Dit boek is, blijkens het voorwoord, geschreven voor leken, paramedici en medici practici. De gevolgen blijven niet uit: sommige delen zijn te simpel voor artsen, andere te moeilijk voor patiënten. Het verschil in niveau (en de daarvoor vereiste voorkennis) van de hoofdstukken is groot. De leesbaarheid loopt uiteen van voor leken begrijpelijk tot wetenschappelijk zware kost. Dit probleem wordt versterkt doordat elk hoofdstuk geschreven is door – overigens zeer deskundige – wisselende auteurs. Dit leidt ook tot hinderlijke inconsistenties. Zo wordt in het algemene deel de waarde van de schildwachtklierbiopsie bij borstkanker nadrukkelijk genoemd; in het specifieke hoofdstuk over borstkanker wordt de schildwachtklierbiopsie echter alleen aan het eind van het hoofdstuk vermeld als een nieuwe ontwikkeling. Managen van de behandeling is een belangrijk thema in dit boek; kennis van het netwerk, zowel binnen als buiten het ziekenhuis, is essentieel. Soms wordt een rol toegedacht aan de huisarts als ‘manager’ voor de patiënt om tot een optimale afstemming van diverse disciplines te komen. In andere hoofdstukken acht de internist/oncoloog zich de coördinator van de multidisciplinaire behandeling. Wil je als huisarts snel een indruk krijgen van de huidige stand van zaken met betrekking tot een specifieke tumor, dan krijg je uit dit boek wel een beeld, maar op meer gerichte vragen vind je veelal geen antwoord.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
