-
De standaard richt zich alleen op vrouwen met incontinentie voor urine. Het beleid bij mannen met incontinentie voor urine staat beschreven in de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen.
-
De term urge-incontinentie is vervangen door urgency-incontinentie.
-
De standaard bevat een overzicht van kenmerken van de verschillende behandelopties bij stress- en urgency-incontinentie.
-
Het midurethrale bandje bij stressincontinentie heeft een prominentere plaats gekregen in het beleid.
-
Urine-incontinentie komt bij een kwart tot de helft van de volwassen vrouwen voor en kan gepaard gaan met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven.
-
De huisarts is alert op signalen voor het bestaan van urine-incontinentie, zoals het verzoek tot het voorschrijven van opvangmaterialen.
-
De huisarts gaat bij vrouwen met urine-incontinentie na of zij behandeling wensen en bespreekt in dat geval de behandelopties.
-
Bij vrouwen met stressincontinentie zijn bekkenbodemspieroefeningen of het dragen van een pessarium eerste keuze. Met vrouwen met ernstige klachten (meerdere keren per week incontinentie met veel hinder) bespreekt de huisarts ook de plaatsing van een midurethraalbandje als initiële behandeloptie.
-
Bij vrouwen met urgency-incontinentie wordt als eerste stap in de behandeling blaastraining aanbevolen. Indien dit onvoldoende effectief is, kan een urologisch spasmolyticum toegevoegd worden. Eerste keus is in dat geval het anticholinergicum tolterodine met vertraagde afgifte.
-
Begeleiding bij oefentherapie bij stress- en urgency-incontinentie kan plaatsvinden in de huisartsenpraktijk of bij een (bekken)fysiotherapeut.
-
Bij oudere vrouwen zijn de behandelopties dezelfde als bij jongere vrouwen, zij het dat bij hen vaker rekening gehouden zal moeten worden met comorbiditeit en gebruik van (andere) medicatie.
Delegeren van taken
Inleiding
Achtergronden
Begrippen
Epidemiologie
Fysiologie
Etiologie/pathofysiologie
Richtlijnen diagnostiek
Anamnese
-
treedt het urineverlies op tijdens activiteiten die drukverhoging in de buik geven, zoals hoesten, niezen, springen, tillen of rennen?
-
gaat het urineverlies gepaard met sterke aandranggevoelens?
-
is er urineverlies zonder dat sprake is van aandrang of activiteiten die drukverhoging in de buik geven?
-
hoe lang bestaat het urineverlies, hoe vaak treedt het op en hoeveel urine verliest de vrouw per keer (enkele druppels, een scheutje of een hele plas)?
-
maakt de vrouw gebruik van opvangmateriaal en zo ja, in welke omstandigheden, welk materiaal en hoeveel?
-
informeer naar de gevolgen voor het dagelijks leven en vermijdingsgedrag, in het bijzonder voor wat betreft werk, recreatie, sociale contacten, seksualiteit, gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen.
-
is de mictiefrequentie toegenomen? (denk aan een urineweginfectie of diabetes mellitus)
-
is de mictie pijnlijk en frequent? (denk aan een urineweginfectie)
-
is er sprake van zichtbare hematurie? (denk aan een urineweginfectie, urinesteenlijden of blaastumor)
-
(recente) zwangerschap en bevalling;
-
gebruik van cafeïnehoudende dranken, vochtinname en toiletgewoonten, zoals de plas te lang ophouden of weinig tijd nemen om te plassen;7,13,14
-
gebruik van geneesmiddelen: middelen met een anticholinerge werking (zoals tricyclische antidepressiva, urologische anticholinergica en antipsychotica), lisdiuretica, opioïden, benzodiazepinen, calciumantagonisten en systemische oestrogeensuppletietherapie;8
-
voorgeschiedenis: vaginale bevallingen, operaties of bestraling in het kleine bekken;
-
urogenitale prolaps(klachten): het gevoel dat er een bal in de vagina zit, of dat er iets uit de vagina hangt, of een gedurende de dag toenemend zwaar gevoel in de onderbuik en -rug;
-
comorbiditeit, zoals COPD, astma, chronische obstipatie, hartfalen, diabetes mellitus type 2, overgewicht, neurologische aandoeningen, gewrichtsaandoeningen, visuele, motorische en cognitieve beperkingen.15
Lichamelijk onderzoek
-
palpatie van de buik, met speciale aandacht voor operatielittekens, tumoren en een palpabele blaas;
-
gynaecologisch onderzoek: uitwendige inspectie van de vulva en vaginaal toucher, met aandacht voor het bestaan van een urogenitale prolaps, en eventuele gradering daarvan (laat de vrouw daartoe maximaal persen), een palpabele blaas, een uterus myomatosus of een tumor van de adnexen.16-19
Instructie aanspannen bekkenbodemspieren
Aanvullend onderzoek
Evaluatie
-
stressincontinentie als het urineverlies optreedt tijdens drukverhogende momenten;
-
urgency-incontinentie indien het urineverlies optreedt gerelateerd aan sterke aandrang;
-
gemengde incontinentie indien het urineverlies zowel optreedt tijdens drukverhogende momenten als gerelateerd aan sterke aandrang.
-
ernstige klachten (meerdere keren per week urineverlies met veel hinder);
-
een urogenitale prolaps voorbij de hymenring;
-
zwangerschap of bevalling in de afgelopen zes maanden.
-
de overige vormen van urine-incontinentie (reflex-, overloop-, en continue incontinentie; beleid valt buiten het bestek van deze standaard);
-
urineweginfectie (zie de NHG-Standaard Urineweginfecties);
-
urinesteenlijden (zie de NHG-Standaard Urinesteenlijden);
-
urineretentie en tumoren in het kleine bekken (beleid valt buiten het bestek van deze standaard).19
Richtlijnen beleid
Alle typen incontinentie
Voorlichting
Niet-medicamenteuze behandeling
-
heroverweeg het gebruik van geneesmiddelen die incontinentie kunnen doen ontstaan of doen toenemen (zie Anamnese);9
-
optimaliseer – indien mogelijk – de behandeling van comorbiditeit die een rol kan spelen bij het optreden van het urineverlies (zie Anamnese), hoewel effect hiervan op urine-incontinentie niet vaststaat;15,27
-
adviseer bij obesitas (BMI ≥ 30 kg/m2) gewichtsreductie;28
-
adviseer te streven naar een normale vochtinname en aandacht te besteden aan goede toiletgewoonten, hoewel dit geen bewezen effect heeft op urine-incontinentie.13,14
Stressincontinentie
Behandeloptie | Kenmerken |
---|---|
Bekkenbodemspier-oefeningen |
|
Pessarium |
|
Plaatsen van een midurethraalbandje |
|
Niet-medicamenteuze behandeling stressincontinentie
Instructie voor bekkenbodemspieroefeningen bij stressincontinentie
-
Zie voor instructie voor het aanspannen van de bekkenbodemspieren het kader bij Lichamelijk onderzoek.
-
Een oefensessie duurt ongeveer twee tot drie minuten en bestaat uit een tien keer maximaal aanspannen van de bekkenbodemspieren gedurende zes tot acht seconden en daarna volledig ontspannen van de bekkenbodemspieren gedurende enkele seconden.
-
Instrueer de vrouw om bij het aanspannen van de bekkenbodemspieren normaal te blijven doorademen.
-
Doe per dag drie oefensessies (bouw het aantal aanspanningen per sessie en aantal sessies per dag zo nodig geleidelijk op).
Medicamenteuze behandeling
Stap | Kenmerken |
---|---|
Stap 1: blaastraining |
|
Stap 2: toevoegen anticholinergica (tolterodine, oxybutyninepleister) |
|
Niet-medicamenteuze behandeling
Instructie blaastrainingblaastraining
-
Stel een mictieschema op met als basisinterval de tijd die de laatste dagen tussen twee micties zat (eventueel met hulp van het mictiedagboek); gewoonlijk is dit dertig tot zestig minuten.
-
Tips voor de vrouw om tussentijdse urgencyklachten te verminderen (eventueel op het toilet):
-
zoek afleiding;
-
probeer te ontspannen (rustig tot tien tellen, rustig naar de buik ademen: inademen door de neus, uitademen door de mond);
-
span de bekkenbodem licht aan en ontspan vervolgens; herhaal dit zolang de urgency terugkomt of aanhoudt (zie voor instructie het [kader Instructie aanspannen bekkenbodemspieren] bij Lichamelijk onderzoek).
-
-
De vrouw kan zelf wekelijks het interval tussen twee micties met vijftien tot dertig minuten uitstellen bij afname van het aantal incontinentie-episodes en urgency.
Medicamenteuze behandeling
-
Start met het anticholinergicum tolterodinetolterodine met gereguleerde afgifte 4 mg 1 dd 1 tablet.40 Zie voor contra-indicaties van anticholinergica [tabel 2].
-
Bij matige leverfunctiestoornissen en ernstig verminderde nierfunctie (eGFR 10 tot 30 ml/min/1,73 m2) is een lagere dosering van tolterodine gewenst (tolterodine met gereguleerde afgifte 2 mg 1 dd 1 tablet).
-
Adviseer de vrouw om ook de blaastraining voort te zetten, indien dit enig resultaat had.
Controles alle typen incontinentie
Niet-medicamenteuze behandeling
-
Controleer minimaal na twee en zes weken na de start met bekkenbodemspieroefeningen of blaastraining. Aandachtspunten zijn het zo nodig herhalen van de instructies voor de oefeningen, en zo nodig het motiveren van de vrouw om de oefeningen voort te zetten.
-
Evalueer het effect na minimaal zes weken en maak daarbij, vooral bij blaastraining, gebruik van een mictiedagboek.22
-
Zet de behandeling voort indien verbetering is opgetreden. Indien na zes weken ondanks goede therapietrouw nog geen verbetering is opgetreden: heroverweeg de diagnose en het beleid (overweeg alsnog te verwijzen naar een (bekken)fysiotherapeut of voeg bij gemengde incontinentie de behandeling voor het andere type incontinentie toe).
-
Evalueer bij voortzetting van de behandeling het effect na drie maanden. Bij voldoende effect: benadruk het belang van regelmatig oefenen om het effect te behouden.
-
Bij onvoldoende effect heeft het bij goede therapietrouw geen zin om langer door te gaan. Bespreek in dat geval de mogelijkheid om over te stappen op een van de overige behandelopties: bij stressincontinentie een pessarium of verwijzing voor het plaatsen van een midurethraalbandje (zie [tabel 1]) en bij urgency-incontinentie het toevoegen van medicatie (zie [tabel 2]).
Medicamenteuze behandeling (urgency-incontinentie)
-
Controleer minimaal na twee weken na de start met een anticholinergicum en besteed daarbij aandacht aan therapietrouw, bijwerkingen en het motiveren van de vrouw om de behandeling voort te zetten.
-
Evalueer na vier tot zes weken het effect en maak daarbij gebruik van het mictiedagboek.
-
Bij duidelijke verbetering en acceptabele bijwerkingen: continueer de medicatie gedurende drie tot zes maanden en stop deze dan op proef. Indien de klachten daarna recidiveren, kan de medicatie opnieuw voor drie tot zes maanden worden voorgeschreven.
-
Bij onacceptabele droge mond bij gebruik van tolterodine: bespreek met de vrouw de optie om over te stappen op de oxybutyninepleisteroxybutyninepleister (een per 3 à 4 dagen, voorzichtigheid is geboden bij ernstige lever- of nierfunctiestoornissen; in dat geval bijvoorbeeld niet vaker dan eens per 4 dagen vervangen). De pleister veroorzaakt minder vaak een droge mond, maar vaker huidirritatie, en is duurder dan tolterodine.
-
Bij blijvend onacceptabele bijwerkingen of onvoldoende effect: stop de medicatie en bespreek de optie om te verwijzen naar de tweede lijn (zie de noot voor de behandelmogelijkheden in de tweede lijn).44
Consultatie, verwijzing en samenwerking
Binnen de eerste lijn
-
die onvoldoende controle hebben over hun bekkenbodemspieren, dus die er na instructie niet in slagen om de bekkenbodemspieren aan te spannen, of deze spieren daarna weer te ontspannen, of bij twijfel hierover;
-
die naar inschatting van de huisarts meer begeleiding nodig hebben dan in de betreffende huisartsenpraktijk beschikbaar is;
-
die daar zelf voorkeur aan geven;
-
bij wie na zes weken oefentherapie in de huisartsenpraktijk geen effect is opgetreden (ter overweging).
Geregistreerde bekkenfysiotherapeutenbekkenfysiotherapeuten versus fysiotherapeuten met de bekkenbodem als aandachtsgebied
-
het uitvoeren van inwendig functieonderzoek om relevante bekkenfysiotherapeutische diagnostiek uit te voeren en optimale feedback te kunnen geven over de functie van de bekkenbodemspieren;
-
in staat zijn gebruik te maken van apparatuur voor elektrostimulatie en biofeedback. Deze middelen worden vooral gebruikt om spiergroepen of functies, die voor de vrouw onbekend zijn, te leren herkennen en functioneel adequaat te gebruiken.
Bedrijfsarts
-
Consulteer of verwijs naar de bedrijfsarts bij problemen op het werk of (dreigend) ziekteverzuim ten gevolge van de urine-incontinentie (schaamte, toilet te ver weg).
Tweede lijn
-
de huisarts verwijst naar een medisch specialist met voldoende ervaring en affiniteit met urine-incontinentie. Afhankelijk van de regionale situatie kan dit een gynaecoloog of uroloog zijn;45
-
verwijzing naar een multidisciplinair team heeft mogelijk meerwaarde bij complexere problematiek, zoals bij gecombineerde incontinentie voor urine en feces of bij incontinentie in combinatie met ernstige aanhoudende seksuele problematiek;
-
bij verwijzing levert de huisarts bij voorkeur ook een recent door de vrouw ingevuld mictiedagboek aan, indien dit beschikbaar is.22
-
vrouwen met stressincontinentie bij wie behandeling met bekkenbodemspieroefeningen na drie maanden en/of een pessarium onvoldoende resultaat oplevert;
-
vrouwen met ernstige stressincontinentie (meerdere keren per week urineverlies met veel hinder) met de wens om geopereerd te worden;
-
vrouwen die na een eerdere operatieve behandeling vanwege stressincontinentie opnieuw of nog steeds last hebben van stress- of urgency-incontinentie;23
-
vrouwen met urgency-incontinentie bij wie blaastraining en medicamenteuze behandeling onvoldoende resultaat opleveren.42
Totstandkoming
Literatuur
- 1.Bij verwijzingen naar NHG-producten: zie www.nhg.org.
- 2.Abrams P, Smith AP, Cotterill N. The impact of urinary incontinence on health-related quality of life (HRQoL) in a real-world population of women aged 45-60 years: results from a survey in France, Germany, the UK and the USA. BJU 2015;115:143-52.
- 3.Albers-Heitner CP, Joore MA, Winkens RA, Lagro-Janssen AL, Severens JL, Berghmans LC. Cost-effectiveness of involving nurse specialists for adult patients with urinary incontinence in primary care compared to care-as-usual: an economic evaluation alongside a pragmatic randomized controlled trial. Neurourol Urodyn 2012;31:526-34.
- 4.Albers-Heitner CP, Berghmans B, Joore M, Lagro-Janssen T, Severens J, Nieman F, et al. The effects of involving a nurse practitioner in primary care for adult patients with urinary incontinence: the PromoCon study (Promoting Continence). BMC Health Serv Res 2008;8:84.
- 5.Albers-Heitner CP, Winkens R, Berghmans B, Joore M, Nieman F, Severens J, et al. Consumer satisfaction among patients and their general practitioners about involving nurse specialists in primary care for patients with urinary incontinence. Scand J Caring Sci 2013;27:253-9.
- 6.Albers-Heitner CP, Lagro-Janssen TA, Venema PP, Berghmans BL, Winkens RR, De Jonge AA, et al. Experiences and attitudes of nurse specialists in primary care regarding their role in care for patients with urinary incontinence. Scand J Caring Sci 2011a;25:303-10.
- 7.Albers-Heitner CP, Lagro-Janssen TA, Joore MM, Berghmans BL, Nieman FF, Venema PP, et al. Effectiveness of involving a nurse specialist for patients with urinary incontinence in primary care: results of a pragmatic multicentre randomised controlled trial. Int J Clin Pract 2011b;65:705-12.
- 8.Arya LA, Jackson ND, Myers DL, Verma A. Risk of new-onset urinary incontinence after forceps and vacuum delivery in primiparous women. Am J Obstet Gynecol 2001;185:1318-23.
- 9.Avery K, Donovan J, Peters TJ, Shaw C, Gotoh M, Abrams P. ICIQ: a brief and robust measure for evaluating the symptoms and impact of urinary incontinence. Neurourol Urodyn 2004;23:322-30.
- 10.Barber MD, Kleeman S, Karram MM, Paraiso MF, Ellerkmann M, Vasavada S, et al. Risk factors associated with failure 1 year after retropubic or transobturator midurethral slings. Am J Obstet Gynecol 2008;199:666-7.
- 11.Baydock SA, Flood C, Schulz JA, MacDonald D, Esau D, Jones S, et al. Prevalence and risk factors for urinary and fecal incontinence four months after vaginal delivery. J Obstet Gynaecol Can 2009;31:36-41.
- 12.Berghmans B, Van Waalwijk van Doorn E, Nieman F, De Bie R, Van den Brandt P, Van Kerrebroeck P. Efficacy of physical therapeutic modalities in women with proven bladder overactivity. Eur Urol 2002;41:581-7.
- 13.Berglund AL, Fugl-Meyer KS. Sexual problems in women with urinary incontinence. A retrospective study of medical records. Scand J Caring Sci 1991;5:13-6.
- 14.Bollard RC, Gardiner A, Duthie GS, Lindow SW. Anal sphincter injury, fecal and urinary incontinence: a 34-year follow-up after forceps delivery. Dis Colon Rectum 2003;46:1083-8.
- 15.Boyle R, Hay-Smith EJ, Cody JD, Morkved S. Pelvic floor muscle training for prevention and treatment of urinary and faecal incontinence in antenatal and postnatal women. Cochrane Database Syst Rev 2012;10:CD007471.
- 16.Bradley CS, Kennedy CM, Nygaard IE. Pelvic floor symptoms and lifestyle factors in older women. J Womens Health (Larchmt) 2005;14:128-36.
- 17.Broens-Oostveen MC, Mom RM, Lagro-Janssen ALM. De genitale prolaps; behandeling en beloop in vier huisartspraktijken. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:1444-8.
- 18.Bryant CM, Dowell CJ, Fairbrother G. Caffeine reduction education to improve urinary symptoms. Br J Nurs 2002;11:560-5.
- 19.Bump RC, Voss S, Beardsworth A, Manning M, Zhao YD, Chen W. Long-term efficacy of duloxetine in women with stress urinary incontinence. BJU Int 2008;102:214-8.
- 20.Burgio KL, Matthews KA, Engel BT. Prevalence, incidence and correlates of urinary incontinence in healthy, middle-aged women. J Urol 1991;146:1255-9.
- 21.Burgio KL, Zyczynski H, Locher JL, Richter HE, Redden DT, Wright KC. Urinary incontinence in the 12-month postpartum period. Obstet Gynecol 2003;102:1291-8.
- 22.Campeau L, Tu LM, Lemieux MC, Naud A, Karsenty G, Schick E, et al. A multicenter, prospective, randomized clinical trial comparing tension-free vaginal tape surgery and no treatment for the management of stress urinary incontinence in elderly women. Neurourol Urodyn 2007;26:990-4.
- 23.CBO/LEVV. Richtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen (2012). http://www.diliguide.nl/document/692/file/pdf/.
- 24.Cerruto MA, D’Elia C, Aloisi A, Fabrello M, Artibani W. Prevalence, incidence and obstetric factors’ impact on female urinary incontinence in Europe: a systematic review. Urol Int 2013;90:1-9.
- 25.Chapple CR, Kaplan SA, Mitcheson D, Klecka J, Cummings J, Drogendijk T, et al. Randomized double-blind, active-controlled phase 3 study to assess 12-month safety and efficacy of mirabegron, a beta(3)-adrenoceptor agonist, in overactive bladder. Eur Urol 2013;63:296-305.
- 26.Clemons JL, Aguilar VC, Sokol ER, Jackson ND, Myers DL. Patient characteristics that are associated with continued pessary use versus surgery after 1 year. Am J Obstet Gynecol 2004;191:159-64.
- 27.Cody JD, Jacobs ML, Richardson K, Moehrer B, Hextall A. Oestrogen therapy for urinary incontinence in post-menopausal women. Cochrane Database Syst Rev 2012;10:CD001405.
- 28.Cornu JN, Mouly S, Amarenco G, Jacquetin B, Ciofu C, Haab F. 75NC007 device for noninvasive stress urinary incontinence management in women: a randomized controlled trial. Int Urogynecol J 2012;23:1727-34.
- 29.Danforth KN, Townsend MK, Lifford K, Curhan GC, Resnick NM, Grodstein F. Risk factors for urinary incontinence among middle-aged women. Am J Obstet Gynecol 2006;194:339-45.
- 30.Donnelly MJ, Powell-Morgan S, Olsen AL, Nygaard IE. Vaginal pessaries for the management of stress and mixed urinary incontinence. Int Urogynecol J Pelvic Floor Dysfunct 2004;15:302-7.
- 31.Dowd TT, Campbell JM, Jones JA. Fluid intake and urinary incontinence in older community-dwelling women. J Community Health Nurs 1996;13:179-86.
- 32.Drennan VM, Greenwood N, Cole L, Fader M, Grant R, Rait G, et al. Conservative interventions for incontinence in people with dementia or cognitive impairment, living at home: a systematic review. BMC Geriatr 2012;12:77.
- 33.Dumoulin C, Hay-Smith EJ, Mac Habee-Seguin G. Pelvic floor muscle training versus no treatment, or inactive control treatments, for urinary incontinence in women. Cochrane Database Syst Rev 2014;5:CD005654.
- 34.Eason E, Labrecque M, Marcoux S, Mondor M. Effects of carrying a pregnancy and of method of delivery on urinary incontinence: a prospective cohort study. BMC Pregnancy Childbirth 2004;4:4.
- 35.Edwards SJ, Karner C, Trevor N, Barton S, Nherera L. Mirabegron for the treatment of symptoms associated with overactive bladder STA REPORT (2013). London: BMJ-TAG. http://www.nice.org.uk/guidance/ta290/resources/overactive-bladder-mirabegron-evidence-review-group-report2.
- 36.Farrell SA, Singh B, Aldakhil L. Continence pessaries in the management of urinary incontinence in women. J Obstet Gynaecol Can 2004;26:113-7.
- 37.Farrell SA, Baydock S, Amir B, Fanning C. Effectiveness of a new self-positioning pessary for the management of urinary incontinence in women. Am J Obstet Gynecol 2007;196:474-8.
- 38.Gallagher P, Ryan C, Byrne S, Kennedy J, O’Mahony D. STOPP (Screening Tool of Older Person’s Prescriptions) and START (Screening Tool to Alert doctors to Right Treatment). Consensus validation. Int J Clin Pharmacol Ther 2008;46:72-83.
- 39.Gleason JL, Richter HE, Redden DT, Goode PS, Burgio KL, Markland AD. Caffeine and urinary incontinence in US women. Int Urogynecol J 2013;24:295-302.
- 40.Groutz A, Blaivas JG, Chaikin DC, Resnick NM, Engleman K, Anzalone D, et al. Noninvasive outcome measures of urinary incontinence and lower urinary tract symptoms: a multicenter study of micturition diary and pad tests. J Urol 2000;164:698-701.
- 41.Handa VL, Whitcomb E, Weidner AC, Nygaard I, Brubaker L, Bradley CS, et al. Sexual function before and after non-surgical treatment for stress urinary incontinence. Female Pelvic Med Reconstr Surg 2011;17:30-5.
- 42.Hanley J, Capewell A, Hagen S. Validity study of the severity index, a simple measure of urinary incontinence in women. BMJ 2001;322:1096-7.
- 43.Hannestad YS, Rortveit G, Daltveit AK, Hunskaar S. Are smoking and other lifestyle factors associated with female urinary incontinence? The Norwegian EPINCONT Study. BJOG 2003;110:247-54.
- 44.Haylen BT, De Ridder D, Freeman RM, Swift SE, Berghmans B, Lee J, et al. An International Urogynecological Association (IUGA)/International Continence Society (ICS) joint report on the terminology for female pelvic floor dysfunction. Int Urogynecol J 2010;21:5-26.
- 45.Herzog AR, Fultz NH, Brock BM, Brown MB, Diokno AC. Urinary incontinence and psychological distress among older adults. Psychol Aging 1988;3:115-21.
- 46.Hunskaar S. A systematic review of overweight and obesity as risk factors and targets for clinical intervention for urinary incontinence in women. Neurourol Urodyn 2008;27:749-57.
- 47.Jamison J, Maguire S, McCann J. Catheter policies for management of long term voiding problems in adults with neurogenic bladder disorders. Cochrane Database Syst Rev 2004;2:CD004375.
- 48.Jura YH, Townsend MK, Curhan GC, Resnick NM, Grodstein F. Caffeine intake, and the risk of stress, urgency and mixed urinary incontinence. J Urol 2011;185:1775-80.
- 49.Kafri R, Deutscher D, Shames J, Golombp J, Melzer I. Randomized trial of a comparison of rehabilitation or drug therapy for urgency urinary incontinence: 1-year follow-up. Int Urogynecol J 2013;24:1181-9.
- 50.Kenton K, Stoddard AM, Zyczynski H, Albo M, Rickey L, Norton P, et al. 5-year longitudinal follow-up after retropubic and transobturator midurethral slings. J Urol 2015;193:203-10.
- 51.Kessler TM, Bachmann LM, Minder C, Lohrer D, Umbehr M, Schunemann HJ, et al. Adverse event assessment of antimuscarinics for treating overactive bladder: a network meta-analytic approach. PLoS One 2011;6:e16718.
- 52.Kim H, Yoshida H, Suzuki T. The effects of multidimensional exercise on functional decline, urinary incontinence, and fear of falling in community-dwelling elderly women with multiple symptoms of geriatric syndrome: a randomized controlled and 6-month follow-up trial. Arch Gerontol Geriatr 2011;52:99-105.
- 53.Klaasen R, Hilkens C, Teunissen D, Lagro-Janssen T. Urine-incontinentie heeft een negatieve invloed op het seksuele functioneren van vrouwen. Tijdschr Seksuologie 2008;32:20-7.
- 54.Klovning A, Avery K, Sandvik H, Hunskaar S. Comparison of two questionnaires for assessing the severity of urinary incontinence: The ICIQ-UI SF versus the incontinence severity index. Neurourol Urodyn 2009;28:411-5.
- 55.KNGF. KNGF-richtlijn Stress (urine-)incontinentie (2011). https://www.fysionet-evidencebased.nl/images/pdfs/richtlijnen/sui_2011/sui_praktijkrichtlijn.pdf .
- 56.KNMP. Informatorium Medicamentorum. Den Haag: KNMP, 2014.
- 57.Labrie J, Lagro-Janssen AL, Fischer K, Berghmans LC, Van der Vaart CH. Predicting who will undergo surgery after physiotherapy for female stress urinary incontinence. Int Urogynecol J 2015;26:329-34.
- 58.Labrie J, Berghmans BL, Fischer K, Milani AL, Van der Wijk I, Smalbraak DJ, et al. Surgery versus physiotherapy for stress urinary incontinence. N Engl J Med 2013;369:1124-33.
- 59.Lagro-Janssen ALM. Urine-incontinentie bij vrouwen in de huisartspraktijk. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen, 1991a.
- 60.Lagro-Janssen ALM, Debruyne FMJ, Van Weel C. Diagnostiek in de huisartspraktijk van incontinentia urinae bij vrouwen goed mogelijk door gerichte anamnese. Ned Tijdschr Geneeskd 1991b;135:1441-44.
- 61.Lagro-Janssen ALM, Smits AJA, Van Weel C. Urine-incontinentie en kwaliteit van leven. Tijdschrift voor sociale gezondheidszorg 1993;137:378-82.
- 62.Lagro-Janssen T, Van Weel C. Long-term effect of treatment of female incontinence in general practice. Br J Gen Pract 1998;48:1735-38.
- 63.Laurikainen E, Valpas A, Aukee P, Kivela A, Rinne K, Takala T, et al. Five-year results of a randomized trial comparing retropubic and transobturator midurethral slings for stress incontinence. Eur Urol 2014;65:1109-14.
- 64.Li J, Yang L, Pu C, Tang Y, Yun H, Han P. The role of duloxetine in stress urinary incontinence: a systematic review and meta-analysis. Int Urol Nephrol 2013;45:679-86.
- 65.Lipp A, Shaw C, Glavind K. Mechanical devices for urinary incontinence in women. Cochrane Database Syst Rev 2011:CD001756.
- 66.Locher JL, Goode PS, Roth DL, Worrell RL, Burgio KL. Reliability assessment of the bladder diary for urinary incontinence in older women. J Gerontol A Biol Sci Med Sci 2001;56:M32-5.
- 67.Madhuvrata P, Singh M, Hasafa Z, Abdel-Fattah M. Anticholinergic drugs for adult neurogenic detrusor overactivity: a systematic review and meta-analysis. Eur Urol 2012a;62:816-30.
- 68.Madhuvrata P, Cody JD, Ellis G, Herbison GP, Hay-Smith EJ. Which anticholinergic drug for overactive bladder symptoms in adults. Cochrane Database Syst Rev 2012b;1:CD005429.
- 69.Mariappan P, Ballantyne Z, N’Dow JM, Alhasso AA. Serotonin and noradrenaline reuptake inhibitors (SNRI) for stress urinary incontinence in adults. Cochrane Database Syst Rev 2005:CD004742.
- 70.Melville JL, Katon W, Delaney K, Newton K. Urinary incontinence in US women: a population-based study. Arch Intern Med 2005;165:537-42.
- 71.Meyhoff HH, Gerstenberg TC, Nordling J. Placebo--the drug of choice in female motor urge incontinence? Br J Urol 1983;55:34-7.
- 72.NICE. Urinary incontinence (2013). http://www.nice.org.uk/nicemedia/live/14271/65143/65143.pdf .
- 73.Nilsson CG, Palva K, Aarnio R, Morcos E, Falconer C. Seventeen years’ follow-up of the tension-free vaginal tape procedure for female stress urinary incontinence. Int Urogynecol J 2013;24:1265-9.
- 74.NIVEL. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn (2014). http://www.nivel.nl/NZR/zorgregistraties-eerstelijn .
- 75.Norton PA. Prevalence and social impact of urinary incontinence in women. Clin Obstet Gynecol 1990;33:295-7.
- 76.Nuotio M, Jylha M, Koivisto AM, Tammela TL. Association of smoking with urgency in older people. Eur Urol 2001;40:206-12.
- 77.NVOG. Richtlijn prolaps (2014). Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. http://nvog-documenten.nl/uploaded/docs/Definitieve%20richtlijn%20Prolaps%202014.pdf.
- 78.NVU/NVOG. Richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg (2014). Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Urologie en Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. http://www.nvog-documenten.nl/uploaded/docs/Definitieve%20versie%20Richtlijn%20urine-incontinentie%202013.pdf .
- 79.Nygaard I, Holcomb R. Reproducibility of the seven-day voiding diary in women with stress urinary incontinence. Int Urogynecol J Pelvic Floor Dysfunct 2000;11:15-7.
- 80.Nyyssonen V, Talvensaari-Mattila A, Santala M. A prospective randomized trial comparing tension-free vaginal tape versus transobturator tape in patients with stress or mixed urinary incontinence: subjective cure rate and satisfaction in median follow-up of 46 months. Scand J Urol 2014;48:309-15.
- 81.Ostaszkiewicz J, Johnston L, Roe B. Timed voiding for the management of urinary incontinence in adults. Cochrane Database Syst Rev 2004:CD002802.
- 82.Paquette A, Gou P, Tannenbaum C. Systematic review and meta-analysis: do clinical trials testing antimuscarinic agents for overactive bladder adequately measure central nervous system adverse events? J Am Geriatr Soc 2011;59:1332-9.
- 83.Persson J, Wolner-Hanssen P, Rydhstroem H. Obstetric risk factors for stress urinary incontinence: a population-based study. Obstet Gynecol 2000;96:440-5.
- 84.Rai BP, Cody JD, Alhasso A, Stewart L. Anticholinergic drugs versus non-drug active therapies for non-neurogenic overactive bladder syndrome in adults. Cochrane Database Syst Rev 2012;12:CD003193.
- 85.Roe B, Doll H. Lifestyle factors and continence status: comparison of self-report data from a postal survey in England. J Wound Ostomy Continence Nurs 1999;26:312-9.
- 86.Sampselle CM, Harlow SD, Skurnick J, Brubaker L, Bondarenko I. Urinary incontinence predictors and life impact in ethnically diverse perimenopausal women. Obstet Gynecol 2002;100:1230-8.
- 87.Sander P, Mouritsen L, Andersen JT, Fischer-Rasmussen W. Should measurement of maximum urinary flow rate and residual urine volume be a part of a “minimal care” assessment programme in female incontinence? Scand J Urol Nephrol 2002;36:124-7.
- 88.Schimpf MO, Rahn DD, Wheeler TL, Patel M, White AB, Orejuela FJ, et al. Sling surgery for stress urinary incontinence in women: a systematic review and metaanalysis. Am J Obstet Gynecol 2014;211:71.
- 89.Sexton CC, Notte SM, Maroulis C, Dmochowski RR, Cardozo L, Subramanian D, et al. Persistence and adherence in the treatment of overactive bladder syndrome with anticholinergic therapy: a systematic review of the literature. Int J Clin Pract 2011;65:567-85.
- 90.Shamliyan T, Wyman JF, Ramakrishnan R, Sainfort F, Kane RL. Benefits and harms of pharmacologic treatment for urinary incontinence in women: a systematic review. Ann Intern Med 2012;156:861-74.
- 91.Svenningsen R, Staff AC, Schiotz HA, Western K, Kulseng-Hanssen S. Long-term follow-up of the retropubic tension-free vaginal tape procedure. Int Urogynecol J 2013;24:1271-8.
- 92.Swithinbank L, Hashim H, Abrams P. The effect of fluid intake on urinary symptoms in women. J Urol 2005;174:187-9.
- 93.Tahtinen RM, Auvinen A, Cartwright R, Johnson TM, Tammela TLJ, Tikkinen KAO. Smoking and bladder symptoms in women. Obstet Gynecol 2011;118:643-8.
- 94.Tambyah PA, Knasinski V, Maki DG. The direct costs of nosocomial catheter-associated urinary tract infection in the era of managed care. Infect Control Hosp Epidemiol 2002;23:27-31.
- 95.Teunissen D, Van Weel C, Lagro-Janssen T. Urinary incontinence in older people living in the community: examining help-seeking behaviour. Br J Gen Pract 2005;55:776-82.
- 96.Teunissen D, Van den Bosch W, Van Weel C, Lagro-Janssen T. Urinary incontinence in the elderly: attitudes and experiences of general practitioners. A focus group study. Scand J Prim Health Care 2006;24:56-61.
- 97.Teunissen TA, Van den Bosch WJ, Van den Hoogen HJ, Lagro-Janssen AL. Prevalence of urinary, fecal and double incontinence in the elderly living at home. Int Urogynecol J Pelvic Floor Dysfunct 2004;15:10-13.
- 98.Teunissen TAM, Lagro-Janssen ALM. Sex differences in the use of absorbent (incontinence) pads in independently living elderly people: do men receive less care? Int J Clin Pract 2009;63:869-73.
- 99.Teunissen TAM, Van den Bosch WJHM, Van Weel C, Lagro-Janssen ALM. Handelt de huisarts bij ouderen anders dan de NHG-Standaard Incontinentie voor urine adviseert? En zo ja, waarom? Huisarts Wet 2008;51:70-5.
- 100.Tomlinson BU, Dougherty MC, Pendergast JF, Boyington AR, Coffman MA, Pickens SM. Dietary caffeine, fluid intake and urinary incontinence in older rural women. Int Urogynecol J Pelvic Floor Dysfunct 1999;10:22-8.
- 101.Townsend MK, Resnick NM, Grodstein F. Caffeine intake and risk of urinary incontinence progression among women. Obstet Gynecol 2012;119:950-7.
- 102.V&VN. Richtlijn Urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen (2010). Utrecht: Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). http://www.platformouderenzorg.nl/uploads/files/guidelines/richtlijn_urinecontinentie.pdf.
- 103.Van den Muijsenbergh ME, Lagro-Janssen TA. Urinary incontinence in Moroccan and Turkish women: a qualitative study on impact and preferences for treatment. Br J Gen Pract 2006;56:945-9.
- 104.Van der Vaart CH, De Leeuw JRJ, Roovers JP, Heintz AP. De invloed van urine-continentie op de kwaliteit van leven bij thuiswonende Nederlandse vouwen van 45-70 jaar. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144:894-7.
- 105.Van Gerwen M, Schellevis F, Lagro-Janssen T. Comorbidities associated with urinary incontinence: a case-control study from the Second Dutch National Survey of General Practice. J Am Board Fam Med 2007;20:608-10.
- 106.Van Houten P, Achterberg W, Ribbe M. Urinary incontinence in disabled elderly women: a randomized clinical trial on the effect of training mobility and toileting skills to achieve independent toileting. Gerontology 2007;53:205-10.
- 107.Verenso. Richtlijn Blaaskatheters, langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit (2011). http://www.verenso.nl/assets/Uploads/Downloads/Richtlijnen/VerensoRichtlijnblaaskatheters2.pdf.
- 108.Versi E, Orrego G, Hardy E, Seddon G, Smith P, Anand D. Evaluation of the home pad test in the investigation of female urinary incontinence. Br J Obstet Gynaecol 1996;103:162-7.
- 109.Vierhout ME, Gianotten WL. Ongewenst urineverlies bij vrouwen tijdens seksuele activiteit; een inventariserend onderzoek. Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137:913-6.
- 110.Visser E, De Bock GH, Berger MY, Dekker JH. Impact of Urinary Incontinence on Sexual Functioning in Community-Dwelling Older Women. J Sex Med 2014;11:1757-65.
- 111.Visser E, De Bock GH, Kollen BJ, Meijerink M, Berger MY, Dekker JH. Systematic screening for urinary incontinence in older women: who could benefit from it? Scand J Prim Health Care 2012;30:21-8.
- 112.Visser E, De Bock GH, Messelink EJ, Schram AJ, Kollen BJ, Gemert SB, et al. Active encouragement of older women with urinary incontinence in primary care to undergo diagnosis and treatment: A matched-pair cluster randomized controlled trial. Maturitas 2015;80:212-9.
- 113.Vissers D, Neels H, Vermandel A, De Wachter S, Tjalma WAA, Wyndaele JJ, et al. The effect of non-surgical weight loss interventions on urinary incontinence in overweight women: a systematic review and meta-analysis. Obes Rev 2014;15:610-7.
- 114.Wagg A, Cardozo L, Nitti VW, Castro-Diaz D, Auerbach S, Blauwet MB, et al. The efficacy and tolerability of the beta3-adrenoceptor agonist mirabegron for the treatment of symptoms of overactive bladder in older patients. Age Ageing 2014;43:666-75.
- 115.Wallace SA, Roe B, Williams K, Palmer M. Bladder training for urinary incontinence in adults. Cochrane Database Syst Rev 2004;1:CD001308.
- 116.Wang Y, Xu K, Hu H, Zhang X, Wang X, Na Y, et al. Prevalence, risk factors, and impact on health related quality of life of overactive bladder in China. Neurourol Urodyn 2011;30:1448-55.
- 117.Williams KS, Assassa RP, Cooper NJ, Turner DA, Shaw C, Abrams KR, et al. Clinical and cost-effectiveness of a new nurse-led continence service: a randomised controlled trial. Br J Gen Pract 2005;55:696-703.
- 118.Wyman JF, Harkins SW, Fantl JA. Psychosocial impact of urinary incontinence in the community-dwelling population. J Am Geriatr Soc 1990;38:282-8.
- 119.Wyman JF, Choi SC, Harkins SW, Wilson MS, Fantl JA. The urinary diary in evaluation of incontinent women: a test-retest analysis. Obstet Gynecol 1988;71:812-7.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.