Snot voor de ogen

Met een pusoog ben je niet welkom op de crèche. De oplossing daarvoor ligt voor de hand: antibiotica in het oog en je bent zo weer beter. Dat denken zelfs huisartsen: ruim 86% van alle infectieuze conjunctivitis wordt behandeld, en maar liefst ruim 80% met antibiotica (Huisarts Wet 2004;47:393). Er is nu goed nieuws voor dokters en ouders en slecht nieuws voor de farmaceutische industrie. Die antibiotica helpen niet bij kinderen onder de twaalf jaar: niet bij kinderen met een klinische conjunctivitis en ook niet bij kinderen met een aangetoonde bacteriële ontsteking. In 12 huisartsenpraktijken in Oxfordshire werden 326 kinderen met een klinische conjunctivitis gerandomiseerd. De helft kreeg chlooramfenicoldruppels en de helft een placebo. In respectievelijk 78 en 77% van de ogen bleek een potentiële bacteriële verwekker aantoonbaar. Na een week was er geen statistisch significant verschil aantoonbaar: in de interventiegroep genas 86% en in de controlegroep 79%. Het maakte daarbij niet uit of er een pathogeen was gekweekt of niet. Het gemiddelde verschil in genezingsduur was 8 uur. Het wordt steeds gemakkelijker voor de huisarts. Bij volwassenen kan hij op grond van drie vragen een voorspelling doen over de aanwezigheid van een bacterie, en die eventueel behandelen. Bij kinderen onder de twaalf hoeft zelfs dat niet. Het gaat bij hen in een groot aantal gevallen om een wat uitgebreide snotneus en behandeling is niet nodig. (HvW)