Alle nummers
Archief tijdschrift

2018, nummer 12

Jaargang
61

Nieuws

  • Referenten H&W in het zonnetje

    Huisarts en Wetenschap is een peer reviewed tijdschrift en streeft naar het publiceren van kwalitatief hoogstaande artikelen. Dat kan niet zonder de hulp van een grote schare referenten. De redactie is zeer erkentelijk dat zij gebruik kan maken van de kennis en kunde van deze vakmensen. Zij zetten zich keer op keer in om de aangeboden artikelen nauwkeurig te lezen en te beoordelen. Het afgelopen jaar (1 december 2017 tot en met 30 november 2018) waren dit onderstaande referenten. Tijd om hen in het zonnetje te zetten. Namens de H&W-redactie heel hartelijk dank!

  • Draagkracht voor toekomstvisie [Redactioneel]

    In deze en de volgende H&W voeden we de discussie over de toekomst van ons vak vanuit het perspectief van wetenschap (wat zijn de feiten, wat is er bekend) en de vertaling daarvan naar de praktijk. We schrijven over de kern van ons vak: continuïteit, arts-patiëntrelatie, persoonsgerichte zorg, generalisme, taakdelegatie en samenwerking.

  • Webtip continentiehulpmiddelen

    Ruim een miljoen mensen heeft moeite met ophouden en/of lozen van urine en/of ontlasting. Helaas lukt het niet altijd om het onderliggende medische probleem aan te pakken. Daarom hebben patiënten met continentieproblemen vaak continentiemiddelen nodig zoals katheters, absorberende inleggers en darmspoelingen. Deze hulpmiddelen moeten ervoor zorgen dat de patiënt zelfstandig kan functioneren met een goede kwaliteit van leven. Maar hoe vindt de patiënt de hulpmiddelen die het best bij hem passen? De hulpmiddelenwijzer biedt uitkomst.

  • Onderzoek naar nieuw dieet bij DM II

    Leefstijlinterventie is de eerste stap in de behandeling van diabetes, maar de huidige adviezen blijken vaak niet toereikend om progressie van de aandoening te voorkomen. Daarom is in Leiden een onderzoek gestart naar een nieuwe interventie, het ‘fasting mimicking diet’.

  • Behandeling oppervlakkige tromboflebitis in het been

    Oppervlakkige tromboflebitis in het been komt vaak voor, meestal als complicatie van varices. Het natuurlijk beloop is gunstig. Van geen enkele lokale behandeling is het effect overtuigend aangetoond. Er is alleen risico op uitbreiding naar het diepe systeem of op longembolie bij grotere of progressieve tromboflebitis en bij tromboflebitis die dicht bij een verbinding met het diepe systeem zit. Het is de vraag wanneer, en zo ja welke antistollingsbehandeling dan is aangewezen. De auteurs van deze Cochrane-review concluderen dat het effect alleen voldoende is aangetoond van fondaparinux (een variant laagmoleculairgewichtheparine). Deze conclusie is echter te beperkt aangezien onderzoek naar de effectiviteit van anticoagulantia bij DVT aantoont dat klassieke anticoagulantia als coumarines en laagmoleculairgewichtheparines uitbreiding van de trombus en longembolieën ook effectief tegengaan. De recent populair geworden DOAC’s blijken wat dat betreft even effectief als coumarines.

  • Handig naslagwerk kindergeneeskunde

    De vijfde druk van Compendium kindergeneeskunde biedt een praktisch hanteerbaar overzicht in 59 hoofdstukken. Het is een lijvig boek, geschreven door kinderartsen, dat huisartsen desondanks toch graag binnen handbereik willen hebben. Door de uitgebreide inhoudsopgave en het register vind je snel de weg in het boek.

  • Seksualiteit bespreekbaar maken

    De auteurs van dit goed leesbare boek hebben een duidelijke mening: de professionele hulpverlener moet seksualiteit proactief bespreekbaar maken. Dit handboek is een zeer uitgebreide verzameling van kennis, adviezen en verwijzingen naar andere informatiebronnen. Het boek is helder opgebouwd, met de mogelijkheid om de diepte in te gaan via de bijbehorende website.

  • D-mannose bij recidiverende urineweginfecties

    Al jaren worden antibiotica gebruikt als profylaxe bij recidiverende urineweginfecties (UWI). Met de toenemende resistentie voor antibiotica lijkt het wenselijk goede alternatieven te vinden.

  • Gebruik diclofenac heeft meer risico dan andere NSAID’s

    Ernstige, cardiovasculaire aandoeningen als myocardinfarcten komen significant vaker voor bij gebruik van diclofenac dan bij andere NSAID’s. Deze conclusie in BMJ volgt uit een onderzoek met miljoenen mensen. Aangezien diclofenac wereldwijd nog steeds de meest gebruikte NSAID is, wordt het tijd om anders te gaan voorschrijven.

  • Atriumfibrilleren en chronische nierinsufficiëntie

    In 2016 verscheen het NHG-Standpunt Anticoagulantie en daarin werden DOAC’s en cumarinederivaten als gelijkwaardig beoordeeld. Volgens het Standpunt doen DOAC’s niet onder voor warfarine wat betreft het voorkómen van beroertes en systemische embolieën, ook niet bij stijgende leeftijd. Wel leek terughoudendheid gerechtvaardigd bij ouderen met een sterk afgenomen nierfunctie (eGFR < 30 ml/ min/1,73 m²) vanwege de kans op gastro-intestinale bloedingen. In 2017 verscheen een Cochrane-review over dit specifieke onderwerp. Daaruit bleek dat er ook bij deze groep ouderen geen reden is om van DOAC’s af te zien.

  • OSAS-management door de huisarts is veelbelovend

    Het obstructieve-slaapapneusyndroom (OSAS) komt vaak voor. De meeste patiënten worden verwezen naar de tweede lijn. In Nederland kan de huisarts op diverse plaatsen wel de diagnostiek zelf aanvragen, maar niet de behandeling verzorgen. Dat kan anders. Recent Spaans onderzoek laat zien dat OSAS-management door de huisarts even effectief is én goedkoper.

  • Eigen dokter, minder verwijzingen

    Continuïteit van zorg is een belangrijk kenmerk van onze huisartsenzorg en een thema in onze discussie over de toekomst. Nederlandse onderzoekers gingen na wat de samenhang is tussen persoonlijke continuïteit en verwijzingen naar de tweede lijn. Deze relatie bleek aanwezig, maar was niet even sterk voor alle specialismen.

  • Chronisch PPI-gebruik verhoogt het risico op ijzerdeficiëntie

    De huidige richtlijnen adviseren beperkt gebruik van protonpompremmers (PPI’s). Dat betekent dat artsen de laagst mogelijke effectieve dosis PPI’s voorschrijven en chronisch gebruik vermijden. Uit dit onderzoek blijkt dat chronisch gebruik van PPI’s naast de reeds bekende nadelen ook het risico op ijzerdeficiëntie verhoogt.

  • Huisartsenzorg door de ogen van de patiënt

    Voor een goed consult zijn twee experts nodig: de patiënt (die meestal veel verstand heeft van zichzelf en minder van geneeskunde) en de dokter (die meer weet van geneeskunde en iets van de patiënt). Die experts moeten samenwerken. Wat is belangrijk in die samenwerking, welk gedrag van beiden maakt consulten van huisartsen effectief in de ogen van patiënten?

  • Gewichtsverandering en vroege tekenen van knieartrose

    Overgewicht is een duidelijke risicofactor voor knieartrose. Nederlandse onderzoekers gingen daarom na wat de relatie is tussen vroege kenmerken van knieartrose op MRI-scans en gewichtsverandering in de tijd bij vrouwen met overgewicht. Zij zagen een duidelijke toename van synovitis van de knie bij vrouwen met een stijgend overgewicht, maar dat gold niet voor andere MRI-tekenen van knieartrose.

  • Beperkte waarde rectaal toucher bij mictieklachten

    Mictieklachten bij mannen komen veel voor, maar deze worden meestal niet veroorzaakt door prostaatkanker. De NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen adviseert een rectaal toucher te verrichten en bij afwijkingen te verwijzen. Dit onderzoek laat zien dat een afwijkend rectaal toucher inderdaad een goede reden is voor verwijzing. Om prostaatkanker uit te sluiten, is het echter niet betrouwbaar.

  • Muziektherapie bij dementie

    Muziektherapie bij patiënten met dementie kan de kwaliteit van leven verhogen en angst en depressie verminderen. Dat blijkt uit een Cochrane-review naar de effecten van muziektherapie op bijna 900 patiënten met dementie die in een zorginstelling verblijven.

  • Tijdige palliatieve zorg loont

    Vroege en systematische palliatieve zorg bij kankerpatiënten heeft een bescheiden effect op de kwaliteit van leven. Dat concluderen Belgische onderzoekers naar aanleiding van een gerandomiseerde trial in de tweede lijn onder 186 patiënten met een progressieve maligne tumor.

Wetenschap

  • De kern van het vak (2) Arts-patiëntrelatie

    Huisartsen koesteren de bijzondere relatie die ze met hun patiënten hebben. Doordat hun relatie meestal langdurig is en ze alle problemen zien, zou die relatie anders zijn dan de instrumentelere relatie bij specialisten. In de denksessies in de afgelopen maanden over de nieuwe Woudschoten-definitie was de arts-patiëntrelatie een van de twaalf thema’s. Huisartsen houden net als zestig jaar geleden van hun patiënten.

  • De kern van het vak (1) Continuïteit

    Wat maken huisartsen waar van hun idealen en welke belemmeringen en oplossingen zijn er? Naar aanleiding van ‘het nieuwe Woudschoten’ sprak ik voor H&W met een aantal jonge en oude dokters en zocht ik naar cijfermateriaal over de kernwaarden van het vak. Dit is de eerste van vier artikelen over de kern van het vak: continuïteit in de dagpraktijk, de arts-patiëntrelatie en persoonsgerichte zorg, generalisme versus specialisme met onder andere taakdelegatie aan poh’s, en tot slot samenwerken binnen en buiten de eerste lijn.

  • Point-of-care-tests bij patiënten met acute cardiopulmonale symptomen

    Point-of-care-tests (POCT’s) kunnen huisartsen ondersteunen bij het diagnosticeren en behandelen van patiënten met acute cardiopulmonale symptomen. Momenteel is echter nog niet bekend of het gebruik van POCT’s ook echt effect heeft op klinische uitkomsten bij deze patiënten.

  • Huisarts-onderzoeker, de dubbelrol kan knellen

    Voor een optimale verbinding tussen onderzoek en praktijk zijn er professionals nodig die in beide werelden functioneren. De relevante vragen voor onderzoek die het meest effect hebben op een goede patiëntenzorg ontstaan veelal in de praktijk. Andersom kunnen klinisch werkzame onderzoekers een goede vertaalslag faciliteren van relevant onderzoek naar de praktijk. Het valt voor huisarts-onderzoekers echter niet altijd mee om zo’n dubbelrol te vervullen.

  • Veilig opleiden en het aiototraject

    Sinds 1998 kunnen huisartsen hun opleiding combineren met promotieonderzoek als ‘arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker’ (aioto). Inmiddels is het aantal aioto’s fors gegroeid.

  • Voorkeur voor hulpverlener na behandeling van colorectaal carcinoom

    De nazorg en follow-up na behandeling van colorectaal carcinoom vinden momenteel plaats in de tweede lijn. De huisarts zou deze zorg kunnen overnemen, maar uit onderzoek blijkt dat een deel van de patiënten daar terughoudend op reageert. Onderzoekers deden een vragenlijstonderzoek onder patiënten waarin deze voor veertien symptomen konden aangeven naar welke hulpverlener zij zouden gaan.
    Patiënten blijken na behandeling voor colorectaal carcinoom vaak hun huisarts te raadplegen, waarbij ze voor alarmsymptomen ook de specialist bezoeken. Bij deze symptomen heeft de patiënt geen voorkeur voor een hulpverlener.

  • Persoonsgerichte zorg met e-health

    Om het stijgend aantal chronisch zieken nu en in de toekomst adequaat te behandelen, biedt e-health mogelijkheden om de patiënt een actievere rol te geven. Het vergt tijd en inspanning van huisartsen en praktijkondersteuners om e-health een volwaardige rol binnen de zorg te geven. Uiteindelijk is het doel van e-health om de gezondheidsstatus van patiënten te verbeteren en de zorg efficiënter te maken.

Praktijk

Richtlijn

  • Voorlopig geen aanpassing in antibiotisch beleid met fluorochinolonen

    Bij gebruik van fluorochinolonen bestaat een verhoogd risico op aorta-aneurysma of aorta-dissectie. Dit komt vooral voor bij oudere mensen. Dat meldt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Deze melding betreft de geneesmiddelen ciprofloxacine, ofloxacine, levofloxacine, moxifloxacine en norfloxacine.

  • NHG-Standpunt Farmacogenetisch onderzoek in de huisartsenpraktijk

    Farmacogenetisch onderzoek vindt in Nederland steeds vaker plaats. Huisartsen kunnen dit aanvragen. Het huisartseninformatiesysteem (HIS) kan tijdens het voorschrijven farmacogenetische adviezen geven, bijvoorbeeld om de dosering van een geneesmiddel aan te passen. De huisartsopleiding besteedt aandacht aan farmacogenetisch onderzoek. Ook patiënten kunnen komen met vragen over farmacogenetica. Dit standpunt geeft de stand van zaken weer en geeft een voorlopige plaatsbepaling van farmacogenetisch onderzoek in de huisartsenpraktijk.

NHG Forum