De kranten stonden er vol van: als huisartsen patiënten de kans zouden geven per e-mail vragen te stellen, zouden ze minder gewone consulten hebben. Technologie die werk bespaart. Maar deze conclusie van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) is wetenschappelijk slecht onderbouwd. De conclusie is gebaseerd op een onderzoek bij een steekproef van 2117 internetgebruikers. Zonder nadere toelichting wordt ervan uitgegaan dat deze representatief zijn voor de 9,7 miljoen internetgebruikers die er in Nederland zouden zijn. De geënquêteerden is (via het internet?) een groot aantal opiniërende vragen voorgelegd over verschillende aspecten van de gezondheidszorg en de rol van informatie daarbij. Op de vraag ‘Stel dat u aan uw huisarts of specialist via het internet vragen zou kunnen stellen, zou u daar dan gebruik van maken?’, antwoordde 2% van de respondenten dit al te doen en 75% dit wel te willen. Indien een dergelijke voorziening voor de huisarts gerealiseerd zou worden, denkt 7% hierdoor vaker naar de huisarts te gaan, 40% even vaak en 41% minder vaak (12% weet het niet). Behalve dat het onderzoeksverslag geen informatie bevat over de wijze waarop de steekproef tot stand is gekomen en de gegevens zijn verzameld, gaat het bovendien om vragen in de trant van: ‘Wat, als…?’. Antwoorden op dit type vragen laten geen vergaande conclusies toe zoals de RVZ, met vooraanstaande wetenschappers in zijn midden, in het persbericht meldt. Dat had zo toch niet de deur uit gemogen. (FS)
Literatuur
- 0.Van Rijen AJG. Internetgebruiker en kiezen van zorg. Zoetermeer: RVZ, 2003. (te downloaden via de website van de RVZ: http://www.rvz.net)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.