Spontane genezing
Gordelroos geneest bij een normaal functionerend immuunsysteem doorgaans spontaan binnen enkele weken. Het beleid is in de acute fase daarom hoofdzakelijk gericht op het verlichten van pijn. De herziening van de Behandelrichtlijn Gordelroos (voorheen: herpes zoster) bevat een uitgebreide beschrijving van de diagnostiek en het beleid bij deze aandoening.
Preventie van postherpetische neuralgie
Uit een analyse van de effectiviteit van antivirale middelen bij gordelroos ter preventie van postherpetische neuralgie komt naar voren dat aciclovir niet effectief is. Dit middel wordt daarom niet aanbevolen. Famciclovir is minder vaak onderzocht, maar heeft vergelijkbare resultaten.
Gordelroos in het gelaat
Bij gordelroos in het gelaat kan een van de drie takken van de nervus trigeminus (nervus opthalmicus, nervus mandibularis en/of de nervus maxillaris), de nervus facialis en/of de nervus vestibulocochlearis aangedaan zijn. Belangrijk is om onderscheid te maken in betrokkenheid van het oog (herpes zoster opthalmicus) en de gelaatsmusculatuur en/of het gehoor (herpes zoster oticus), omdat dit redenen zijn om te verwijzen of anders te behandelen.
Verwijs patiënten bij wie een herpes zoster oticus wordt vermoed dezelfde dag naar de kno-arts
Bij een herpes zoster opthalmicus raakt in 50-60% van de gevallen ook het oog betrokken, met een aanzienlijke kans op oogcomplicaties. De patiënt presenteert zich niet altijd met een rood oog of oogklachten. Soms zijn er in eerste instantie alleen maar blaasjes op de neus te zien: het teken van Hutchinson. In dat geval is de nervus nasociliaris ‒ een tak van de nervus opthalmicus ‒ aangedaan. In de richtlijn wordt geadviseerd patiënten met oogklachten of aanwijzingen van betrokkenheid van het oog te behandelen met antivirale middelen en binnen een week naar de oogarts te verwijzen (en dezelfde dag bij alarmsymptomen). Oogcomplicaties treden namelijk vaak later op en soms ondanks antivirale middelen, hoewel deze ervoor zorgen dat de aandoening minder ernstig verloopt en een deel van de oogcomplicaties wordt voorkomen.
Zeldzamer is een herpes zoster oticus, waarbij de nervus facialis betrokken is met een parese als gevolg. In sommige gevallen is ook de nervus vestibulocochlearis betrokken. Blaasjes op de oorschelp, in de gehoorgang, op gehemelte of tong en klachten van draaiduizeligheid, oorpijn of doofheid zijn symptomen die hierop wijzen. Het advies is om patiënten bij wie een herpes zoster oticus wordt vermoed dezelfde dag naar de kno-arts te verwijzen. Doordat dit in de eerste lijn weinig voorkomt, kan het stellen van de juiste diagnose lastig zijn. Patiënten worden vaak behandeld met intraveneuze toediening van antivirale middelen en/of corticosteroïden.
Vaccinatie tegen gordelroos
Al lange tijd zijn er pleidooien om ouderen tegen gordelroos te vaccineren, voornamelijk ter voorkoming van postherpetische neuralgie. De Gezondheidsraad heeft opname van het gordelroosvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma tegen het licht gehouden en geconcludeerd dat het huidige vaccin, dat een verzwakt levend virus bevat, daartoe onvoldoende effectief is. Vaccinatie voorkomt slechts een paar procent van de gevallen van gordelroos met een navenant percentage van de gevallen van neuralgie. Bij de groepen die het meeste risico op ernstige gordelroos lopen, in het bijzonder immuungecompromitteerden, is toediening van een levend virus sowieso gecontra-indiceerd. Gebruik van het vaccin wordt dan ook niet vergoed. Ondertussen is een recombinant vaccin ontwikkeld dat wel gegeven mag worden aan immuungecompromitteerden, maar dit is nog niet beschikbaar in Nederland. Mogelijk is het effectiever in het voorkomen van postherpetische neuralgie, maar gegevens over langetermijneffecten ontbreken.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.