Praktijk

De opleiding in de dagelijkse praktijk

Gepubliceerd
10 november 2006

Deze serie gaat over medisch onderwijs in de huisartsenpraktijk, over vakmanschap en meesterschap. We volgen de opleider op zijn weg als huisarts, didacticus, manager en enthousiast professional. De eerste afleveringen gingen over goede redenen om te gaan opleiden, het aanmelden en de selectie als opleider, het opleiden in het basiscurriculum en de onderwijsmethodiek in Maastricht. We volgen nu huisarts Martin Pieters, die na de introductiecursus zijn eerste aios opleidt.

Introductie van de aios in de praktijk

Na een door het instituut georganiseerde meeting heeft Martin enkele aios uitgenodigd om zijn praktijk te komen bekijken. Over de uitkomst ervan is hij zeer content: hij is gekoppeld aan Anke, die tijdens de basisopleiding bij hem stage heeft gelopen en mede daardoor besloot de huisartsopleiding te gaan volgen. Vandaag is haar eerste dag in de praktijk en in de wachtkamer hangt een fraaie introductieposter.Volgens de opdrachten van het instituut kijkt Anke ’s ochtends mee met de assistentes en daarna met het spreekuur van Martin. Aan het eind van de dag is er een nabespreking met een van de assistentes en Martin.

Het werk van de praktijkassistente

Anke moet ook de dagelijkse werkzaamheden, de medisch-inhoudelijke taken en de communicatie met patiënten en de huisarts(en) van de assistentes leren kennen. Daarna maakt ze werkafspraken met de assistente, in overleg met Martin. Haar observatiepunten zijn:

  • Wat zijn de taken van de praktijkassistente(n) in deze praktijk?
  • Welke diagnostische en therapeutische taken heeft ze? (Denk aan RR-meting, gehoortest, BSE- en andere labbepalingen, oren uitspuiten, bandageren, wondverzorging, uitstrijkjes.)
  • Hoe heeft ze haar werk georganiseerd?
  • Hoe wordt met telefonische vragen omgegaan? Verbindt ze snel door? Vraagt ze zelf door? Wat voor soort informatie geven de patiënten aan haar? Hoe gaat ze om met visiteaanvragen? Welke recepten schrijft ze zelfstandig uit?
  • Hoe verloopt de onderlinge communicatie tussen assistente en huisarts(en)? Ad hoc of geclusterd? Wat wordt besproken? Hoe worden taken gedelegeerd dan wel overgedragen?

De eerste nabespreking

Martin neemt de eerste nabespreking op met de video voor de didactische training op het instituut. Dit heeft ook een functie voor de aios: ‘Kijk naar jezelf, reflecteer, sta open voor feedback en verbeter zaken waar nodig’. ‘Anke, wat is je vanochtend bij de assistentes het meest opgevallen?’, vraagt Martin. ‘Ik wist niet dat er zoveel door hen wordt gedaan’, antwoordt Anke. ‘De intake, planning, administratie, labwerk en directe hulpverlening bij ongevalletjes. De triage lijkt er met de komst van de praktijkondersteuner niet eenvoudiger op geworden; ze moeten meer uitvragen om naar de juiste hulpverlener te verwijzen. Wel is er veel ruimte voor ad hoc overleg met jou, maar stoort jou dat niet?’ Martin reageert defensief: ‘Dat is onze cultuur, korte lijnen en een snelle afhandeling van vragen aan de balie. Het gestoord worden neem ik voor lief, ik heb er niet zoveel last van.’ ‘De patiënt misschien wel’, reageert Anke. Martin laat niets merken van zijn lichte irritatie. ‘Zullen we nu werkafspraken maken voor de komende drie maanden?’

Observatie van de opleider

‘Nu je observatie van mij’, vervolgt Martin. ‘Het doel was nader kennis te maken met de huisartsgeneeskundige benadering van patiënten en klachten en te oefenen in het gericht observeren. Zullen we de punten een voor een doornemen?’ Anke pakt haar lijstje erbij:

  • De arts-patiëntrelatie, een vertrouwensrelatie: ga na hoeveel en hoe er in het consult wordt geïnvesteerd in de relatie, zowel door de patiënt als de arts.
  • Het behandelingsplan: in dit deel van het consult wordt de patiënt - met inachtneming van zijn vragen, anamnese en lichamelijk onderzoek - een mogelijke therapie en advies voorgelegd. Eventuele verdere acties worden besproken, inclusief vervolgafspraken. Ga na hoe de opleider dit doet:
      • op welke wijze komen de vragen van de patiënten aan de orde?
      • hoe gaat het informatie geven?
      • is de opleider directief (in de vorm van opdrachten geven en afspraken vastleggen) of komt het behandelingsplan via overleg tot stand?
Anke is onder de indruk van de natuurlijke wijze waarop Martin vertrouwensrelaties creëert. ‘Dat is zo abstract’, vindt Martin. ‘Kun je aangeven wat in mijn gedrag bijdraagt aan een vertrouwensrelatie?’ Hij merkt dat de introductietraining hem houvast geeft: hij exploreert, vraagt door en concretiseert. Over het overleg met de patiënt is Anke kritischer: ‘Je bent wat directief, maar werkt daardoor wel lekker vlot. Vraagverheldering kost volgens mij veel tijd. Doe je dat bewust zo weinig?’ Dit leergesprek verloopt prima; een goede discussie, met aan het eind de afspraak dat Anke in de literatuur op zoek gaat naar evidence voor patiëntgericht werken: wat zijn de voor- en nadelen en hoe pas je het toe in de praktijk van alledag? ‘Morgen kom ik een paar consulten bij jou zitten’, zegt Martin. ‘Neem het maar direct op, dan gebruiken we de opname bij de nabespreking. Ik ben benieuwd wat ze op de terugkomdag van mijn didactische inspanningen vinden. Dank je, ik vond het leuk weer eens stil te staan bij mijn manier van werken!’

Paul Ram, huisarts, hoofd Huisartsopleiding Universiteit Maastricht

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen