinderen met een extreem laag geboortegewicht overleven, er geen verbetering lijkt te zijn in het aantal kinderen met handicaps. Een lichtpuntje is dat veel kinderen (52%) professionele begeleiding kregen, zoals fysiotherapie, logopedie, ergotherapie en audiovisuele hulp. De beperkingen worden grotendeels dus wel (h)erkend. Met de moderne ontwikkelingen kunnen we steeds meer, zoals te kleine kindjes in leven houden. Dit zijn echter altijd gehandicapte kinderen tot zij zelf het tegendeel bewezen hebben. (EL)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.