In H&W 9 (blz. 444-446) stellen Bruens, Keijman en Van den Berg de noodzaak tot het dragen van steriele handschoenen bij kleine ingrepen in de huisartsenpraktijk ter discussie. Een terechte vraag, zeker wanneer we ons realiseren dat het advies om steriele handschoenen te dragen bij deze ingrepen in veel praktijken niet gevolgd wordt. De manier waarop deze discussie door hen vervolgens wordt gevoerd vraagt echter om een reactie. De auteurs spreken over een NHG-Richtlijn Infectiepreventie. Deze naamgeving is verwarrend; de NHG-Richtlijn is in feite een praktijkkaart die volledig is gebaseerd op de richtlijn infectiepreventie die is opgesteld door de Werkgroep Infectie Preventie (WIP) en vastgesteld door de Gezondheidsraad. Als zodanig is de WIP-Richtlijn bindend voor de hele beroepsgroep. De richtlijnen zijn zoveel mogelijk vastgesteld op evidence. Zoals de auteurs zelf ook hebben geconstateerd is er weinig goed onderzoek beschreven naar het voorkomen van wondinfecties in relatie tot het gebruik van steriele handschoenen bij kleine ingrepen in de huisartspraktijk. Zij vonden slechts twee artikelen, beide over onderzoek in het ziekenhuis. In die situatie leek het niet uit te maken of de gebruikte handschoenen steriel waren. Op zoek naar meer bewijs hebben zij hun literatuuronderzoek uitgebreid naar het voorkomen van bacteriële contaminatie op niet steriele handschoenen, hebben zij een retrospectief onderzoek gedaan naar het optreden van wondinfecties bij één arts en werden enkele kweken genomen van het oppervlak van niet steriele handschoenen. Hoe dit onderzoek is uitgevoerd en over welke handschoenen het precies gaat (latex, vinyl of plastic) is niet vermeld. De auteurs stellen dat de WIP-richtlijn is gebaseerd op een ‘expert opinion’ van meer dan vijftig jaar geleden. Deze werd in 2004 bij het opstellen van de richtlijn nog steeds als juist gezien. Het is ook een logische gedachte dat steriele handschoenen geen infectiebron kunnen zijn. Het nu aangedragen ‘bewijs’ dat steriliteit onnodig is en dat de richtlijn dus aangepast moet worden is naar ons idee onvoldoende onderbouwd. F.W. Dijkers M. Bouma R. Dijkstra
Antwoord
Wij hebben ons inderdaad gebaseerd op de praktijkkaart. Deze heeft als titel echter wel ‘Richtlijn infectiepreventie’. Wij hebben deze titel overgenomen zodat voor de lezers duidelijk is welke richtlijn wij bedoelen. Wij hebben inderdaad retrospectief alle verrichtingen van één huisarts in opleiding in twee opleidingspraktijken beschreven. Zowel het type ingrepen, de manier van werken als het vaststellen van wondinfecties zijn herkenbaar voor huisartsen. Omdat onze aantallen gering zijn en vanwege het retrospectieve karakter hebben wij dit artikel gepresenteerd als een discussiestuk. Over zowel het gebrek aan onderzoek, als het gebruik van niet steriele handschoenen in veel praktijken zijn wij het eens. Verder is het inderdaad een logische gedachte dat steriele handschoenen geen infectiebron kunnen zijn. Maar om daaruit te concluderen dat steriele handschoenen daarom nodig zijn in huisartspraktijk gaat ons te ver. Wij kunnen op grond van ons eigen onderzoek en de beschikbare literatuur aannemelijk maken dat niet steriele handschoenen in de praktijk voldoen. Dit ‘bewijs’, zoals Dijkers et al dit noemen, lijkt krachtiger dan het ontbreken van bewijs in de huidige richtlijn. Zoals Dijkers et al aangeven is het formeel voor de beroepsgroep juist de WIP-richtlijn infectiepreventie te volgen. Er kan echter getwijfeld worden aan de wetenschappelijke onderbouwing van de richtlijn op dit punt. Alleen een goed opgezette RCT kan hier een definitief antwoord geven. Tot die tijd zal deze discussie voortduren. M.L. Bruens, J. Keijman, P.J. van den Berg
Reacties
Er zijn nog geen reacties.