Nieuws

Ziek van vluchten

Gepubliceerd
10 april 2004

Dertigduizend vluchtelingen wachten al langer dan drie jaar in een azc, waar afhankelijkheid, gebrek aan privacy en onzekerheid over de toekomst leiden tot identiteitsverlies en hospitalisering. Geen wonder dat zij met veel psychische problemen en lichamelijke klachten kampen, waarbij er een verband blijkt te bestaan tussen de duur van de asielprocedure en de hoeveelheid psychische klachten. De sterfte in de centra is 24% hoger dan onder Nederlanders. Aandacht voor achtergrond, context en zingeving zijn bij uitstek taken van de huisarts, en bij vluchtelingen zelfs een voorwaarde voor optimale behandeling. Toch blijken er knelpunten te zijn in de huisartsenzorg voor vluchtelingen. Huisartsen vinden de zorg complex en tijdsintensief door communicatieproblemen en afwijkende ideeën over ziekte en behandeling. Ze zeggen onvoldoende te weten van traumatisering en ze constateren een gebrek aan verwijsmogelijkheden. Asielzoekers en ook vluchtelingen met een verblijfstatus blijken niet erg tevreden over de huisarts: ze voelen zich niet serieus genomen door ‘dokter paracetamol’. Mogelijk komt dit door het gebrek aan continuïteit in persoonlijke zorg waardoor er geen vertrouwensband kan ontstaan of door de tussenpersoon van de toegeleidingsfunctionaris waardoor de huisartsenzorg niet zo laagdrempelig is als voor andere patiënten. Dit is een greep uit het boek dat verscheen ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Pharos, het landelijke kenniscentrum vluchtelingen en gezondheid. Het boek bevat vijf zeer lezenswaardige bijdragen over de vreemdelingenwet en opvangprocedure, de gezondheid van en de psychologische en medische zorg voor vluchtelingen in Nederland. Enkele onderwerpen hebben een bredere reikwijdte, zoals de beschouwingen over transculturele zorg en over (de twijfels over) de universele geldigheid en toepasbaarheid van het – sinds de jaren tachtig explosief in aandacht gegroeide – begrip posttraumatische stressstoornis. Vluchtelingen worden sinds tien jaar niet meer beschouwd als helden maar als profiteurs en het overheidsbeleid is meer gericht op terugdringing dan op bescherming van de vluchteling. In dit klimaat is de liefdevolle betrokkenheid van de schrijvers bij de vluchteling een verademing. Veel huisartsen kennen deze betrokkenheid ook en worstelen met een gevoel van machteloosheid bij het aanhoren van zoveel ongeluk en onrecht. Moge onderstaand citaat uit de bijdrage van David Ingleby hen een hart onder de riem steken: ‘Deskundige objectiviteit impliceert geenszins dat men zich in maatschappelijke kwesties als naïeveling moet opstellen. Soms zijn hulpverleners en artsen de enige getuigen van de gevolgen van onrecht en onderdrukking. Zij hebben dan niet alleen de plicht om hun patiënten te helpen, maar ook om misstanden waarvan zij getuige zijn geweest, aan de kaak te stellen.’

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen