-
De standaard richt zich alleen op vrouwen met incontinentie voor urine. Het beleid bij mannen met incontinentie voor urine staat beschreven in de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen.
-
De term urge-incontinentie is vervangen door urgency-incontinentie.
-
De standaard bevat een overzicht van kenmerken van de verschillende behandelopties bij stress- en urgency-incontinentie.
-
Het midurethrale bandje bij stressincontinentie heeft een prominentere plaats gekregen in het beleid.
-
Urine-incontinentie komt bij een kwart tot de helft van de volwassen vrouwen voor en kan gepaard gaan met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven.
-
De huisarts is alert op signalen voor het bestaan van urine-incontinentie, zoals het verzoek tot het voorschrijven van opvangmaterialen.
-
De huisarts gaat bij vrouwen met urine-incontinentie na of zij behandeling wensen en bespreekt in dat geval de behandelopties.
-
Bij vrouwen met stressincontinentie zijn bekkenbodemspieroefeningen of het dragen van een pessarium eerste keuze. Met vrouwen met ernstige klachten (meerdere keren per week incontinentie met veel hinder) bespreekt de huisarts ook de plaatsing van een midurethraalbandje als initiële behandeloptie.
-
Bij vrouwen met urgency-incontinentie wordt als eerste stap in de behandeling blaastraining aanbevolen. Indien dit onvoldoende effectief is, kan een urologisch spasmolyticum toegevoegd worden. Eerste keus is in dat geval het anticholinergicum tolterodine met vertraagde afgifte.
-
Begeleiding bij oefentherapie bij stress- en urgency-incontinentie kan plaatsvinden in de huisartsenpraktijk of bij een (bekken)fysiotherapeut.
-
Bij oudere vrouwen zijn de behandelopties dezelfde als bij jongere vrouwen, zij het dat bij hen vaker rekening gehouden zal moeten worden met comorbiditeit en gebruik van (andere) medicatie.
Delegeren van taken
Inleiding
Achtergronden
Begrippen
Epidemiologie
Fysiologie
Etiologie/pathofysiologie
Richtlijnen diagnostiek
Anamnese
-
treedt het urineverlies op tijdens activiteiten die drukverhoging in de buik geven, zoals hoesten, niezen, springen, tillen of rennen?
-
gaat het urineverlies gepaard met sterke aandranggevoelens?
-
is er urineverlies zonder dat sprake is van aandrang of activiteiten die drukverhoging in de buik geven?
-
hoe lang bestaat het urineverlies, hoe vaak treedt het op en hoeveel urine verliest de vrouw per keer (enkele druppels, een scheutje of een hele plas)?
-
maakt de vrouw gebruik van opvangmateriaal en zo ja, in welke omstandigheden, welk materiaal en hoeveel?
-
informeer naar de gevolgen voor het dagelijks leven en vermijdingsgedrag, in het bijzonder voor wat betreft werk, recreatie, sociale contacten, seksualiteit, gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen.
-
is de mictiefrequentie toegenomen? (denk aan een urineweginfectie of diabetes mellitus)
-
is de mictie pijnlijk en frequent? (denk aan een urineweginfectie)
-
is er sprake van zichtbare hematurie? (denk aan een urineweginfectie, urinesteenlijden of blaastumor)
-
(recente) zwangerschap en bevalling;
-
gebruik van cafeïnehoudende dranken, vochtinname en toiletgewoonten, zoals de plas te lang ophouden of weinig tijd nemen om te plassen;7,13,14
-
gebruik van geneesmiddelen: middelen met een anticholinerge werking (zoals tricyclische antidepressiva, urologische anticholinergica en antipsychotica), lisdiuretica, opioïden, benzodiazepinen, calciumantagonisten en systemische oestrogeensuppletietherapie;8
-
voorgeschiedenis: vaginale bevallingen, operaties of bestraling in het kleine bekken;
-
urogenitale prolaps(klachten): het gevoel dat er een bal in de vagina zit, of dat er iets uit de vagina hangt, of een gedurende de dag toenemend zwaar gevoel in de onderbuik en -rug;
-
comorbiditeit, zoals COPD, astma, chronische obstipatie, hartfalen, diabetes mellitus type 2, overgewicht, neurologische aandoeningen, gewrichtsaandoeningen, visuele, motorische en cognitieve beperkingen.15
Lichamelijk onderzoek
-
palpatie van de buik, met speciale aandacht voor operatielittekens, tumoren en een palpabele blaas;
-
gynaecologisch onderzoek: uitwendige inspectie van de vulva en vaginaal toucher, met aandacht voor het bestaan van een urogenitale prolaps, en eventuele gradering daarvan (laat de vrouw daartoe maximaal persen), een palpabele blaas, een uterus myomatosus of een tumor van de adnexen.16-19
Instructie aanspannen bekkenbodemspieren
Aanvullend onderzoek
Evaluatie
-
stressincontinentie als het urineverlies optreedt tijdens drukverhogende momenten;
-
urgency-incontinentie indien het urineverlies optreedt gerelateerd aan sterke aandrang;
-
gemengde incontinentie indien het urineverlies zowel optreedt tijdens drukverhogende momenten als gerelateerd aan sterke aandrang.
-
ernstige klachten (meerdere keren per week urineverlies met veel hinder);
-
een urogenitale prolaps voorbij de hymenring;
-
zwangerschap of bevalling in de afgelopen zes maanden.
-
de overige vormen van urine-incontinentie (reflex-, overloop-, en continue incontinentie; beleid valt buiten het bestek van deze standaard);
-
urineweginfectie (zie de NHG-Standaard Urineweginfecties);
-
urinesteenlijden (zie de NHG-Standaard Urinesteenlijden);
-
urineretentie en tumoren in het kleine bekken (beleid valt buiten het bestek van deze standaard).19
Richtlijnen beleid
Alle typen incontinentie
Voorlichting
Niet-medicamenteuze behandeling
-
heroverweeg het gebruik van geneesmiddelen die incontinentie kunnen doen ontstaan of doen toenemen (zie Anamnese);9
-
optimaliseer – indien mogelijk – de behandeling van comorbiditeit die een rol kan spelen bij het optreden van het urineverlies (zie Anamnese), hoewel effect hiervan op urine-incontinentie niet vaststaat;15,27
-
adviseer bij obesitas (BMI ≥ 30 kg/m2) gewichtsreductie;28
-
adviseer te streven naar een normale vochtinname en aandacht te besteden aan goede toiletgewoonten, hoewel dit geen bewezen effect heeft op urine-incontinentie.13,14
Stressincontinentie
Behandeloptie | Kenmerken |
---|---|
Bekkenbodemspier-oefeningen |
|
Pessarium |
|
Plaatsen van een midurethraalbandje |
|
Niet-medicamenteuze behandeling stressincontinentie
Instructie voor bekkenbodemspieroefeningen bij stressincontinentie
-
Zie voor instructie voor het aanspannen van de bekkenbodemspieren het kader bij Lichamelijk onderzoek.
-
Een oefensessie duurt ongeveer twee tot drie minuten en bestaat uit een tien keer maximaal aanspannen van de bekkenbodemspieren gedurende zes tot acht seconden en daarna volledig ontspannen van de bekkenbodemspieren gedurende enkele seconden.
-
Instrueer de vrouw om bij het aanspannen van de bekkenbodemspieren normaal te blijven doorademen.
-
Doe per dag drie oefensessies (bouw het aantal aanspanningen per sessie en aantal sessies per dag zo nodig geleidelijk op).
Medicamenteuze behandeling
Stap | Kenmerken |
---|---|
Stap 1: blaastraining |
|
Stap 2: toevoegen anticholinergica (tolterodine, oxybutyninepleister) |
|
Niet-medicamenteuze behandeling
Instructie blaastrainingblaastraining
-
Stel een mictieschema op met als basisinterval de tijd die de laatste dagen tussen twee micties zat (eventueel met hulp van het mictiedagboek); gewoonlijk is dit dertig tot zestig minuten.
-
Tips voor de vrouw om tussentijdse urgencyklachten te verminderen (eventueel op het toilet):
-
zoek afleiding;
-
probeer te ontspannen (rustig tot tien tellen, rustig naar de buik ademen: inademen door de neus, uitademen door de mond);
-
span de bekkenbodem licht aan en ontspan vervolgens; herhaal dit zolang de urgency terugkomt of aanhoudt (zie voor instructie het [kader Instructie aanspannen bekkenbodemspieren] bij Lichamelijk onderzoek).
-
-
De vrouw kan zelf wekelijks het interval tussen twee micties met vijftien tot dertig minuten uitstellen bij afname van het aantal incontinentie-episodes en urgency.
Medicamenteuze behandeling
-
Start met het anticholinergicum tolterodinetolterodine met gereguleerde afgifte 4 mg 1 dd 1 tablet.40 Zie voor contra-indicaties van anticholinergica [tabel 2].
-
Bij matige leverfunctiestoornissen en ernstig verminderde nierfunctie (eGFR 10 tot 30 ml/min/1,73 m2) is een lagere dosering van tolterodine gewenst (tolterodine met gereguleerde afgifte 2 mg 1 dd 1 tablet).
-
Adviseer de vrouw om ook de blaastraining voort te zetten, indien dit enig resultaat had.
Controles alle typen incontinentie
Niet-medicamenteuze behandeling
-
Controleer minimaal na twee en zes weken na de start met bekkenbodemspieroefeningen of blaastraining. Aandachtspunten zijn het zo nodig herhalen van de instructies voor de oefeningen, en zo nodig het motiveren van de vrouw om de oefeningen voort te zetten.
-
Evalueer het effect na minimaal zes weken en maak daarbij, vooral bij blaastraining, gebruik van een mictiedagboek.22
-
Zet de behandeling voort indien verbetering is opgetreden. Indien na zes weken ondanks goede therapietrouw nog geen verbetering is opgetreden: heroverweeg de diagnose en het beleid (overweeg alsnog te verwijzen naar een (bekken)fysiotherapeut of voeg bij gemengde incontinentie de behandeling voor het andere type incontinentie toe).
-
Evalueer bij voortzetting van de behandeling het effect na drie maanden. Bij voldoende effect: benadruk het belang van regelmatig oefenen om het effect te behouden.
-
Bij onvoldoende effect heeft het bij goede therapietrouw geen zin om langer door te gaan. Bespreek in dat geval de mogelijkheid om over te stappen op een van de overige behandelopties: bij stressincontinentie een pessarium of verwijzing voor het plaatsen van een midurethraalbandje (zie [tabel 1]) en bij urgency-incontinentie het toevoegen van medicatie (zie [tabel 2]).
Medicamenteuze behandeling (urgency-incontinentie)
-
Controleer minimaal na twee weken na de start met een anticholinergicum en besteed daarbij aandacht aan therapietrouw, bijwerkingen en het motiveren van de vrouw om de behandeling voort te zetten.
-
Evalueer na vier tot zes weken het effect en maak daarbij gebruik van het mictiedagboek.
-
Bij duidelijke verbetering en acceptabele bijwerkingen: continueer de medicatie gedurende drie tot zes maanden en stop deze dan op proef. Indien de klachten daarna recidiveren, kan de medicatie opnieuw voor drie tot zes maanden worden voorgeschreven.
-
Bij onacceptabele droge mond bij gebruik van tolterodine: bespreek met de vrouw de optie om over te stappen op de oxybutyninepleisteroxybutyninepleister (een per 3 à 4 dagen, voorzichtigheid is geboden bij ernstige lever- of nierfunctiestoornissen; in dat geval bijvoorbeeld niet vaker dan eens per 4 dagen vervangen). De pleister veroorzaakt minder vaak een droge mond, maar vaker huidirritatie, en is duurder dan tolterodine.
-
Bij blijvend onacceptabele bijwerkingen of onvoldoende effect: stop de medicatie en bespreek de optie om te verwijzen naar de tweede lijn (zie de noot voor de behandelmogelijkheden in de tweede lijn).44
Consultatie, verwijzing en samenwerking
Binnen de eerste lijn
-
die onvoldoende controle hebben over hun bekkenbodemspieren, dus die er na instructie niet in slagen om de bekkenbodemspieren aan te spannen, of deze spieren daarna weer te ontspannen, of bij twijfel hierover;
-
die naar inschatting van de huisarts meer begeleiding nodig hebben dan in de betreffende huisartsenpraktijk beschikbaar is;
-
die daar zelf voorkeur aan geven;
-
bij wie na zes weken oefentherapie in de huisartsenpraktijk geen effect is opgetreden (ter overweging).
Geregistreerde bekkenfysiotherapeutenbekkenfysiotherapeuten versus fysiotherapeuten met de bekkenbodem als aandachtsgebied
-
het uitvoeren van inwendig functieonderzoek om relevante bekkenfysiotherapeutische diagnostiek uit te voeren en optimale feedback te kunnen geven over de functie van de bekkenbodemspieren;
-
in staat zijn gebruik te maken van apparatuur voor elektrostimulatie en biofeedback. Deze middelen worden vooral gebruikt om spiergroepen of functies, die voor de vrouw onbekend zijn, te leren herkennen en functioneel adequaat te gebruiken.
Bedrijfsarts
-
Consulteer of verwijs naar de bedrijfsarts bij problemen op het werk of (dreigend) ziekteverzuim ten gevolge van de urine-incontinentie (schaamte, toilet te ver weg).
Tweede lijn
-
de huisarts verwijst naar een medisch specialist met voldoende ervaring en affiniteit met urine-incontinentie. Afhankelijk van de regionale situatie kan dit een gynaecoloog of uroloog zijn;45
-
verwijzing naar een multidisciplinair team heeft mogelijk meerwaarde bij complexere problematiek, zoals bij gecombineerde incontinentie voor urine en feces of bij incontinentie in combinatie met ernstige aanhoudende seksuele problematiek;
-
bij verwijzing levert de huisarts bij voorkeur ook een recent door de vrouw ingevuld mictiedagboek aan, indien dit beschikbaar is.22
-
vrouwen met stressincontinentie bij wie behandeling met bekkenbodemspieroefeningen na drie maanden en/of een pessarium onvoldoende resultaat oplevert;
-
vrouwen met ernstige stressincontinentie (meerdere keren per week urineverlies met veel hinder) met de wens om geopereerd te worden;
-
vrouwen die na een eerdere operatieve behandeling vanwege stressincontinentie opnieuw of nog steeds last hebben van stress- of urgency-incontinentie;23
-
vrouwen met urgency-incontinentie bij wie blaastraining en medicamenteuze behandeling onvoldoende resultaat opleveren.42
Totstandkoming
Reacties
Er zijn nog geen reacties.