Nieuws

Patiënten met psychische problemen verhogen de werkdruk niet

Gepubliceerd
10 maart 2007

Niet alle huisartsen zijn even dol op patiënten met psychische problemen. Veel huisartsen vinden dat deze patiënten onevenredig veel tijd kosten: ze komen vaker en de consulten duren ook nog langer. Maar of deze patiënten de werkdruk van huisartsen werkelijk doen stijgen, was eigenlijk niet zo duidelijk. Tot voor kort. Geheel tegen de verwachting van de onderzoekers – en waarschijnlijk van veel huisartsen – is dit niet het geval. Tenminste niet bij de huisartsen die in 2001 deelnamen aan de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Huisartsen die vinden dat psychische problemen expliciet tot hun takenpakket behoren, stellen bij hun patiënten vaker de diagnose ‘psychische problemen’ of ‘sociale problemen’. Maar dit leidt niet tot meer patiëntencontacten of een langere werkweek (objectieve werkdruk). En belangrijk: deze huisartsen melden geen hogere subjectieve werkdruk. De onderzoekers maten dit door te vragen naar tevredenheid met de beschikbare tijd en emotionele uitputting, een component van burn-out. Hoe verklaren de onderzoekers deze verrassende bevindingen? Gemiddeld registreert een huisarts bij ‘slechts’ 9% van alle contacten een P- of Z-diagnose. Een aantal van zulke contacten achter elkaar kan de subjectieve en/of objectieve werkdruk verhogen. Maar een dergelijke dag hoeft niet exemplarisch te zijn voor een gemiddelde werkweek en vertaalt zich dus niet in een hoge overall werkdruk. Misschien compenseren huisartsen de werkdruk die deze patiënten veroorzaken op andere terreinen. Een andere verklaring is dat alleen huisartsen met veel tijd en energie openstaan voor de psychische en sociale problemen van patiënten. Hoe het ook zit, het beeld dat de patiënt met psychische problemen vanzelfsprekend leidt tot een hoge werkdruk, hebben de onderzoekers aan diggelen gegooid. (LJ)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen