Wat bevordert de zorg voor patiënten met een cardiovasculaire aandoening en wat staat die zorg in de weg? Daarover spraken Canadese onderzoekers in negen focusgroepen met een vijftigtal huisartsen. Volgens de huisartsen zijn patiënten die een hartinfarct hebben gehad of een ischemische hartziekte hebben, makkelijker te motiveren om leefstijladviezen op te volgen en nieuwe medicatie te slikken dan patiënten zonder klachten. Die patiënten hebben soms weerstand tegen het slikken van pillen, en willen eerst alternatieve behandelingen proberen. Juist omdat ze hun patiënten goed kennen, denken de huisartsen dat zij hun patiënten goed kunnen overtuigen van het belang van verandering in medicatie en leefstijl. Huisartsen kunnen patiënten stukje bij beetje over de schreef trekken: bij ieder contact één pilletje erbij, één leefstijladvies bespreken. Richtlijnen voor huisartsen zouden daar rekening mee kunnen houden door een gefaseerde aanpak te propageren. Maar soms komen hart- en vaatziekten in het contact tussen de huisarts en de patiënt steeds maar niet ter sprake omdat andere aandoeningen alle tijd opsouperen: de comorbiditeit van patiënten met cardiovasculaire aandoeningen is soms aanzienlijk. De vertrouwelijke verhouding tussen huisarts en patiënt maakt het soms moeilijk steeds weer te beginnen over leefstijl, roken en pillen. Dan kan een praktijkondersteuner uitkomst bieden. (GvdW)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.