Nieuws

Antihistaminica bij verkoudheid

Gepubliceerd
10 februari 2004

Achtergrond Ook al is verkoudheid de meest voorkomende aandoening, toch ziet de huisarts maar weinig patiënten met verkoudheidsklachten op het spreekuur. H 1-antagonisten (antihistaminica) worden toegepast als symptomatische behandeling van allergische aandoeningen die berusten op het vrijkomen van histamine. Naast ‘klassieke’ H 1-antagonisten met dempende werking op het zenuwstelsel is er een nieuwe groep niet-sederende antihistaminica ontwikkeld. Bij allergie reageert de neus op allergenen met het vrijkomen van histamine wat klachten geeft in de vorm van rinorroe, neusverstopping en niezen. Omdat antihistaminica bij deze klachten helpen, heeft het idee postgevat dat antihistaminica ook helpen bij vergelijkbare klachten bij verkoudheid. Bij verkoudheid komt echter geen histamine vrij en werken antihistaminica dan ook niet; ze zouden hooguit symptomen kunnen onderdrukken. Methode Relevante RCT's naar verkoudheid bij volwassenen of kinderen behandeld met antihistaminica werden in de gangbare databases, via experts en bij farmaceutische bedrijven opgespoord. Resultaten Er werden 46 artikelen gevonden waarvan er 32 aan de inclusiecriteria voldeden. In de 32 artikelen werden 35 RCT's beschreven. In 22 onderzoeken werd gekeken naar de werking van een antihistaminicum als monotherapie en in 13 onderzoeken naar een (combinatie van) antihistaminica met andere medicatie. Er werd geen bewijs gevonden voor enige werking van een antihistaminicum op het herstel bij verkoudheid bij kinderen of volwassenen. De klassieke antihistaminica hebben een gering effect op de rinorroe en niezen terwijl de niet-sederende antihistaminica dit effect niet hebben. Bij klassieke antihistaminica worden significant meer bijwerkingen (sufheid) gemeld. In twee onderzoeken bij kleine kinderen werd geen effect gevonden van de combinatie van een antihistaminicum met decongestiva. In elf onderzoeken bij oudere kinderen en volwassenen werd in de meeste gevallen wel effect gevonden op subjectief herstel en de ernst van de neusklachten. Conclusie Antihistaminica (zowel bij kinderen als bij volwassenen) geven als monotherapie geen verlichting van neusverstopping, rinorroe, niezen of subjectieve verbetering van de verkoudheidsklachten. Klassieke antihistaminica geven meer bijwerkingen (sufheid) dan placebo. De combinatie van antihistaminica met decongestiva is niet effectief bij kleine kinderen. Bij oudere kinderen en volwassenen wordt er wel een effect op herstel en neusklachten gevonden. Het is echter niet duidelijk of deze effecten ook klinisch relevant zijn.

Commentaar

Het is opmerkelijk dat er zoveel onderzoeken zijn gedaan naar de werking van een theoretisch niet werkzaam geneesmiddel bij een niet ernstige aandoening. Een antihistaminicum als monotherapie is volgens de review niet werkzaam. Bij volwassenen zou de combinatie van een antihistaminicum met een decongestivum wel verbetering van neusverstopping geven en leiden tot subjectief minder last van de verkoudheid. In een andere Cochrane-review naar de werking van decongestiva bij verkoudheid werd geconcludeerd dat eenmalige toediening van decongestiva (als monotherapie) enigszins effectief omdat het kortdurende subjectieve verbetering van de klachten van neusverstopping geeft. Over het effect van vaker toedienen gedurende meerdere dagen is onvoldoende bekend.1 De toevoeging van een antihistaminicum aan een decongestivum zou het effect verder kunnen versterken, maar er is geen onderzoek waarbij die combinatie wordt vergeleken met alleen een decongestivum. In 5 van de 6 onderzoeken bleek er een statistisch significant effect van de combinatie, maar al deze onderzoeken vertonen duidelijke methodologische tekortkomingen zoals een te kleine onderzoeksgroep, aanzienlijke uitval of combinatie met andere geneesmiddelen. Het grootste onderzoek (283 patiënten) met de beste methodologische kwaliteit vond een zeer gering effect ten gunste van de combinatiebehandeling. Al met al is het bewijs voor het effect erg matig en klinisch nauwelijks relevant. Verreweg het grootste deel van de patiënten met verkoudheidsklachten gaat hiervoor niet naar de huisarts. Als ze al iets gebruiken, halen patiënten pillen, poeders en druppels bij de drogist of apotheek. Als ze toch de huisarts bezoeken, geeft deze Cochrane-review onvoldoende bewijs om hen antihistaminica voor te schrijven. Ook andere adviezen of medicamenten bij verkoudheid zijn in onderzoek niet effectief gebleken (ecchinacae, zink, stomen, antibiotica). Alleen neusdruppels geven kortdurend minder neusverstopping en een hoge dosis van vitamine C (1 gram per dag, starten bij de eerste klachten) geeft reductie van de duur van klachten. Maar de vraag hierbij blijft of het wel klinisch relevant is.2

Literatuur

  • 1. Taverner D, Bickford L, Draper M. Nasal decongestants for the common cold (Cochrane Review). In: The Cochrane Library, Issue 4, 2003. Chichester, UK: Wiley.
  • 2. Graffelman AW, Eekhof JAH, Knuistingh Neven A. Verkoudheid. Huisarts Wet 2002;45:85-7.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen