Praktijk

‘Een betere samenwerking geeft efficiëntere zorg’

Gepubliceerd
10 augustus 2004

De regio Zwolle is koploper als het gaat om het maken van Werkafspraken tussen huisartsen en medisch specialisten. Onlosmakelijk daarmee verbonden is het Interlineproject. Dit project heeft als doel de Werkafspraken door middel van nascholing in de hagro's bekend te maken bij huisartsen in de regio Zwolle. Interline draait nu zes jaar en is in die tijd een structurele nascholingsvorm met een belangrijk samenwerkingsaspect geworden. De motor erachter was en is Dirk Branbergen. Solistisch werken is voor de moderne huisarts ondenkbaar. Overleg met medisch specialisten, ketenzorg en transmurale netwerken: het is allemaal inherent aan het huisartsenvak. Bovendien deden nieuwe vormen van praktijkondersteuning hun intrede. In een serie artikelen besteedt In de praktijk aandacht aan de samenwerking van huisartsen met derden. Vorige maand ging het over de Werkafspraken die huisartsen en specialisten in de regio Zwolle maken. Dit keer wordt ingegaan op de implementatie daarvan.

Blijvend karakter

Branbergen is sinds 1982 huisarts in Dedemsvaart. ‘Ongeveer tien jaar geleden startten we in onze regio met het maken van Werkafspraken. Toen dat liep, was de vraag hoe we die afspraken het beste konden implementeren. Zo kwam in 1998 het Interlineproject van de grond.’ Tegenwoordig werkt Branbergen drie dagen in de praktijk, een dagdeel voor Interline en een dagdeel voor het Medisch Coördinatie Centrum (MCC) Klik, dat een cruciale rol speelt bij het totstandkomen van de Werkafspraken. Na al die jaren is Branbergen nog steeds enthousiast over Interline. ‘Ik heb het destijds in gang gezet omdat ik graag mijn energie wilde steken in iets met een blijvend karakter en van voortdurende waarde, én omdat ik goede samenwerking tussen huisartsen en specialisten belangrijk vind.’

Essentiële rol voor MCC

De basis van Interline zijn de Werkafspraken. Branbergen: ‘We zijn daar in onze regio mee gestart toen duidelijk werd dat de zorgverlening hiaten vertoonde doordat huisartsen en specialisten langs elkaar heen werkten. Tijdens je studie praat je allemaal met elkaar, maar ben je eenmaal gevestigd, dan hoor je óf bij de groep huisartsen óf bij de groep medisch specialisten. Elk op zich zijn ze prima georganiseerd, maar de communicatie tussen beide groepen liet veel te wensen over. Voor de patiënt was dat erg lastig; die kon bijvoorbeeld met tegenstrijdige boodschappen worden geconfronteerd.’ Inmiddels zijn er bijna veertig Werkafspraken, voor praktisch alle veelvoorkomende aandoeningen. Een Werkafspraak wordt gemaakt door een werkgroep van twee huisartsen en twee medisch specialisten. Zij komen daarvoor vier- tot tienmaal samen, afhankelijk van het al beschikbare materiaal. Tegelijkertijd maken ze ook een programma voor de bijbehorende Interlinepresentatie. In een Werkafspraak staat wat de huisarts zelf kan doen, wat de waarde van aanvullend onderzoek is, wanneer verwijzing en terugverwijzing zinvol is, welke controles door wie gewenst zijn en hoe je kunt verwijzen. ‘In principe zijn in die afspraken de NHG-Standaarden en de LTA's verwerkt, natuurlijk altijd toegespitst op de regionale situatie. Dat is juist typerend voor Werkafspraken’, aldus Branbergen. Bij het maken daarvan speelt het MCC Klik een essentiële rol. ‘Het centrum draait onder gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van huisartsen en specialisten en draagt zorg voor de koppeling tussen beide. Zonder een MCC is het praktisch onmogelijk om gedegen en breed gedragen Werkafspraken te maken.’

Zeven leerdoelen

Wat houdt het Interlineproject concreet in? ‘In een bijeenkomst van twee uur maken een huisarts en medisch specialist uit de betreffende werkgroep de huisartsen bekend met de Werkafspraak. Speciaal voor de presentatie heeft de werkgroep de zeven belangrijkste leerdoelen geformuleerd. Voor elk leerdoel wordt een casus geschetst. Die eindigt met een vraag en daarbij vier of vijf antwoordmogelijkheden. In de bijeenkomst tonen de huisartsen hun keuzes openlijk, zodat ze bespreekbaar zijn. Vervolgens leggen de aanwezige huisarts en de medisch specialist van de werkgroep er het antwoord op basis van de Werkafspraak tegenover. In de praktijk blijkt deze werkwijze het meeste effect te hebben: eerst besef je wat je zelf zou doen, en vervolgens sta je open voor eventuele verandering. Op die manier onthoud je nieuwe informatie, in dit geval de afspraken, gemakkelijker. Bovendien weten artsen waar ze de informatie kunnen opzoeken, want de Werkafspraken zijn gebundeld in een klapper die iedereen heeft.’ Interline is bewust ondergebracht bij de WDH Hanzeland-IJsselvecht van de twee RHV-afdelingen in en rond Zwolle. ‘Wil je dat huisartsen iets implementeren, dan moet je dat ook door huisartsen laten organiseren. Bovendien valt Interline nu onder de instellingsaccreditering van de WDH’, vertelt Branbergen. Er bestaan inmiddels vijftien Interlineprogramma's. Nieuwe programma's zijn in de maak.

Diverse succesfactoren

Het Interlineproject bedient ongeveer 160 huisartsen, verdeeld over dertien hagro's. Branbergen: ‘Een hagro krijgt een abonnement aangeboden voor drie of vier bijeenkomsten per jaar. Deelnemers betalen 114 euro per drie bijeenkomsten of 152 euro per vier. In principe volgt een hagro als zelfstandige groep een Interlinenascholing, maar soms combineren we groepen. We streven ernaar een nieuwe Werkafspraak binnen twee jaar aan alle betrokken hagro's bekend te maken. Alle hagro's doen alweer jaren mee met Interline, en de waardering van de nascholingen is hoog – gemiddeld een 8,2 – en de opkomst is 85 procent. Dat zegt genoeg.’ De presentaties in het kader van het Interlineproject hebben behalve een voorlichtend en samenwerkingsaspect ook een wederzijds toetsend karakter. ‘Het komt voor dat we op basis van wat huisartsen aandragen de Werkafspraken aanpassen. Ook in dit opzicht is Interline onmisbaar.’ De medisch specialisten kennen geen presentaties van de Werkafspraken. ‘Maatschappen zijn veel kleiner en het overbrengen van Werkafspraken doet de betrokken medisch specialist vaak persoonlijk. Dat werkt meestal prima, al gaat het ook wel eens mis. Soms leggen Werkafspraken onderlinge verschillen binnen een maatschap bloot, of verschillen tussen diverse specialismen bij multidisciplinaire Werkafspraken. Dat is een positief bijkomend effect.’

Meten: nodig maar moeilijk

Dat de Werkafspraken en het Interlineproject hun vruchten afwerpen is voor Branbergen onmiskenbaar. ‘Ik hoor dat allereerst terug van de betrokken artsen. Medisch specialisten merken bijvoorbeeld duidelijk de gevolgen in het verwijsbeleid van huisartsen. En uit het feit dat Interline alweer zo lang succesvol draait, kun je afleiden dat het project voldoet aan een behoefte. Maar het is lastig om de concrete effecten van de Werkafspraken en van de implementatie via Interline te meten. Dat vraagt gedegen en arbeidsintensief onderzoek en daarvoor ontbreken menskracht en middelen. Maar bestuurders, overheid en zorgverzekeraars vragen vaak om gemeten resultaten voordat ze ergens geld en tijd voor beschikbaar willen stellen. In dat kader zou het NHG er bijvoorbeeld naar kunnen streven om bij standaarden of LTA's concrete meetpunten aan te geven. MCC's zouden aan de hand daarvan metingen kunnen uitvoeren. Wellicht kan het effect van deze implementatie dan zichtbaar worden. Lastig is dat per Interlinebijeenkomst veel aspecten aan de orde komen die elk in de praktijk te weinig voorkomen om getallen op te leveren waar je echt iets mee kunt.’ Misschien biedt in dit opzicht het gebruik van aanvraagformulieren perspectief. ‘Er zijn plannen om die formulieren aan te passen op basis van de Werkafspraken. Een volgende stap kan zijn daaruit gegevens te halen die we terugkoppelen naar de huisartsen en de werkgroep.’

Wat levert het op?

Branbergen benadrukt dat niet het Interlineproject centraal staat, maar de Werkafspraken. ‘Interline is alleen een middel om die afspraken goed te implementeren.’ Daarvoor is het volgens hem noodzakelijk dat elk ziekenhuis een MCC heeft, ook relatief kleine ziekenhuizen. ‘In Hardenberg dacht men aanvankelijk dat daar de Werkafspraken niet nodig waren, omdat de overleglijnen heel kort zijn met zo'n klein ziekenhuis. Maar de betrokkenen beseften gaandeweg dat de contacten tussen medisch specialist en huisarts vaak ad hoc en incidenteel zijn. Van structurele afspraken kwam het niet en daarom kiest men nu ook in Hardenberg voor Werkafspraken en Interlinenascholing.’ Branbergen wil overheid en zorgverzekeraars graag overtuigen van de noodzaak van MCC's. ‘Er moet meer vaart gezet worden achter het oprichten ervan; ze vormen de basis van een gestroomlijnde samenwerking tussen eerste en tweede lijn. Of de zorg op basis van Werkafspraken goedkoper wordt – een argument dat voor andere partijen doorslaggevend zou kunnen zijn – is volgens Branbergen niet te garanderen. ‘Maar een betere samenwerking en afstemming geeft per definitie efficiëntere zorg. Dat is voor de patiënt veel prettiger, en uiteindelijk ongetwijfeld goedkoper.’

Olievlek over Nederland

Een aantal jaren was de regio Zwolle uniek met het Interlineproject. Dit jaar krijgt het elders navolging. ‘In de IJsselmeerpolders begint men er nu mee en ook Hardenberg start waarschijnlijk dit jaar, aldus Branbergen. Hij vindt het erg belangrijk dat de werkwijze zich als een olievlek over heel Nederland verspreidt. ‘Dan kun je elkaars producten gebruiken en dus sneller werken. In Hardenberg heeft men de Werkafspraken over dyslipidemie op enkele punten aangepast aan de eigen situatie. Die aanpassingen hebben we ook weer in onze regio gebruikt. Dat werkt efficiënt.’ Een belangrijke voorwaarde voor het voortbestaan van Werkafspraken en Interline op de langere termijn is volgens Branbergen landelijke ondersteuning en uitwisseling. Intensievere betrokkenheid van het NHG vindt Branbergen onmisbaar. ‘Het NHG is bij uitstek goed in het wetenschappelijk doordenken van de materie en het doen van literatuuronderzoek; de MCC's spelen een meer uitvoerende, praktische rol. Beide zouden elkaar perfect kunnen aanvullen. Ook zou het NHG samen met de Federatie van MCC's een rol kunnen spelen bij het landelijk uitwisselen van regionale werkafspraken en casuïstiek voor een implementatiesysteem als Interline.’

Uitgebreider aanbod

Hoe succesvol ook, Interline is geen statisch project. ‘Momenteel ontwikkelen we Interplus’, vertelt Branbergen. ‘Dat is één grote cursus rond Werkafspraken, georganiseerd samen met een gehele specialistenmaatschap en bedoeld als vervolg op Interline. We geven die cursus tweemaal aan een grote groep huisartsen. De eerste Interplusbijeenkomsten zijn op 26 oktober en 4 november aanstaande en hebben de neurologie als thema. We geven een korte samenvatting van de relevante Werkafspraken en behandelen casussen om te kijken of de Werkafspraken inderdaad worden toegepast en, zo nee, waarom niet. Als dat nodig is, gaan we Werkafspraken op basis van de uitkomsten van Interplus herzien. Het is een proefopzet; we gaan bekijken hoe het bevalt. Zo blijven we vernieuwen.’

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen